Voor eiken dag-
Zending.
Vragenbus.
De nieuw op te richten vereeniging bedoelt dus iets
dergelijks als de vroegere Martha-krans, door zuster Sia
geleid.
Meisjes, die wenschen toe te treden, moeten zich bij
zuster Dina opgeven.
Zegt het voort en doet er naar
De bibliotheek der afdeeling van de Nat. Christen
Geheelonth.-Vereeniging is gevestigd in een der lokalen
van „Ons Huis".
Boeken kunnen ter lezing worden aigehaald Dinsdag
's avonds van 8 tot 9 uur.
Verzameld door C. B.
Die op de wegen Gods waant stil te kunnen staan,
Veracht'riug merkt hij ras, ter helle zal hij gaan.
sllesius.
Wie het leven van Jezus dagelijks overpeinst, dien is
Jezus zelf werkelijk in den geest 'tegenwoordig.
Wessel Gansfort.
De man, die volkomen onpartijdig is, deugt tot niets.
N. N.
Laat ons stille zijn en wachten en hopen, elk oogenblik
er van verzekerd, dat wij niet beter kunnen geleid worden
dan wij geleid worden.
Lavater.
Tusschen ons en de hel of den hemel is slechts het
leven, de breekbaarste zaak der wereld.
Prof. Is. van Dijk.
Let op de kinderen der armen, want van hen zal de
wetenschap uitgaan.
Talmud.
Alleen die vriendelijkheid heeft waarde voor ons, die
ook niet-vriendelijk durft te zijn.
E.
Het was den 16den October honderd jaar geleden, dat
Henry Martin, een der predikanten van de engelsche
Oost-indische Compagnie, te Tokat, op den weg van
Tabriz naar Constantinopel, overleed gedurende een lange
reis, die hij, in gezelschap van slechts twee getrouwe
arraenische bedienden, te midden van een vijandige
turksche bevolking had ondernomen, nam de Heer zijn
trouwen dienstknecht tot zich. Hij was nog maar een en
dertig jaar oud en slechts zes jaren had hij zijn Heiland
als zendeling mogen dienen, maar die zes jaren zijn zoo
vol geweest van apostolische werkzaamheid, dat hij, en
door zijn werk en door zijn persoon, met het volste
recht een van de grootste zendelingen van den nieu weren
tijd kan genoemd worden.
Belangrijk is het werk van Henry Martin geweest ook
daarom, omdat hij een pionier was van den evangelischen
zendingsarbeid in mohammedaansche landen. In het noor
delijk deel van Indië, in Arabië en in Perzië, waar hij
in 1811 en 1812 verblijf hield, kwam Henry Martin in
zeer intieme aanraking met de Muzelmannen, woonde
onder hen, kreeg hen lief en verkondigde hun de blijde
boodschap der zaligheid door Jezus Christus. Hij vertaalde
het Nieuwe Testament in het hindoestansch, lietarabisch
en het perzisch, onder bijna onoverkomelijke moeilijk
heden. Die groote mohammedaansche wereld mot haar
leed en ellende was hem als een voortdurend droevig
visioen, en met groote blijdschap gaf hij zijn leven om,
kon het zijn, eenigen uit haar voor zijn Heiland te winnen.
Het hoofdbestuur van de Evangelische Alliantie en het
permanente comité van de conferentie te Lucknow in
Engelsch Indië, waar verleden jaar de afgevaardigden van
eiken zendingsarbeid in mohammedaansche landen elkan
der hebben ontmoet, hebben gemeend, dat de hondertste
verjaardig van Henry Martin's dood, niet beter kon wor
den herdacht, dan door een algemeene bidstond voor de
zending tnder de mohammedanen. Zij hebben daartoe een
citculaire aan alle zendingsvereenigingen en aan alle
evangelische kerken gezonden, waarin zij vragen den
16den October tot een bijzonderen bededag voor de
mohammedaansche wereld te maken. Al is die datum zelf
thans reeds voorbij, dat behoeft ons niet te verhinderen
datgene wat ons in die circulaire wordt voorgesteld, in
ons gebed aan den Heer op te dragen. Onze gebeden
worden gevraagd
Voor de muzelmansche regeeringen en de christelijke
overheden in mohammedaansche landen
Voor een ruimere en meer onbelemmerde verspreiding
van Gods Woord en van christelijke geschriften onder
de Muzelmannen
Voor allen die de zieken verplegen en voor de
medische zending in de mohammedaansche landen
Voor alle predikers en evangelisten, opdat hun boodschap
ingang vinde, en voor degenen die reeds toegebracht zijn
Dat de invloed van den Islam in Afrika moge ophouden en
en dat de zendingsvereenigingen, die in streken grenzen
de aan mohammedaansche landen arbeiden, ook die
naburen niet vergeten.
De tijd, dien wij beleven, is wel geschikt om ons den
blik naar de mohammedaansche wereld te doen wenden.
Overal is deze zeer geschokt; men denke slechts aan
Tripoli, Marokko, Perzië en het Balkan-schiereiland, ter
wijl de Mohammedanen waarlijk geen reden hebben om
zich over de politieke en andere gedragingen der christenen
tegenover hen te verblijden. Wat de christelijke mogend
heden doen. is niet juist geschikt om de Mohammedanen
voor Christus te winnen
En ook wij, christenen van Nederland, hebben bijzon
dere reden om voor de bekeering der Mohammedanen te
bidden. Denken wij slechts aan onze Oost met zijn
millioenen inwoners, waarvan zoo velen nog den valschen
profeet vereeren en Jezus voorbijgaan. En, helaas, ook
daar is menigmalen het slechte voorbeeld der naam
christenen het grootste beletsel voor de kerstening der
inlanders.
De oogst is groot en de arbeiders zijn weinigen.
Bidt dan den Heer des oogstes, dat Hij arbeiders in zijn
oogst uitstoote.
v. L.
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag. Is het waar dat het aantal Kloosters in ons land in den
laatsten tijd sterk is toegenomen
Antwoord. Op de vergadering der Evang. Maatschappij, den
25sten Sept. 1.1. gehouden, bracht de Commissie tot onderzoek van
het R. K. kloosterleven in Nederland, bij monde van Ds. F. G. Lagers
haar verslag uit, volgens hetwelk 62 kloosters zijn bekend geworden,
waar een zoogenaamd beschouwend leven wordt geleid, terwijl 70
kloosters nederzettingen van vreemdelingen zijn I
in die 62 beschouwende kloosters heeten te leven 848 mannen en
1124 vrouwen. Er zijn 85 meisjeskostscholen, sommige met een 400
leerlingen, onder leiding van R. K ordegeestelijken, en 28 R. K.
jongenskostscholen. Wanneer men het begrip kloosters in engen zin
opvat, feit ons land er ongeveer 260; in ruimeren zin genomen
echter 500.
Na 1900 is het aantal kloosters met ruim 100 vermeerderd.
Vraag. Welke godsdienst heeft Japan?
Antwoord. In Japan is volkomen godsdienstvrijheid, een op
merkelijk verschijnsel, omdat de Mikado eigenlijk priester-koning is,
de hoogepriester van het oude Sjintoïsme dat, door de omwenteling
in 1867, over het Boeddhisme der vroegere adel-heerschappij zege
vierde, waarna men het tot Staats-godsdienst heeft trachten te ver
heffen, wat echter niet gelukte. Toen achtte de regeering volledigs