Mededeelingen. Wie noodeloos de Zondagsrust van een ander stoort, is een dief in het kwadraat. FEUILLETON. en klaar is en ons vergunt tot op den bodem te zien. De diepte van het klare meer, is heel wat dieper dan de diepte van een troebele plas. Het is dan ook merkwaardig dat er bijna evenveel verklaringen van de gelijkenissen bestaan als er verklaarders zijn. Het komt mij voor dat én het „omdat" van Mattheus én het „Opdat" van Markus en Lukas moet worden gehandhaafd. Jezus spreekt in gelijkenissen omdat de menschen zijn prediking anders niet zouden begrijpen nu kunnen ze de les, die Hij geeft, gemakkelijk onthouden. Maar achter den vluchtigen klank, achter de zinnelijke voorstelling der waarheid, ligt de waarheid zelve en déze is, zijnde mysterie van het Koninkrijk Gods, moeilijk te verstaan. In zóóverre spreekt Jezus in gelijkenissen opdat men niet zou zien, noch hooren, noch verstaan, kortom zijn eigen lijke bedoeling niet zoude begrijpen. Bij het openbaren der waarheid staan Jezus maar twee wegen open. Hij kan de waarheid ongesluierd te voorschijn brengen, maar dan zullen de menschen verblind door het verblindend licht, de oogen verbijsterd moeten neerslaan verschrikt en verontwaardigd zullen ze zich van Hem af- keeren en verder niet naar Hem luisteren. Dat wil Jezus niét. Als ze Hem maar aanhooren, dan is er al veel gewonnen. Daarom kiest Hij den anderen weg Hij laat de waarheid zien, maar gesluierd Hij spreekt, maar niet te verstaanbaar als men maar eerst de waarheid van het beeld erkende, dan is de weg tot de erkenning der waar heid van het afgebeelde gebaand. Jezus doet als de geneesheer, die zijn patient de bittere medicijnen zóó geeft, dat de bitterheid niet meteen blijkt, dat het bittere zelfs wel zoet schijnt. Jezus steekt de schare een scherpen angel in het geweten. Maar die angel verbergt Hij in een omkleedsel, waardoor de angel geen angel schijnt. Straks blijkt de angel wel degelijk angel te wezen. De wond gaat steken, branden, schrijnen. Intusschen, het doel is bereiktde angel is doorgedrongen in het geweten. Waarom bediende de Heer zich van gelijkenissen Het beoogde effect was tweeërlei omdat zij Hem anders niet zouden verstaan én ovdat zij Hem niet aanstonds zouden verstaan. Maar achter dat omdat én achter dat opdat schuilt toch in den grond der zaak maar één oogmerk om de mysteriën van het Koninkrijk der hemelen te openbaren, en dus om de wereld der eeuwige dingen te ontsluiten, en zoo om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. P. M. Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. De N. C. G. 0. V. afd. Zandvoort zal Vrijdag 22 No vember, een openbare vergadering houden in „Ons Huis" 's avonds te half acht. Als spreker zal optreden de Heer H. Woltman van Anna Paulona. Onderwerp „Het fanatisme der geheelonthouding." Vrij debat. De Zangvereeniging „God is mijn lied," onder-afdeeling der Vereeniging bovengenoemd, heeft haar medewerking toegezegd. Den 2den December a.s. zal Ds. Visscher, dien we hier al meer hebben gehad, 's avonds 8 uur in „Ons Huis" eene lezing houden, door lichtbeelden opgehelderd. Onze Geheel-Onth.-Zangvereeniging zal tevens zingen. Nadere bijzonderheden zullen per strooibiljet in de ge meente worden bekend gemaakt. Zondag 24 November zal de maandelijksche extra-collecte gehouden worden voor de kerk. Zondag 24 November beginnen de Zondagavondbeurten weer op denzelfden tijd als veleden jaar, n.l. 7 uur. Evangelisatie-arbeid Zaterdag 16 November 's avonds 8 uur in „Ons Huis" volkssamenkomst. Spreker de heer Buddingh van Brussel, (medewerker aan de „Blijde Bood schap"). Maandag 18 November 's avonds 8 uur in „Ons Huis" Vrouwenkrans. Woensdag 20 November 's avonds 8 uur. Kostverlorenstraatweg 28 bidstond. Met Attestatie ingekomen uit Amsterdam: Johannes Jacobus Kuh; en vertrokken naar Schoten, (Haarlem) Jan Christiaan van Hemert, Anna van Hemert, en Hendrik Nicolaas van Hemert. Een Apostel van de Zuidzee Eilanden. Slot. „Zijn oogen staarden hemelwaarts zijn gelaat verloor zijn pijnlijke en ziekelijke uitdrukking en, de handen naar boven uitstrekkend, stierf hij. „Zoo stierf deze man Gods, en zijn sterven was ons zeer nuttig, nuttiger dan al zijn preeken en lessen waren geweest, want thans zagen wij, welk een heerlijke schat ware godsvrucht is. „Wederom was er een ander man van Ono, wiens naam was Ruben. Toen hij op sterven lag, waren wij allen rondom hem verzameld en groot was onze droefheid Maar hij zeide tot ons: „Weent niet, weent niet." „Toen kwam er groote stilte en de stervende sprak weder: „weent niet om mij, want ik leef. De Heer en zijn engelen spoeden zich om mij af te halen. Indien gij mij liefhebt, houdt dan den Heiland vast. Toen ik nog ge zond was, geloofde ik wat het boek Gods ons leert en ontving de vergeving van al mijn zonden. Ik las in den Bijbel over den hemel en ik geloofde het. Nu zal ik dezen dag met mijn oogen zien de dingen, die ik geloofd heb, ofschoon ik ze niet zag, en den hemel zal ik binnengaan." „Ruben," riep ik, want mijn hart was bran dende binnen in mij, „zeg mij nog eens, ter wille van mij zeiven en van ons allen, zeg mij of gij geheel op den Heiland vertrouwt en of hij u vertroost en kracht schenkt!" „Daarop glimlachte hij en zijn gelaat blonk. „Ziet gij dien paal, Joeli?" vroeg hij mij „Ja", zeide ik. „ik zie hem." „Ziet ge hem duidelijk?" „Ja, heel duidelijk', antwoordde ik, verwonderd dat hij mij zulk een vraag deed en vreezende dat zijn gedachten begonnen verward te raken. Maar hij zag mij ernstig aan en zeide: „Joeli, even duidelijk als gij dien paal ziet, zoo duidelijk zie ik den Heer. Ziet gij hem niet? Zie! het huis is vol vanengelen. Mijn Heiland roept mij tot zich. Vaarwel" En zijn hand op zijn borst leggende, ontsliep hij. Zoo eindigde zijn aardsche leven, maar de engelen namen hem en voerden hem hooger op, naar de heerlijkheid. „Wij, zijn vrienden en bloedverwanten, zagen en hoorden deze dingen. Onze harten werden met groote blijdschap vervuld. Die dag scheen ons niet een dag van dood en rouw, maar een feestdag te zijn, toen wij die groote liefde Gods zagen, die onzen vriend en broeder be toond was, en de heerlijke openbaringen, waar mede de Heer hem had begenadigd. Ons geloof werd bevestigd en als een brandend vuur in ons binnenste en wij zeiden: Er is niets in de wereld bij de kennis van den Heer te ver gelijken. Dat is de groote schat, de parel van groote waarde!" Wat zullen wij, christenen van Nederland, tot deze dingen zeggen? Gevoelen wij niet iets van schaamte, wanneer wij onze lauwheid, traagheid en ongeloof bij zooveel geloof en liefde vergelijken Waar is bij ons de heerlij ke verzekerdheid des geloofs, die blijmoedig doet danken en juichen in het aangezicht van den dood Waar is de liefde tot de zielen en de vurige begeerte om hen, die Jezus niet ken nen, tot dien Heiland te leiden Velen zullen komen van Oosten en Westen en zullen met Abraham en Isaak en Jacob aanzitten in hel Koninkrijk der hemelen. Het Evangelie is een kracht Gods tot zalig heid, een iegelijk die gelooft. v. L. —o—

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 2