Vragenbus. Allerlei. Met die oppervlakkigheid hebben de Christenen te strijden, wanneer zij getuigen zullen van Hem door wiens kracht zij alle dingen vermogen, en ook als zij overwonnen hebben in een strijd met zichzelven en Zijn kracht in al hunne zwakheid willen laten werken, maakt die strijd het hun moeielijk. De menschen zijn over het algemeen verbazend opper vlakkig. Laat de meest geleerde, meest degelijke, meest nuttige uwer medeburgers, zich kenmerken door een paar zonderlingheden in den dagelijkschen omgang, dan zal verreweg de meerderheid uwer stadgenooten niets weten van alles, waarmede hij de bewondering en den dank ook van het nageslacht zal inoogsten, maar hem wel uitlachen en veroordeelen om zijne onhandigheid en overtreding dei- gewone vormen. De geheele invloed van Gods Zoon, onzen Heilandde gansche beteekenis van zijn evangelie in de geschiedenis van 18 eeuwen en van millioenen menschen, wordt door niet weinigen beoordeeld en gering geacht om de kinder achtige redenen, dat dominé X. een vervelenden preektoon heeft, of catechiseermeester N. eene buitengewoon lange jas draagt, of ouderling Q. de psalmen door zijn neus zingt en door nog meerderen om de niet zoo kinderachtige reden dat zoovele predikanten, catechiseermeesters, ouderlingen, diakenen en gewone christenen niet in alle opzichten wandelen waardiglijk het evangelie van Christus. Vele menschen met beperkten blik. kennen van het Christen dom niets dan wat zij daarvan zien bij hen, die als de officieele vertegenwoordigers daarvan gelden, enallegroote en kleine tekortkomingen van die dragers der waarheid worden door hen met de waarheid vereenzelvigd. De geest der menschen, die niet door een hoogeren geest geleid worden is nu eenmaal kleingeestig en doet hen te veel op het uitwendige, op de kleinigheden letten, omdat zij voor het groote geene bevatting hebben. De christenen moeten zich daar maar in schikken, en zich nederbuigen tot de laagte der hen omringende menigte. Want ééne kleinigheid bederft meer, dan vele groote dingen kunnen goed maken. Worclt vervolgd, v. L. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord Vraag: Wie hebben uitgemaakt en op welke gronden, wat apocriefe boeken waren en wat Gods woord is? Bestaat de mogelijkheid niet, dat er in onzen tegenwoordigen Bijbel onware dingen en in de apocriefen ware dingen staan Antwoord: Er zijn Apocriefen van het O-V. èn van het N V Deze boeken dragen dien naam niét omdat ze apocrief zijn, in de beteekenis die wij vaak aan dat woord hechten, n 1 verdacht, vervalscht, maar omdat ze, in tegenstelling met de z g n. Kanonieke boeken. Kerkelijk niet erkend zijn als H. Schrift Apocrief verborgen, weggesloten. Die van het O. T bestaan alléén in het Grieksch, zoodat ze onmogelijk in den hebreeuwschen Bijbel konden worden opgenomen. Onder de Apocriefen des O.V. zijn er stellig die, zoo niet bóven, dan toch stellig op één lijn met vele boeken uit ons O.T. kunnen geplaatst worden, b.v. het eerste Boek der Makkabeën. het Boek der Wijsheid en de Spreuken van Jezus Sirach De afzondering van de tegenwoordige boeken des O. V. tot H. Schrift, is reeds minstens 20 eeuwen oud Wat de Apocriefen van het N T. betreft, de beteekenis daarvan is, uit geschiedkundig oogpunt, al heel gering. Zij behelzen verhalen omtrent Maria's geboorte en jeugd, Jezus kindsheid, het uiteinde van Jozef en Maria, Jezus' lijden, sterven en opstanding, Jezus' komst in de Onderwereld en de lotgevallen van Piiatus Doel der schrijvers was de leemten onzer Evangelie-berichten aan te vullen De legende werd hiertoe te hulp geroepen en deze verhalen werden, om ze een cachet te geven, gedekt door een Apostolischen naam. Als bronnen voor Jezus' leven zijn ze dus van geen belang. Wèl ter verklaring van de geschiedenis der Christelijke Kerk Van de 4de of 5de eeuw tot aan de Hervorming, is hun invloed op het volk en de geestelijk heid zelfs grooter geweest dan onze sobere Evangeliën. Geen wonder dat de Roomsche Kerk er nóg zóó mede op heeft In de Apocriefen des N.V. is het Maria-verheerlijking vóór en na. Wie ze naast de Evangeliën van ons N T. legt, proeft de verdichting dier Apocriefen, waarin het spel der fantasie in vollen gang is. Vraag: Is het waar, dat er tusschen Oud- en Nieuw Testameht 400 jaar liggen Antwoord: Ja. ongeveer vierhonderd jaren liggen er tusschen den tijd, waarin het laatste boek van het O.T. geschreven, en dien, waarin het N.T. begonnen werd Vraag: Hoe is het mogelijk, dat een visscher als Petrus indien tijd schrijven kon, terwijl er nu nog tal van gewone menschen zijn, die geen A voor een B. kennen? Antwoord: Uit I Petrus 5 vs. 12 blijkt dat Petrus bij het schrijven van zijnen brief is geholpen door „Silvanus, onzen ge trouwen broeder", als zijn schrijver. Deze Silvanus is dezelfde als „Silas" uit Hand. 15 vs. 22, 32 en 40 en als de Silvanus uit 1 Thess. 1 vs. 1 2 Thess 1 vs. 1 2 Cor. 1 vs 19. Maar daarmede is niet gezegd dat hij-zèlf niet kon schrijven. Vergelijk toch den Apostel Petrus niet met den eersten den besten analfabet onzer dagen. Vóór hij zich aan Jezus verbond, was hij een visscher uit Bethsaïda, die een volgeling werd van Johannes den Dooper. Reeds bij zijn eerste gesprek met zijnen nieuwen discipel, zag Jezus zijn bijzondere bekwaamheid om zijn zaak te dienen en ontving hij een nieuwen naam. Petrus heeft 'n drietal jaren met Jezus verkeerd en behoorde, evenals Johannes en Jacobus, tot de meest vertrouwde discipelen. Hij is met een afzonderlijke verschijning begunstigd en door een nieuwe opdracht, tot driemaal toe herhaald, geroepen de kudde van den Goeden Herder te weiden. In de Handelingen treedt Petrus op als de leider en woordvoerder der eerste christelijke kerk bij tal van gewichtige gebeurtenissen in haar geschiedenis (Verkiezing van een Apostel in Judas' plaats, Hand. 1 vs 15-26; Uitstorting van den H Geest. Hand. 2 vs. 1—42; toelating der heidenen in den persoon van Cornelius, Hand. 10; en de bevrijding der heiden-christenen van het juk der joodsche wet op het Apostel- Convent te Jeruzalem, Hand. 15 vs. 6 11.) „Simon, de zoon van Jona" èn „Simon Petrus" is éen en dezélfde persoon. En tóch is de laatste een ónder. Rups én vlinder; koolstof én diamant Vraag: Hoe kan er, in verband met mijn vraag van de vorige week, -een buitenste duisternis zijn, waar men weent," als het een poel is die brandt en een tweede dood Antwoord: Wormen .vuur" wijzen op de totale vernietiging der goddeloozen. Ze zijn symbolen van de ontbindende machten des doods. Het -weenenduidt, evenals het tanden-knarsenop de namelooze ellende, aan den „tweeden dood" voorafgaande. Vraag: Waarom zocht Jezus vijgen aan den boom, Markus XI: 12 en 13, terwijl er uitdrukkelijk geschreven staat, „want het was de tijd der vijgen niet?" Antwoord: Er staat óók uitdrukkelijk bij geschreven datjezus uit de verte een vijgeboom zag, die bladeren had Bij den vijgeboom komen de vruchten na de bladeren. Derhalve, bij dezen boom, die zeker ten gevolge van een gunstige plaats, waar hij groeide, vroeg was uitgeloopen, kon Jezus vijgen verwachten. De opmerking van den Evangelist „want het was de tijd der vijgen niet," is bestemd voor zijn lezers, die niet op de hoogte waren. Het verhaalde had plaats in April De Heer zocht geen z g.n. „Kermusen" of overwinterde vijgen, maar „bokkoren" of vroege vijgen. De bladeren die hij zag, deden Jezus vermoeden ze ook te zullen vinden. Maar door het loof werd Hij bedrogen. Verzameld door C. B. IN DB EEUW VAN HET KIND. Vanwege Burg. eti Weth. van Sappemeer werd verleden jaar aan de leerlingen der openbare en bijzondere lagere scholen de volgende kaart uitgereikt: Aan de Ouders! Het bezit van kinderen is een groote heerlijkheid, doch het legt een zware verantwoordelijkheid op uwe schouders tegenover uw kind, tegenover de maatschappij. Gij hebt er voor te zorgen, dat, voor zooverre zulks in uw macht ligt, uw kinderen kunnen opgroeien tot krachtige en flinke mannen en vrouwen, die later sterk zullen staan tegenover velerlei verleidingen, die hen bedreigen. Wilt ge dat in hooge mate bevorderen, geeft dan uw kind nooit een druppel sterken drank, likeur, bier of wijn! ook niet bij huiselijke feesten of bij bijzondere gelegenheden, niet in gezonde dagen en bij ziekte alleen op uitdrukkelijk voorschrift van een arts. De geneeskundigen zijn het er over eens, dat dezen dranken voor kinderen niet deugen. Zij bedreigen ernstig hun gezondheid. Zij verminderen den eetlust en benadeelen de gezonde spijsvertering. Zij schaden de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Zij roepen prikkelbaarheid en zenuwachtigheid te voor- schij n. Zij verzwakken het weerstansdvermogen tegenover allerlei ziekten. Bovendien maken zij het kind ruw en meer vatbaar voor slechte invloeden, terwijl zij oorzaak zijn van achterlijkheid bij het leeren. HeDt gij uw kind lief, geeft het dan nooit sterken drank, likeur, bier of wijn!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1912 | | pagina 6