Zending.
Vragenbus.
O, dat schijnheilige gebruik om de vergaderingen van
Kiescolleges niet gebed te openen Men heeft allang af
gesproken hoe men stemmen zalMen heeft van te voren
reeds zijn houding bepaald en 't wachtwoord uitgedeeld
En dan wordt onze-lieve-Heer nog voor den gek gehouden,
door Hem te bidden dat Hij den rechten man wil aanwijzen
Misselijk. Ik heb hier dan ook, voor 't vóórgaan bij die
voor-den-gek-houderij, stichtelijk bedankt in 't vervolg.
En nu zal men zoo'n stemming, met al de daarmee
gepaard gaande knoeierijen, afkondigen in de Kerk, om
dan b.v. te gaan preken over„God laat zich niet bespotten
Maar dan kan de Voorlezer immers al die mededeelingen
doen Zoo werpen sommigen mij tegen. Ik antwoord dat
het volstrekt geen verschil maakt of hij 't doet of de dominé.
Als het Voorlezerschap reden van bestaan heeft, dan moet
dit voorlezen toch niet geschieden bij wijze van tijdkorting
of omdat-er-toch een-begin-moet-gemaakt-worden met den
dienst. Het voorlezen uit de H. Schrift is een deel van den
eere-dienst. Evenzoo de voorzang, die door den Voorlezer-
Voorzanger wordt opgegeven en voorgelezen.
Maar hoe is het nu mogelijk dat iemand met éénig
liturgisch besef, zijn goedkeuring kan hechten aan't gebruik
om dat voorlezen en opgeven van den voorzang te laten
voorafgaan door allerlei mogelijke en ónmogelijke nietige
of allerminst-önschuldige mededeelingen? Verbeeldt U dat
iemand op 't punt staat een symphonie van Beethoven ten
gehoore te brengen en dat hij dan, eer hij daarmee aan
vangt, de in gewijde aandacht neergezeten schare tracteert
op 'n paar flauwiteiten of haar opwekt om dan-en-dan samen
te komen teneinde mekaar eens terdege in de haren te
vliegen
Dr. Gunning, dien ik straks noemde, geeft in zijn boek
„onze eeredienst" den raad om de afkondigingen, in dien
maar eenigszins mogelijk, over te laten aan den voorlezer
vóór de dienst begint. Maar hij voegt er aan toe„zoo zij
niet elders kunnen gedaan worden."
Welnu, die gelegenheid om ze „elders" te doen, bestaat
thans. In den Zondagsbode is er plaats voor. Daarin op
genomen, behoeft men ook geen moeite te doen allerlei
namen en data te onthouden Men heeft 't blaadje maar
even op te slaan en men ziet het voor zich gedrukt staan,
alles wa't men maar weten moet.
Derhalvegeen afkondigingen meer in de Kerk
Nóch door den voorganger, nóch door den voorzanger.
Nederl. Vereeniging voor Israël.
In No. 16 van den Zondagsbode verhaalde ik reeds iets
van bovengenoemde Vereenigingin haar laatste jaarverslag
vinden wij o.a. het volgende
Een leerling werd dit jaar door doop en belijdenis op
genomen in de Evang. Luth. Gemeente door ds. P. Groote
te Amsterdam. Anderen bereiden zich tot dien gewichtigen
stap voor, onder leiding der zendelingen. Groot is de
moeite, maar ook de strijd voor de betrokkenen eer het
zoover komt. Doch waar het uitgestrooide zaad alzoo naar
Gods bestel wasdom draagt, geeft Hij ook de kracht, de
moeilijkheden aan dien stap verbonden met lijdzaamheid
te dragen. Dat er ook door de zendelingen geduld geoefend
moet worden, wie zal zulks ontkennen Israël, eertijds de
drager van Gods Woord, is voor het meerendeel daarvan
geheel onkundig. Wekt het geen deernis uit hun mond de
bekentenis te hooren, dat zij o.a. nimmer hebben gehoord
van het Boek der Psalmen, een boek uit hun eigen Bijbel
Hun dien Bijbel terug te geven, ziedaar onze taak. Daar
door kunnen hun de schellen van de oogen vallen, om
dan Hem te leeren kennen van Wien Mozes en de Profeten
gesproken hebben en die in de volheid des tijds gekomen is.
Het werk der zendelingen te Amsterdam bepaalt zich tot
huisbezoek, catechisatie onderwijs aan Israëlieten en aan
kinderen van gedoopten uit Israël, correspondentie met in
binnen- en buitenland vertoevende Joden, waarmede zij in
aanraking zijn gekomen enz.
Een kranke leerlinge, reeds geruimen tijd in het buiten
land vertoevend, is dit jaar een paar keer door zendeling
Van Os bezocht.
Dit geschiedde buiten bezwaar der kas door den wel-
willenden steun van eenige vriendinnen, die zich het droevig
lot van deze kranke hebben aangetrokken en haar zoowel
geestelijk als lichamelijk trachtten ten zegen te zijn.
Een andere leerlinge, vroeger in het „Tehuis" opgenomen,
moest die plaats verwisselen met een verpleging buiten
de stad.
Beiden zijn door ernstig lichamelijk lijden buiten staat
de innerlijke begeerte haars harten te bevredigen door
openlijk belijdenis te doen van de Hope, die in haar is.
Zij getuigen echter op hare krankbedden van haar geloof
in den Heere Jezus Christus als haar God en Verlosser.
Moge de Geest des Heeren ook dit tweetal bij voort
during leiden, om met blijdschap en vertrouwen de toekomst
tegen te gaan, steunende op de offerande van Christus, die
ook voor haar is aangebracht.
Verschillende Joden, die zich in den loop van dit jaar
tot ons wendden, moesten helaasongetroost worden weg
gezonden. Al spoedig bleek, dat zij door stoffelijke en niet
door geestelijke belangen tot ons werden gedreven. In één
geval bleek dit zeer spoedig en zeer sterk. De heilbegeerte
was slechts een masker voor die naar geld en goed. Af-
keerig van alle vlaggenvertoon in deze wenscht het Bestuur
het beginsel en doel der Vereening tegenover zoodanige
praktijken niet prijs te geven. Ons „Tehuis" in „Salvatori"
is gereed om elk ernstig onderzoekende te herbergen, doch
mag niet misbruikt worden om als tijdelijke toevlucht te
dienen. Om dit zooveel mogelijk te voorkomen, wordt
niemand opgenomen, die niet zijn identiteit kan bewijzen
en eerst nadat hij voor eenigen tijd in observatie is geweest
onder strenge contróle. Dat het Tehuis dit jaar onbezet
bleef, is eensdeels het gevolg van bovenstaanden maatregel,
maar ook te danken aan het verblijdende verschijnsel, dat
zij, die voorbereid worden tot het ontvangen van den doop,
die hulp der Vereeniging tot hiertoe niet behoeven. -
De leeszaal werd dit jaar door 48 personen bezocht. De
meesten hielden zich bezig met het lezen van den Talmud
en den Hebreeuwschen Bijbel, om daaruit bewijsgronden
te putten voor hunne meestal Zionistische ideën. Opmer
kelijk, dat geen hunner kwam met nevenbedoelingen of om
stoffelijke hulp te verlangen. Het plaatsen van een bord,
aangevend de uren waarop de Leeszaal geopend is, zal,
naar wij hopen en verwachten, meer de aandacht vestigen
op dezen tak van arbeid. Moge alles maar steeds mede
werken om Israël te brengen tot het onderzoek van zijn
eigen geschriften, die getuigenis geven, dat de Messias,
aan de vaderen beloofd, gekomen is in Christus Jezus
onzen Heer. v. L.
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag. Is het beter om „Heer" of „Heere" te zeggen?
Antwoord. Het is natuurlijk allebei even goed. Uit phonetische over
weging (d.i. te rade gaande met den woordklank) verdient hetaanbeveling
„Heere" te gebruiken, vooral in samenstellingen als „Heere-God",
„Heere-Jezus" „Heere-Heere"; dan klinkt het woord „Heer" hard.
„Heere" is welluidender.
Toch spreek ik-zèlf in den regel van „Heer" (zonder stomme e.)
En dat doe ik, omdat er zijn die het gebruik van „Heere" verdedigen
met allerlei argumenten, waarvan ik niet graag zou willen dat men
ze beschouwde als liet ook ik mij daardoor leiden.
Sommigen vinden „Heere" eerbiediger. Welk een onzin! Zouden
wij met onze „stomme e" méérder eer bewijzen aan God, dan b.v.
de Engelschen die Hem „Lord" en de Franschen die Hem „Seigneur"
noemen? En zou 't erg oneerbiedig wezen als we met Ps. 1 vs. 4
zingen„de Heer toch slaat der menschen wegen ga"of met
Ps. 8 vs. 1 „Heer, onze Heer, grootmachtig Opperwezen!" of met
Ps. 19 vs. 7: „Weerhoud, o Heer! Uw'knecht ('n paar voorbeelden,
die gemakkelijk met tientallen anderen zijn te vermeerderen
Er zijn er, die ..Heere" kiezen, omdat die 3 e's aanduiding van de
Drie-eenheid zijn!!! Daarom wordt door vele „Broeders" de recht
zinnigheid van hun dominé afgemeten naar zijn al of niet spreken
van „Heere".
Nu de zaken eenmaal zóó staan en achter 't gebruik van de
„stomme e" zooveel malligheden schuilen, zou ik U aanraden haar
maar liever weg te laten, al geeft mijn taalgevoel ook aan
Heere de voorkeur.