Zending. Vragenbus. Nog is het niet gelukt de bron te vinden. Maar wel is gebleken dat er tal van vrouwen zijn, vooral jonge dames, die zich beijveren een afschrift van't zonderlinge document aan haar kennissen en vriendinnen toe te zenden. Ook de beide exemplaren, die mij in handen kwamen, zijn kenne lijk door een dameshand geschreven. „De Hervorming'' ziet er een bewijs in dat er nóg altijd „vrouwkens" zijn, „die altijd leeren, en nimmermeer tot kennis der waarheid kunnen komen". (2 Tim. 3 vs. 7.) Hoe het zij, laat ieder die dit leest, zulk een gebeds sneeuwbal ontvangende, dat staaltje van grof bijgeloof en ergelijke gebedsontwijding meteen in het vuur gooien Evangelisatie arbeid. Zaterdag, 18 Jan. 's avonds 8 uur, in „Ons Huis" Volkssamenkomst. Spreker: de Heer H. J. Bosch van Haarlem. Maandag, 20 Jan. 's avonds 8 uur in „Ons Huis" Vrouwenkrans. Woensdag, 22 Jan. 's avonds 8 uur Bidstond, Kost- verlorenstraatweg 28. Vrijdag 24 Januari viert de afdeeling Haarlem v. d. Chr. Nat. Werkmansbond haar 15-jarig bestaan. Bij die gelegen heid is er, 's avonds om 7'/2 uur in de Janskerk, een samenkomst. Ik ben uitgenoodigd als Feestredenaar op te treden, welke uitnoodiging ik heb aangenomen. Ds. van Paassen, de Eere-Voorzitter, zal mij inleiden terwijl het zangkoor „Soli Deo Gloria" eenige liederen ten gehoore zal brengen. De Stadszending. (Slot) Nu wij gezien hebben, hoeveel er te Berlijn op dit ge bied gedaan wordt, komt spreker tot de vraag: „Heeft Amsterdam stadszending noodig V" Eenige cijfers geven hier voldoende antwoord op. In 50 jaar is de bevolking van Amsterdam van 250.000 inwoners tot 600.000 inwo ners gestegen, een verschil dus van 350.000 zielen en dit zal zeker nog meer toenemen in aanmerking nemende de plannen tot uitbreiding die er bestaan. In 1900 waren er op 1000 inwoners 415 Ned. Herv. in 1900 waren er 30.000 inwoners die opgaven tot geen kerk te behooren, tegen 67.000 in 1910, zijnde circa 12 pet, Men ziet dus, dat een groote schaar, die den naam van Christenen dragen, staan als schapen zonder Herder. Het is natuurlijk het werk der kerk hierin verandering te bren gen, doch zij kan niet alles, zij heeft steun noodig. Opdal men 1 predikant zou hebben op 3000 Herv. inwoners, had men 70 predikanten noodig; er zijn er 30. Het is dus on mogelijk voor predikanten en godsdienstonderwijzers vol doende huisbezoek te doen. Na de pauze besprak spreker nu wat de stadszending kon doen. Veel is er en wordt er reeds gedaan bezoeken worden afgelegd bij Hervormde gezinnen, die hier komen wonen, omdat zij dikwijls geheel vreemd zijn, niet weten waar zich te vervoegen voor verschillende kerkelijke aan gelegenheden. Veel hebben in deze gedaan de „Vereeniging tot verbreiding der Waarheid," „Het Koning Willemshuis," de „Vereeniging tot heil des Volks." Er moet echter meer gedaan worden. De Vereeniging Hervormde Stadszending te Amsterdam, beoogt niet alleen het werken onder Hervormde inwoners, doch begint natuur lijk in eigen kring. Zij belijdt het Evangelie van Jezus Christus, den Zoon van God (Markus 1 1) en plaatst zich op den bodem van de belijdenis van de Herv. Kerk in Nederland. Haar doel is de Herv. Gem. Amsterdam te steunen bij haar gezegenden arbeid onder allen, die door geboorte, doop of belijdenis tot haar behooren Een zangkoor, onder leiding van den heer Hasselaar is gevormd dat al 50 leden telt en waarbij men zich kan aan sluiten. Hoewel de Ver. 4 Nov. j.l. pas is opgericgt telt zij reeds 150 leden. De Verg. stelt zich voor in de eerste weken van Januari gedurende ongeveer 3 weken in het Muiderkwartier 3 a 4 avonden per week een Evangelisatie samenkomst te houden. De bezoekers, die iets te vragen hebben of iets nader willen weten, kunnen daarvan kennis geven door een brief je in den eollecte-zak te doen. Ze worden dan in hun eigen huis bezocht. In buurt Y. Y. zullen gedurende enkele weken 2 a 3 maal per week bijeenkomsten gehouden worden door moeders voot moeders, waar o.a. over de opvoeding der kinderen gesproken zal worden. Spr. eindigde zijn boeiende rede met een opwekking tot allen, die instemmen met het doel en de belijdenis van de Vereen., om zich aan te sluiten bij de Vereen.; het adres is voorloopig Nieuwe Kerk. Alle Christeuen toch behoo ren zendelingen te zijn. Men zegge niet. ga tot de heidenen, daar moet gij werken; men beginne in eigen kring; de inwendige zending is de moeder der uitwendige zending. Door het werken voor inwendige zending, worden zen delingen voor uitwendige zending gekweekt. Tot zoover Ds. Voorhoeve. Wij gevoelen allen zoo moet het gaan, in alle groote steden, ook van ons vaderland, wil niet de massa des volks van allen godsdienst ver vreemden en in de stroomingen van ongeloof en revolutie verloren gaan. Nog is het tijd. v. L. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord Vraag: Wat is naar uwe meening de leer der H. Schrift, aangaande het ..duizendjarig rijk" Mag ik U beleefd om een verzorgd antwoord verzoeken Antwoord: Van een leer der Schrift, het „duizendjarig rijk" betreffende, kunnen wij niet spreken immershet „duizendjarig rijk", ook ..chiliasme- of „millennium" geheeten. wordt alléén in lifst. 20 van de Openbaring van Johannes genoemd, in dit profetisch geschrift is de toekomst met de gloeiende kleuren der oostersche beeldspraak geteekend. Uit de geheimzinnige symboliek der Apocalypse mogen daarom, niet anders dan met de uiterste behoedzaamheid, dogmatische grondstellingen en gevolgtrekkingen, die nergens elders in de H Schrift duidelijk zijn uitgesproken, worden afgeleid. Wat de historie van dit dogma aangaat, in den eersten christentijd werd het door alle rechtzinnigen beleden. Justinus Martyr liet er zijn leven voor. Irenaeus bespreekt 't uitvoerig. Na verloop van tijd wordt de voorstelling steeds zinnelijker; verwacht werd een volkomen regeering van Christus met zijne heiligen, duizend jaren lang, in het aardsche Jerusalem Dan zouden de christenen compensatie ontvangen voor al hun doorgestaan lijden. Dit geloof vond vooral aanhangers onder de secte der Montanisten, waarvan Tertullianus een vertegenwoordiger is. Onder Constantijn werd 't „chiliasme-' door velen verworpen. De heerschende Katholieke Kerk werd beschouwd als 't Godsrijk-zèlf. Zoo dacht ook Augustinus er over deze overtuiging werd kerkleer. Toen 't tegen 't jaar 1000 liep, dachten velen dat 't einde daar was. Maar toen er niets bijzonders gebeurde werd het „chiliasme" be schouwd als van önbepaalden duur. Na de Hervorming, die zich ook kantte tegen de vereenzelviging van Kerk èn Godsrijk, werden de chiliastische verwachtingen weer levendig, maar in zulk een grof-zinnelijken vorm, dat 't gezonde christendom er zich met weerzin van afwendde. Ik noem hier de Wederdoopers. Later waren a Marck en h Brakel voorstanders van een z g n Bijbelsch-Chiliasme. Tegenwoordig is 't een weinig besproken kwestiemaar 't hoofdleerstuk van Irvingianen en Mormonen. Wat nu mijne meening betreft, ik zie dat er in Openb. 20 wordt gesproken van twéé opstandingen, eén aan 't begin en eén aan 't einde van het Duizendjarig Rijk Allen, die hier beneden in het geloof hebben volhard, verrijzen 't eerst uit den dood, ontvangen een verheerlijkt lichaam en komen andermaal op aarde, maar op een nieuwe aarde, waar al het oude is voorbijgegaan Gedurende die periode van 1000 jaar (dat getal heeft een zinnebeeldige beteekenis; 10 X 10 X 1° is aanduiding der hoogste volkomenheid, zoodat het cijfer 1000 niet wijst op een langen duur, maar de volkomenheid der toestanden in die periode te kennen geeft), heeft de Satan geen macht over de geloovigen. Alles geschiedt ter eere Gods. De kunst, de wetenschap, alles zal zijn volle ontplooiing bereikt hebben. De overige dooden, die niet door Christus verlost zijn, staan eerst aan het einde der periode op uit den dood Dan zal het eind-oordeel komen. Vraagt U mij nu of ik deze voorstellingen deel, dan antwoord ik dat ik de hier uitgesproken grondgedachte niet onschriftuurlijk acht. Ook in 1 Thess. 4 vs 16 en in 1 Corinthe 15 is van tweëerlei op standing sprake. Van de opstanding ten leven, die éérst plaats grijpt en van de opstanding ten doode, die liter volgt, een gedachte die door den diepzinnigen Lange aldus wordt vertolkt:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 4