VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT
No. 39
ZONDAG 26 JANUARI 1913
IsteJaargang.
Wee, den lachers!
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
abonnementsprijs
Per Jaargang 1.50
3 Maanden0.50
Afzonderlijke nummers005
REDACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort.
Jhr. Dr. M F. van LENNEP - Aerdenhout.
Adres voor de Administratie
P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
Zandvoort - Telefoon No. 27
Advertentiën 1 5 regels0.55
Elke regel meerv o.IO
Dienstaanbiedingen 1 -5 regels 0.35
Elke regel meer0 06
Bij abonnement extra korting
Zondag 26 Januari 1913, Ned. Herv. Gemeente
v.m. 10 uur, Ds. G. Posthumus Meyjes.
Extra-collecte voor de Kerk.
n.m. 8 uur, Gebeds-ure (in de Consistorie-kamer.)
Wee u, die nu lacht! want gij
zult treuren en weenen
Lukas VI vs. 25b.
Mogen we niet lachen?
Is lachen zonde
Hebben zij gelijk, die zeggen dat een Christen altijd een
strak gezicht moet zetten Dat vroolijkheid en vroomheid
elkander uitsluiten?
Niet lachen
Is de spotternij dus niet geheel onverdiend, volgens welke
Christus het Koninkrijk Gods daarom bij een zuurdeeg zou
hebben vergeleken, omdat de burgers daarvan zulke zur
menschen zijn
Niet lachen
Moeten we ons dus den Hemel voorstellen als een soort
van kloosterkerk, waarin monniken, in zware zwarte pijen
gehuld, boet-psalmen zingen
Niet lachen
En dan toch volhouden dat het geloof niet alleen is voor
kranken en ouden en stervenden, maar ook voor de levens
lustige en levenskrachtige jeugd
Niet lachen
En ik dacht dat lachen zoo gezond wasIk dacht dat
we, juist door heel dikwijls te lachen, voor onze triestige
omgeving tot zooveel zegen konden zijn!
Ik dacht dat een Christen alle reden heeft om te lachen,
om eigenlijk te lachen-zonder-ophouden
Niet lachen
Maar als 'n mensch, die zich voor tijd en eeuwigheid
gered weet, niet eens lachen mag, waarom houdt hij er dan
lachspieren op na
Ik dacht dat Jezus het Koninkrijk Gods wel bij een
bruiloft en niet bij een begrafenis had vergeleken. En stel
u nu eens vooreen bruiloft, waarop het den bruilofts
gasten verboden is te lachen
Niet lachen
Ik dacht dat het juist in onzen tijd zoo erg noodig was
om het wet te doen. Is ons geslacht au fond niet zéér
treurig Is de treurigheid niet overal inheemsch Zou het
niet ook ten onzent tijd worden, zooals men nog onlangs
in Japan heeft gedaan, om een vereeniging op te richten
„ter bevordering van het lachen''
Als die beide letterkundigen gelijk hebben, waarvan de
één zei „wie niet gelooft in Jezus Christus, hij wandelt
in tranen tot aan den dood en de ander „voor den on-
geloovige zijn er alleen tranen en doodmogen we dan niet
zeggen, dat wie wel gelooft in Jezus Christus, lachend zijn
levensweg gaat; dat er voor hem alleen is: lachen en leven
Wee u, die nu lacht
Evenmin als Jezus alle treurenden zalig heeft gesproken,
heeft Hij alle lachenden veroordeeld.
Er is een lachen, waarin God een welbehagen heeft. Een
onschuldig lachen een rein lachen een heilig lachen, dat
vaak van veel krachtiger geloof getuigt, dan menige ernstige
toespraak doet.
Maar er is ook een lachen, dat uit den booze is waar
bij iemand de schrik om het hart slaat dat kwetst en
beleedigtdat demonisch klinkt. Een grijns-lach, een
gluip-lach, een hoon-lach, een spot-lach, een schater-lach,
die wel bij een duivelen-tronie hoort, maar niet bij het
aangezicht van een mensch Gods.
Wee u, die nu lacht!
Als twee hetzelfde doen, is het daarom nog niet hetzelfde.
Er zijn lachers, die eens weenden „zalig zijt gij spreekt
de Heer.
Er zijn ook lachers, wien het weenen vreemd is wier
lachen niet is vrucht van tranen-zaad wier lachen bewijs
is van lichtzinnigheid, luchthartigheid, wereldzin, opper
vlakkigheid, zorgeloosheid, brutaliteit. Tot de zóódanigen
komt Jezus met zijn dreigend „wee u
Wie het laatste lacht, lacht het beste
Maar het laatste lachen niet de lachers het laatste
lachen de weenenden.
En de lachers dan
Zij vinden geen plaats om te lachen, ook al zoeken zij
die met tranen.
De onboetvaardige, de onbekeerde lachers hebben geen
andere toekomst dan de plaats, waar weening is en kner
sing der tanden.
Mijn Lezer, de Heer moet toch ook niet tot u komen
met Zijn waarschuwend „wee u'
Gij zijt toch 'niet iemand, die met den ernst der be
keering lacht
Iemand, die al zijn best doet om de stem van zijn ge
weten lachend tot zwijgen te brengen
Iemand, die God den rug toekeert en de wereld toe-lacht 1
Iemand, die het leven door lacllt
Iemand, die de waarheid van zich af-lacllt
Ieman d, die zich niet het eigendom van Christus weet,
en tóch lachen kan
Iemand, wiens ziel niet voor eeuwig is geborgen en toch
lachen durft