2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 2 Febr. 1913. Mededeelingen. Uit de Gemeente. Zending. Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór t uur namiddags. De e.v. Doopsbediening zal plaats hebben 9 Febr. Bij de aangifte is het medebrengen van 't trouwboekje verplicht. Men lette er op dat de Gebeds-ure voortaan 's avonds kwart over 8 uur aanvangt. Met Attestatie is ingekomen uit Haarlem: Johanna Maria Noordhof. De extra-collecte, 1. 1. Zondag voor de kerk gehouden, heeft opgebracht de som van f 20.41'/s- Evangelisatie arbeid. Zaterdag, 1 Febr. 's avonds 8 uur in „Ons Huis" Volkssamenkomst, sprekerde Heer Eger van Schoten. Maandag 3 Febr. 's avonds 8 uur in „Ons Huis" Afscheidssamenkomst van den heer en mevrouw Weber van Amsterdam, vóór hun vertrek naar lndië. Woensdag, 5 Febr. 's avonds 8 uur Bidstond, Kostverloren- stiaatweg 28 (zomerhuisje). A.s. Zaterdag, 1 Febr., geeft de Chr. Jongel. Vereen. „Eendracht maakt macht" een Propaganda-avond in „Ons Huis". Aanvang 8 uur. De Haarlemsche Chr. Jongel. Ver. „Prediker 12 la" verleent medewerking en haar onder- afdeeling zorgt voor muziek. Door de afdeeling „Letterkunde" worden voordrachten gegeven, terwijl de Bondsagent, de heer C. Tabak als spreker optreedt. Toegang vrij! Vooral Jongelingen zijn vriendelijk uitgenoodigd Zuster Dina. Het is a.s. Zondag, 2 Febr., tien jaar geleden dat Zuster Dina haar wijkarbeid in onze Gemeente begon. Die dag mag niet onopgemerkt voorbijgaan. Want Zandvoort is haar grooten dank verschuldigd. Sedert in dit blaadje telkens een maand-verslag van haar werk verschijnt, is men eerst recht in de gelegenheid daarvan eenig begrip te krijgen. En toch ziet men zoo nog enkel den buitenkant. Die cijfers, aangevende het aantal afgelegde bezoeken, vertegenwoordigen een groote som van allerlei ellende; maar ze spreken ook van een schat van hulp en troost, door zuster Dina verleend. Alle kranken roemen haar flinkheid. En tegelijk spreken zij van haar zachtheid. Deze beide, voor een ziekenverpleegster zoo voortreffelijke eigenschappen, vindt men in zuster Dina op de meest gelukkige wijze vereenigd. Er is een tijd geweest waarin 't er naar uitzag dat zij 't hier niet zou kunnen volhouden. Maar gelukkig is die vrees beschaamd. God sterke haar lichamelijke krachten. En bekwame haar om haar levens-taak onder ons voort te zetten met dezelfde toewijding als tot dusverre. Uit de oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort. Een valsche Beschuldiging geuit en teruggenomen. December, 15 1669. Kerckelijcke vergaderinge gehouden, Also daer eenige beschuldinge gevallen is van Leendert 'Claesz. de Backer en Kerkmeester, op onsen Leeraer D. Carolus Spiljardus, van wegen twee en vijftich gis, seven stuivers, die hij te veel mochte aen Gillis Jacobsz, Rijckwaer de Timmerman, die de kap van de Kerck tot Santvoort aengenomen hadde te maeken, gegeven sonde hebben, oft anders noch hij den voornoemden Predikant souden sijn, sonder dat hij die in sijn Reeckeninge te voren gedaen behoorlijk sonde hebben verantwoort ofte ingebracht, gelijck sulcs oock blijckt bij de onderteijkening van Michiel de Keijser als secretaris ten oversfaen van de E. Heer Cornelius Ascanius van Sypesteijn, Bailljuw van Bredenrode, nevens de Schout, Schepenen en Kerck-meesteren tot Santvoort soo verclaert Leendert Claesz. voornoemt (aengesien de voornoemde D. Spiljardus van sodanige diffameuse injurie hem buiten de waerheijt nae_gegeven, versocht te hebben honorable reparatie) geen gedachten gehadt te hebben om den voornoemden Predikant daer in te achterhalenmaar verclaert daarmede vergenoegt te sijn, gelijck hij de voorsz. Reeckening mede ten overstaen van de E. Heer Bailljuw, Schout, Schepenen en Kerckmeesteren voornoemt, heeft geapprobeert, en hij de selve niet alleen alsnoch was approberende bij desen, maar de selve Reeckeninge noch hield vo'or goed, getrouw en oprecht te sijn, sonder dat hij op de selve'iets weet te seggen, ende voor so veel hij hem door abuis, oft misverstand mocht sijn gedaen, dat hem het selve was leet, met versoeck.dat de voornoemde D. Spiljardus het zelve niet gelieft te gedencken En om dit nae waerheijt t' allen tijde te getuigen hebben wij onderschreven dit geteijckent. Aldus gedaen in onse kerkelijcke vergaderinge tot Santvoort in de tegen- woordicheijt van Adriaen van der Meij, Schout alhier. (volgen de in het Manuscript onleesbare namen.) Nog een brief van zendeling Hoekendijk te Garoet op West-Java. De volgende brief van zendeling Hoekendijk, die door de Nederlandsche Zendingsvereeniging is uitgezonden om onder de Soendaneezen op West-Java te arbeiden en van wien ik onlangs ook reeds een schrijven overnam, is wel waard om in breeden kring gelezen en overdacht te worden. Hij was gericht aan de redactie van de „Nederlander" en is gedagteekend 15 Dec. 1912. Mag ik in uw blad eens een plaatsje verzoeken voor een zeer belangrijken arbeid in Gods koninkj ijk. Wij zendelingen schrijven wel eens iets over het moeilijke van onzen arbeid, maar toch zijn er maar weinig menschen in Holland, die volkomen kunnen gevoelen en begrijpen wat het is om als zendeling het evangelie te moeten verkondigen aan Mohamme danen, die dat evangelie niet hooren willen. Vooral wanneer men dan als eerste zendeling op een plaats arbeiden moet. Wat moet er al niet worden verzonnen en aangepakt om het volk te bereiken en toch, wat gelukt dat ons nog maar weinig. Daar wordt schoolgehouden om zoodoende onder de 'kinderen te kunnen arbeiden, daar worden medicijnen uitgegeven om zoodoende de zieken te kunnen bereiken, daar wordt gewerkt met een tooverlantaarn om daardoor de menschen te trekken. Alles, letterlijk alles, wordt beproefd om het volk te kunnen bearbeiden. Ook mij is het zoo gegaan. Ik was de eerste zendeling, die hier op Garoet woonde en ik heb op alle bovengenoemde wijzen getracht om het evangelie onder de menschen te brengen. Dit doe ik nu reeds zeven jaar hier te Garoet, maar tot dusver nog zonder eenig zichtbaar resultaat. Nu is er in die zeven jaar hier heel veel gebeurd en de toestanden zijn hier zeer veranderd, zoodat nu kan gewerkt worden op een wijze, die tot dusver onmogelijk was. In den laatsten tijd zijn alleen in mijn ressort een vierhonderd scholen geopend. Wij krijgen hier nu langzamerhand een lezend publiek. Maar het volk heeft geen lectuur. Het kan lezen, maar het heeft niets te lezen. Wel werd er een commissie benoemd die voor volkslectuur zou zorgen, doch resultaten heb ik daarvan nog niet gezien. Daar nu ligt voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 3