VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT
No. 41
ZONDAG 9 FEBRUARI 1913 HHaargang.
Bidden in Jezus' naam-
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
abonnementsprijs
Per Jaargang1.50
3 Maanden0.50
Afzonderlijke nummers„0 05
REDACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort.
Jhr. Dr. M F. van LENNEP - Aerdenhout.
Adres voor de Administratie
P SA AF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
Zandvoort - Telefoon No. 27
Advertentiën 1—5 regels0.55
Elke regel meer„0.10
Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35
Elke regel meer006
Bij abonnement extra korting
Zondag 9 Februari 1913, Ned. Herv. Gemeente
v.m. 10 uur, Ds. G. Posthumus Meyjes.
Doopsbediening.
n.m. 8'/t uur, Gebeds-ure (in de Consistorie-kamer.)
Zoo wat gij begeeren zult in
mijnen naam, dat zal ik doen-
Johannes 14, vs. 13a.
Wat is dat bidden in Jezus' naam
Ik wil eerst zeggen wat het niet is. Ik doe dit omdat
zoovelen schijnen te meenen dat het juist datgene wèl is,
wat het inderdaad niet is.
Het is niét hetzelfde als het eindigen van zijn gebed met
de woorden: dit bid ik U „in Jezus' naam", of „omJezus
wil' welk slot vaak niet anders is. dan een los aanhangsel,
eraan toegevoegd omdat men denkt dat dit er nu eenmaal
zoo bijhoort.
Zoo zijn er ook menschen, die bij alles wat zij voorne
mens zijn te doen, zeggen „zoo de Heer wil en wij leven".
Die altijd de letters D. V. gebruiken. Alsof daardoor dan
meteen alles in orde wasIemand kan toch niet D. V.
gaan 'telen! Maar zoo kan ik toch ook niet in Jezus' naam
bidden, dat mijn lot in de loterij met de f 100.000 uitkomen
magof dat de gelegenheid mij gegeven worde mij eens
flink op mijne vijanden te wreken
De Roomschen hechten sterk aan het slaan van een
kruisje tot afwending van dreigend gevaar, op die manier
het kruis verlagend tot een crucifix.
Maar zij, die aan hun gebed „om Jezus' wil" toevoegen,
doen dat evenzeer uit gewoonte of uit bijgeloovigheid en
zij verlagen zoo den éénigen Naam onder den hemel tot
zaligheid gegeven, tot een bezwerings-formule.
In Jezus' naam bidden is ook niet hetzelfde als het vragen
van iets in geloovig vertrouwen op dien naam. Ook al
twijfelen wij er niet aan dat Hij machtig is en liefderijk
om het ons te geven, wordt het ons daarom volstrekt nog
niet altijd geschonken.
Evenmin hebben we de uitdrukking „in Jezus' naam" te
vereenzelvigen met „in Jezus' geest". Was het de bedoeling
dat wij moeten bidden zooals Jezus bad, dan had de Heer
stellig inplaats van „in mijnen naam" gesproken van „in Mij
blijvend" of iets dergelijks.
Laat ik nu maar zeggen wat het dan wèl is.
„In den naam van" beteekent hier„op bevel van, in
opdracht van, gevolmachtigd door, namens".
Wie in den naam van Jezus iets van den Vader bidt,
ontleent zijn recht daartoe aan Jezus, vraagt iets wat Jezus
zélf hem heeft opgedragen te vragen.
Juist omdat de Vader den Zoon altijd hoort, hoort de
Vader ook altijd hen, die in den naam Zijns Zoons tot
Hem bidden.
Er zijn gebeden, die we zeker mogen bidden, zonder dat
we ze nochtans „in Jezus' naam" kunnen bidden. Zoo kan
ik in ziekte om beterschap vragen, om redding in nood,
en uitkomst tegen den dood.
Maar, ik kan er nooit zeker van zijn, dat deze bede mij
zal worden gegeven, want Jezus heeft mij niet geleerd om
deze dingen te bidden en alleen aan gebeden „in Zijnen
naam" is stellige verhooring toegezegd.
Welke gebeden dan wèl als zoodanig gelden
Wat het aardsche leven aangaat, is er maar één gebed
in Jezus' naam „geef ons heden ons dagelijksch brood",
dus het gebed om voorziening in de noodzakelijke levens
behoeften. Ik zeg niet dat God niet meer geven wil dan
dat en evenmin, dat wij niet meer mogen vragen dan dat,
maar we kunnen niet op meer rekenen.
Veel overvloediger zijn de gebeden om geestelijke gaven,
waarvan gezegd kan worden, dat ze „in Jezus' naam"
worden opgezonden. Gij dan bidt aldus „Uw naam worde
geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, vergeef
ons onze schulden, leid ons niet in verzoeking, verlos ons
van den booze
Daarvan geldtdat zal ik doen.
Mijn Lezer, als gij u beklaagt over onverhoorde gebeden,
begin dan eens met niet langer te bidden wat gij-zèlf bidden
wilt, of meent ook te mogen bidden, maar schoei uw gebed
eens op de leest van het „Onze Vader''. Dat moogt ge
letterlijk zoo nabidden. Ge moogt het ook vrij gebruiken,
als model, waarnaar ge uw eigen gebeden inricht.
Maar hóe dan ook, als gij aldus bidt, gelijk de Heiland
u leerde bidden, dan bidt gij „in Zijnen naam" en Hij zegt
„dat zal ik doen
Het zou me niet verwonderen, als er onder mijn Lezers
waren, die zeggen dat hun ervaring niet klopt met de be
lofte van Jezus dat zal ik doen. Die verzekeren, dat ook
menig gebed „in Jezus' naam" is afgewezen.
Dan heeft Jezus dus gelogen- En wie eens liegt, moge
nog geen leugenaar zijn, „De Waarheid" mag hij zich zeker
toch niet langer noemen Als de belofte uit onzen tekst
niet uitkomt, hebben we ook geen recht om op 's Heeren
andere beloften staat te maken. En dan kan Hij ook de
Christus niet zijn.
Een liegende Zaligmaker, een bedriegende Heiland, kan
de Zaligmaker, kan de Heiland niet zijn.
Daarentegen, als gij tot den Nazarener zegt „Gij zijt de
Christus, de Zoon des levenden Godsdan hebt ge Hem
ook tegelijkertijd als „üe Waarheid" erkent. Maar dan
schiet er ook, indien Zijn Woord en uw woord met elkaar
in strijd zijn, niets anders voor u over dan dit dat ge on
voorwaardelijk Hem gelooft en dus u-zelf niet gelooft. Dat
ge uw „neen" door Zijn „ja" laat overwinnen, zoo laat
verslinden tot overwinning, dat er van uw „neen" niets
niemendal overblijft en alleen Zijn „ja" bestaat.
Ik weet niet of ge tot dit offer bereid zijt of ge duizend-