Dineetjes en soupeetjes op Zondagarme dienstboden Voor eiken dag. FEUILLETON. DRIE KERSTDAGEN UIT DE SPAANSCHE HERVORMING. basalt-brokken toch laten ze haar sporen daarin achter het wellende, kokende water holt op den duur de steen rotsen uit. En, al kaatsen de pijlen terug tegen het koperen schild dat ze opvangt het schild blijft niet ongedeerd. Gehavend en gedeukt komt het terug uit den strijd. Alzóó de Knecht des Heeren. Onze zonden stooten tegen Hem aan ze stormen op Hem los. Hij bezwijkt nietHij staat ze Hij overwint. Maartot welk een prijs Zie Zijnen toestand die striemen die wonden die smarten die krankheden De slangenkop is vertreden. Maar: den triumphator zijn de verzenen vermorzeld Jezus Christus is in de wereld gekomen om ons den vrede aan te brengen en ons, kranken, te genezen. En dat hééft Hij gedaan door onze krankheden op Zich te nemen en door onze smarten te torschen. In de Statenvertaling heet het„onze smarten heeft Hij gedragen." Maar zóó komt de kracht van 't hebreeuwsche werkwoord, hier gebezigd, niet tot haar recht. Er ligt de gedachte in aan een ontzaglijken laxt. Geen wonder een wereld van krankheid, de krankheid der gansche wereld, heeft Hij voor zijne rekening genomen. Hij heeft er zich onder geplaatst. Voorwaar! dat kostte Hem bloed en tranen. Vandaar die innerlijke ontroering die Hem telkens beving dat zuchten waarvan de Evangelisten zoo dikwijls melding maken dat weenen bij Lazarus' grafdat worstelen in Gethsemané's hof; die ouwelijke trek op Zijn gelaat, zoó dat men, vol gens Joh. 8 57, van Hem, den nauwelijks dertig jarigen zegt dat Hij nog geen vijftig jaar heeft. Vandaar ook die kruis-klacht„mijn God mijn God waarom hebt Gij mij verlaten De Heer heeft ons-aller ongerechtigheid op Hem doen aanloopen. En, meer dan ooit een van de sshuldigen, ervaart de onschuldige de diepte dier ongerechtigheid. Toch deinst Hij niet terug Hij houdt het uit, al gaan al Gods baren en golven over Hem heen. Hij houdt het uit tegen de miskenning Zijner vrienden en tegen den hoon Zijner vijanden. Hij houdt het uit tegen een doornenkroon, tegen een spotkleed, tegen een kruis Hij houdt het uit ten einde toe. En in dien donkeren weg heeft Hij overwonnen. Zóó overwonnen, dat er geen andere overwinning meer behoeft behaald te worden. In Christus hebben wij de overwinning. In Christus zijn wij overwinnaars. Meer dan overwinnaars, door Hem die ons heeft liefgehad Nu mogen wij, die Zijne verschijning hebben liefgehad, danken „wij zijn verlost Nü mogen wij, die in Hem gelooven, jubelen „dood waar is uw prikkel, graf waar is uw triomph Nu mogen wij roemen: „Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben Vrede bij God door onzen Heer Jezus Christus Halleluja P. M. Verzameld door C. B. Zeven 'Arabische spreuken over zachtheid. Een zachtmoedig mensch is een mensch van groote schoonheid. Zachtheid is een van de edelste trekken in 't karakter van een' mensch. Een van de zekerste bewijzen van zachtheid is vriendelijk heid jegens dwazen. De heftige woede van een' dwazen mensch wordt be teugeld door zachtheid, zooals een fel vuur wordt gebluscht door water. Zachtheid is soms een zich vernederen en hij, die altijd verdraagzaam en geduldig is, zal soms door dwazen vertrapt worden. Naast gelooven in God is de voornaamste plicht van den mensch zijne medemenschen te behandelen met zachtheid en vriendelijkheid. Wees zacht jegens hem, die onvriendelijk jegens u mocht zijn; geef hem, die u niet mocht willen geven en verdraag hem, die u kwaad mocht doen. HET DERDE KERSTFEEST. 9, Hooren wij daar niet de stem van Juliauillo Houdt goeden moed, makkers! nu is het oogeublik voor ons gekomen, om als wakkere krijgsknechten van Christus te strijden; laat ons voor de menschen de getrouwe getuigenis afleggen, en den Heer belijden binnen weinige uren zal Hij ons belijden voor de heiiige en gelen, en zullen wij met Hein het lied dei- overwinning aanheffen."Meer kan hij niet spreken, want de tong wordt hem niet een ijzeren klem vastgeschroefd, doch zijn oog is naar boven heengerichc. Daar beklimt een priester den predikstoel en houdt eene toespraak om te betoogen dat de ketters moeten worden uitgeroeiddaarna worden de vonnissen voor gelezen en de ter doodveroordeelden door den inkwisiteur aan den wereldlijken rechter over gegeven, met bizondere aanbeveling om ze met de uiterste lankmoedigheid te behandelen bit tere en laaghartige spot, daar immers de be doeling is, dat zij terstond levend zullen worden verbrand De ongelukkige martelaars worden op ezels geplaatst, en naar de queniadero of brandplaats vervoerd, waar de brandstapels gereed zijn. Wij volgen hen ook daarheen, daar wij van hunne laatste oogenblikken ge tuigen willen zijn. Diep aandoenlijk tafreel, waar Maria Gomez hare beide dochters, hare zuster en jonge nicht moed inspreekt, en voor den vreeselijken dood, die haar wacht, voorbereidt. Waar wij te zamen sterven in het geloof in den Heer Jezus Christus, onzen dierbaren Verlosser," zoo klinkt hare stem met moederlijke teederheid, „zullen wij ook weldra te zamen Hem zien in Zijne heer lijkheid, Hem, die voor ons gestorven is." En voor de laatste maal in dit leven ver- eenigd, houden zij elkander teederlijk omvat, in de zekere en blijde verwachting spoedig voor eeuwig te zamen te zijn. Daar wordt Juliauillo naar den brandstapel geleid. Hij knielt neder, kust den folterpaal waaraan hij zal worden geketend, en schikt zelf het hout om zich heen. Men neemt hem de tong-schroef af, en bezweert hem nogmaals vurig te herroepen, en zijn valsch geloof te verzaken. Hij echter weigert beslist, en roept den monniken toe dat zij huichelaars zijn, die in den grond evenzoo denken als hij, maar uit vrees voor den dood voor hunne gevoelens niet durven uit te komen. Waar men nogmaals bij hem aandringt, klinkt het vast en ernstig uit zijn mond rIk kan en wil niet herroepen „Wat schreeuwt een monnik, „zal Spanje, de koningin der volken, in beroering worden ge bracht door een ellendigen dwerg, als gij zijt!" Een wenk wordt gegeven; de beul ontsteekt den brandstapel, en weldra omringen de vlam men den vromen martelaar. Kort duurt zijn doodstrijd. Een hellebaardier, met medelijden vervuld,doorsteek tm et eenespeer zijn trouwhart. Daar rijzen ook de vlammen der overige brandstapels omhoog. Eenige oogenblikken van dnldelooze pijn, en alles is voorbij. Eer de avond is gedaald, is de asch der getuigen van Christus verstrooid. Drie dagen later luiden weder de kerkklok ken. Maar Juliauillo hoort hare tonen niet meer. Het derde Kerstfeest, hij viert het voor den troon van het Lam. v. L. EINDE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 2