Abonneert U op „De Zondagsbode"
Zending.
Was een jonge man eenmaal zoover gevórderd dal hij
een meisje wensclite te vragen, dan was de meest ge
bruikelijke manier om tot dit doel te geraken deze, dat hij
week aan week, bij den uitgang der kerk, op dezelfde plaats
ging staan en zijn uitverkorene beleefd groette. Na nog
verschillende formaliteiten vervuld te hebben, kon hij
eindelijk den grooten stap doen.
Na de pauze deelde spreker in de eerste plaats iets mede
omtrent de gebruiken bij het huwelijk. In de 17de eeuw
geschiedden de afkondigingen van het voorgenomen huwelijk
niet door de burgerlijke, maar door de kerkelijke overheid
en wel op drie achtereenvolgende Zondagen door den
dienstdoenden predikant, in de openbare godsdienstoefening.
Bij dit „van den preekstoel vallen" mocht de bruid zelf
niet tegenwoordig zijn.
Het onaangenaamste deel der bruiloften, vormden de z.g.
bruiloftsverzen. Dit vonden onze voorouders ook, maar toch
was een bruiloft zonder deze verzen onbestaanbaar. Enkele
onzer groote dichters hebben dergelijke verzen gemaakt,
maar meestal bestonden zij uit rijmelarij van de minste soort.
Ook bij de begrafenissen werd veel gegeten en gedronken.
De Germanen meenden, dat de afgestorvenen aan de over
zijde van het graf hun leven met de voorvaderen voortzetten.
Zij gebruikten dan ook het begrafenismaal op het graf, en
lieten resten over voor de geesten.
Karei de Groote liet de lijken op gewijde plaatsen
begraven, terwijl ook in dien tijd de doodkisten in gebruik
kwamen.
Wanneer er een gildebroeder gestorven was, moesten alle
leden van het gilde dit weten. Zoolang de plaatsen klein
bleven, ging het doodsbericht van één der leden wel van
mond tot mond. Doch bij het grooter worden der steden
ging dit niet meer zoo eenvoudig. Het gevolg was, dat men
overging tot de aanstelling van z.g. „aansprekers"die
heden ten dage nog bestaan, zij het ook dat hun werkkring
een kleine wijziging heeft ondergaan.
Na beëindiging der verhandeling dankte de voorzitter den
spreker voor zijne interessante rede.
Dat zij in den smaak viel, bewees wel de groote aandacht
der toehoorders. Jammer dat niet meerderen tegenwoordig
waren. v- W.
Maandverslag van de Wijkzuster.
In de maand Februari werden 11 patiënten verpleegd.
Acht behoorden tot de Ned. Herv. één tot de Luthersche
en één tot de R. C. Kerk. Te zamen ontvingen zij 352
maal hulp. Een patientje werd 24 keer aan mijn huis
geholpen en aan 2 patiënten werd onverwachts hulp verleend.
I M M A N U L.
Zondagavond 1.1. hield de Chr. Zangver. „Immanuëi"
hare jaarlijksche uitvoering in de Ned. Herv. Kerk, ditmaal
met een liefdadig doel. Er was goede opkomst en 't is
te hopen, dat er voor de kerk een flink bedrag is over
gebleven. Tot aller leedwezen was de Eere-Voorzitter, Ds.
Posthumus Meyjes door ongesteldheid verhinderd te komen,
wat de avond anders deed zijn dan vorige jaren, toen inde pauze
ook door den Ds. een woordje werd gesproken. De ouderling
J. M. van Brummelen opende, de Gemeente uitnoodigend
Ps. 150 vs. 1 te zingen. En daarna zong successievelijk
het koor en mejuffrouw Reynvaan uit Aerdenhout. Het
zangkoor verdient een woord van lof. Er werd goed
gezongen en de moeilijke stukken zaten er vast in en
werden, ook wat de nuances betreft, mooi uitgevoerd. Ik
voor mij, kan niet nalaten een kleine opmerking te maken
en wel deze: was de keuze der liederen wel zoo gelukkig
als andere jaren? Er was geen zacht melodieus stuk bij,
het leek mij of er dezen avond vooral op de kracht van
het Koor werd gerekend en de teedere gevoelsuitingen
ontbraken. Maar een kranig directeur is de Heer Kerkhoven
Wat doet dat goed dien lust en ijver te zien! Hij heeft
inzonderheid alle eer van het lied „De rots in zee" dat
door hem bewerkt was. Zeker komt hem een woord van
hartelijken en bewonderenden dank toe voor al het werk
en den tijd en de krachten, die hij ook nu weder gaf aan
„Immanuëi". Dat het Koor zoo goed zong, is zeker vooral
te danken aan den directeur! Mejuffrouw Reynvaan
heeft ons allen een groot genot dóen smaken met haar
jonge, toch zoo schoone stem. Haar zij oprechte, innige
dank voor haar werkzaam aandeel aan het welslagen van
dezen avond en wij hopen haar nog menigmaal hier te
mogen hooien. Door het lied van Beethoven „Die Ehre
Gottes" ontroerde zij alle toehoorders en kwam de kracht
van haar buigzame stem mooi uit! Mevrouw Posthumus
Meyjes kweet zich uitnemend van hare taak als begeleidster
der solo-liederen, en Mejuffrouw Schouten zij ook een
woord van dank toegebracht voor de piano-begeleiding van
enkele koor-stukken. In 't kort: het was een genotvolle
avond! en ouderling van Brummelen sprak inderdaad
namens alle aanwezigen toen hij zangers en zangeressen,
alsmede den „ijverigen directeur' hartelijk dankte. Dat de
Ver. „Immanuëi" zich nog vele malen en steeds crescendo
in onze gemeente late hooren E.
(Slot)
in Canete ontmoette colporteur Ortega een zeer, gods
dienstige oude dame, die hem toevoegde: „Deze boeken
die gij verkoopt, zijn geen echte vertalingen van de Heilige
Schriften." „Welnu, breng dan eens een echte vertaling,"
antwoordde de colporteur, „dan kunnen wij zien waarin zij
verschillen." Dat deed zij en wat kwam voor den dag Een
bijbel van het Britsch Bijbelgenootschap!
„Hoe lang hebt gij dit boek gehad vroeg de colporteur.
„Twintig jaar."
„En leest gij er veel in?"
„Eiken dagen als ik soms een dag geen gelegenheid
heb, lees ik den volgenden dag een langer stuk."
„Welnu, mevrouw, vergelijk dan eens mijn boek met
het uwe."
Dit deed zij en met verwondering zeide zij„Behoort
mijn boek dan tot dezulke,dieprotestantsch genoemd worden?"
„Ja, mevrouw, zooals u ziet."
„Welnu, dit boek geloof ik van ganscher harte, en in
dien het protestantsch is, dan ben ik het ook."
Hier en daar ondervonden de colporteurs tot hun vreugde
dat de pastoors niet vijandig gezind waren, maar integen
deel hen voorthielpen, al komt zoo iets natuurlijk hoogst
zelden voor. Zoo gebeurde het te Trucios, in Navarra, dat
een vrouw aan wie een colporteur een bijbel te koop aan
bood, een voorbijgaand priester om raad vroeg. Deze nam
het boek en bladerde er in, waarna hij haar verzekerde dat
het een goed boek was en dat zij het gerust mocht koo-
pen. Ja, hij kocht zelf ook een Testament.
Op de badplaats Archena, waar de overheid den colpor
teur met gevangenis dreigde, trad de pastoor te zijnen
gunste tusschenbeide, zoodat hij verder ongemoeid zijn
werk kon verrichten.
De pastoor van Prades, in de provincie Tarragona, toen
hij hoorde dat een colporteur in het plaatsje gekomen was,
riep uit: „God geve dat hij vele boeken aan mijn parochi
anen moge verkoopen," terwijl in Toledo een priester
denzelfden wensch uitte, met de bijvoeging: „zelfs al zijn
zij protestant."
Eindelijk kan nog als een hoogst merkwaardig feit ver
meld worden, dat een der colporteurs drie bijbels in een
klooster verkocht in de provincie Cuenca.
Naast het vele duistere en ontmoedigende, is er toch
ook veel dat moed geeft om met den evangelisatie arbeid
in Spanje voort te gaan.
Zaaiers, zaait voortGod zal den wasdom geven. God
geeft dien reeds.
v. L.
Prijs per Jaargang f 1.50.