De KerK zorg* voor Zoadags-neiligiaj; de Staat voor Zondags-rust, Mededeelingen. Uit de Gemeente. FEUILLETON. hun zaligheid mee. De zaligheid van de onbedriegelijke gewisheid, dat ze zalig zijn. En daarom hoe meer wij een mensch liefhebben, des te ernstiger moeten wij het er op toeleggen, dat wij met dien mensch één worden in God. Onze wederkeerige liefde zal dan alleen nimmermeer vergaan, wanneer zij leeft en zich beweegt en is in de liefde Gods. En dan zal die liefde een volledig, kostelijk bezit voor ons blijven, ook wanneer de geliefde zelf van ons is heengegaan. Zoo iemand verliezen wij niet door den dood. Wat wij in God bezitten, bezitten wij eeuwig. Buiten Hem daarentegen wordt ons terugzien slechts een pijnlijk terugdenken aan wat wij ver loren, en ons vooruitzien slechts een verwachten, vaag en wezenloos, als een nevel die zweeft in de lucht en straks in de lucht verdwijnt. Aan den rand der graven hebben wij niet allereerst behoefte aan hoop. Wij hebben vóór alle dingen geloof noodigook om te kunnen hopen. (V rij naar het Duitse h.) Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. De rubrieken „Vragenbus" en „Ingezonden" kunnen een paar weken niet geplaatst worden. Den 3den April heeft, 's morgens 11 uur, door Ds. Gerth van Wijk de Huwelijks-inzegening plaats van Willem Hijlkes en Aaltje Koper. Het te behandelen onderwerp op de Zondagsschool a s. Zondag is: Johannes 20 vs. 129. De e.v. Doopsbediening is gesteld op Zondag 4 Mei. Aanvragen om kerkelijke huwelijks-inzegening moeten, gedurende mijne afwezigheid gericht worden tot een der Ouderlingen. Attestatie aangevraagd naar Rijswijk (Z.-H.) door Karei Hendrik Johan Flint. N.B.Nog enkele nummers, en de 1ste jaargang van de Zondagsbode is compleet. Hiermede wordt den abonné's bericht dat zij, tenzij zij der Administratie van 't tegendeel doen blijken, geacht wor den zich ook op den 2den jaargang van dit blad geabonneerd te hebben. Aan de Abonné's. De Uitgever van de Zondagsbode stelt soliede banden verkrijgbaar om daarin den lsten jaargang in te binden, wat eveneens, zoo billijk mogelijk, bij den heer Saaf kan geschieden. Aan den lsten jaar gang ontbrekende nummers kunnen, voor zoover aanwezig, tegen 5 ct. per no. worden afgehaald bij de Administratie. Zondag 6 April zal de dienst worden waargenomen door Ds. A. W. Haksteen, Emeritus-Predikant te Haarlem. Evangelisatie-arbeid. Zaterdag 29 Maart, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis" Volkssamenkomst. Spreker de Heer D P. Garms, van Beverwijk. Maandag 31 Maart, s avonds 8 uur, in „Ons Huis", Vrouwenkrans. Woensdag 2 April, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis,, (wijk- kamer), Bidstond. De Heer Frans Hasselaar, die 11. Goeden Vrijdag door zijn ontroerend-schoon orgelspel zooveel tot de wijding van dien morgen heeft bijgedragen, zal ook heden Zondag 30 Maart, den dienst vervullen. De extra-collecte voor de Kerk, 1.1. Zondag gehouden, heeft opgebracht f 18.64. Uit de oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort. Gerritje Gerrits voor de derde maal Kerkelijcke vergaderinge gehouden op den 4 April. De vergaderinge heeft goed gevond, dat meester Hendrick Valcken eens soude gaen tot Gerritje Gerrits en uit den naem van de vergaderinge liaer vriendelijck versoecken, of sij op alle vrientschap eens geliefde bij de vergaderinge te comen, waer op sij tot antwoort gaf: neen, ick sal daer nietcomen, en seijde onder anderen: indien Dirk Jaspersz can bewijsen dat ick sulck een vrouw ben, gelijck hij heeft gesegt dat ick ben, so mogen sij mijn wel van de tafel bannen, want het gaet ons in de kleederen niet sitten wij wilden liever te kereke gaen en wij sijn sulck een leven niet gewent, ick wil daer niet comen, sij mochten bij mij comen; ick ben daer so gehavent, dat ick daer niet meer meene te comen; segt dat vrij en al 't gene dat ik gesegt hebbe, sij beschuldigde oock Lubbert Remme dat hij haar swager voor een Rebellige had uitgescholden: en dat sij mijn swagers bed vercocht hadden meenend daermede den Schout en Schepenen, en meer andere dingen, die te veel sijn om te schrijven. „EL PASO" 4. Kort daarop werd een groot Madonnabeeld, dat in het dorp bijzonder wordt vereerd, door acht mannen op het tooneel gedragen, waar schijnlijk met het doei om het ook van het schouwspel te doen genieten. Ik zag dat een man zich onder den afhangenden mantel van de Maagd plaatste en op een veer drukte, en daarna ging de hand van het beeld op en neer en gaf den zegen op de wijze waarop dit door de Bisschoppen wordt gedaan. Volgens het stellig beweren van zijne vereerders, zou dit beeld tranen hebben gestort over de thans heer- schende goddeloosheid. Zoo ooit, dan ware dit thans te pas gekomen, want hoewel het beeld steeds bleef zegenen, sloeg niemand er acht op, niemand knielde of nam zelfs zijn hoed af. met uitzondering alleen van de twee pastoors, die het begeleidden; men ging voort als te voren met lachen, praten en schertsen. Niets geleek dan ook meer op eene maskerade. Toen kwamen vijftien a twintig mannen met lansen gewapend, die de Spaansche vlag om hoog hielden. Dezen droegen onderscheidene soorten van oude versleten uniformen van het Spaansche leger; hun aanvoerder droeg een ouden generaalshoed. „Dit", zeide mij wederom mijn buurman, „zijn de Romeinsche soldaten en hun generaal is de hoofdman over honderd". Deze liepen het tooneel rond onder trommelslag en plaatsten zich voor de Madonna. Eindelijk verscheen ook de Heer met zijn twaalf Apostelen, en na dezen Maria Magdalena, de Samaritaansche vrouw, Annas Kajafas, Abra ham Izak, enz Hij. die den Heer heette voor te stellen, droeg een ouden verflensten lijfrok van paarsch flu weel, waarmee men gewoon is Zijn beeld in de Spaansche kerken te bekleeden; de discipelen droegen lichtkleurige rokken van meer gewone stof. Het aanzien van al die figuren was in hooge mate weerzinwekkend en maakte een pijnlijken indruk. Allen droegen donkere maskers van karton; dat van den Heer had bovendien kleine oogjes, die meer geleken op die van een beest dan op die van een mensch. Volgens de pastoors zijn niet slechts Christus maar ook Zijne Apos telen zoo hoog verheven boven de gewone menschen dat niemand hun gelaat mag zien; daarom was Judas de eenige, die geen masker droeg, en derhalve het minst terugstootend van allen. Opdat hij er echter zoo afgrijselijk mogelijk zou uitzien had men hem een rossen baard gegeven als zinnebeeld van de afgunst, terwijl die van de andere discipelen zwart was. Ook was men op de zonderlinge gedachte gekomen, om de maskers der elf apostelen te laten uit- loopen in een nimbus, gelijk aan die, waarmede oude schilders de hoofden hunner heiligen ver sieren en in die stralenkroon stond de naam geschreven van den drager. Dit dient wellicht om het volk de namen der Apostelen teleeren kennen, want men moet in het oog houden, dat het eigenlijke doel van soortgelijke voor stellingen bestaat in het opwekken van het godsdienstige gevoel bij het volk en het bekend te maken met de heilige geschiedenis. Wordt vervolgd v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 2