2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 6 April 1913
Uit de Gemeente.
Mededeelingen.
CROWN'S S*AF's
thans voor hem nutteloos geworden krukken had hij terzijde
geworpen, en wie niet beter wist, zou gedacht hebben, dat
die man eensklaps door waanzin was overvallen.
„Hoe heeft er zoo iets kunnen gebeuren?" riep Markus
vol verbazing uit. Maar eensklaps sloeg hij zich voor het
voorhoofd
„Thaddeusdat zijn Zijne sandalen! Toen men Hem
kruisigde, hebben de soldaten Zijne kleederen onder elkaar
verdeeld maar Zijne arme sandalen hebben zij weggeworpen,
daar die niet de minste waarde hadden En nu hebt
gij ze gevonden! Aanbid Hem, mijn broederwant Hij
kan onmogelijk voor altijd gestorven zijn, die Profeet, die
door Zijne alvermogende kracht een dergelijk wonder aan
u verricht heeft!"
Zij keerden op hunne schreden terug en knielden nog
maals neder op de plek, waar het bloed den grond rood
had gekleurd. Met welk eene dankbaarheid hief de genezen
kreupele zijn hart tot God opHoe vurig riep hij Hem aan,
dien Heiland en Zaligmaker, die, al was zijn lichaam hier
niet aanwezig, nog zóóveel macht had Daarna stonden zij
op en begaven zij zich naar de opperzaal, waar de discipelen
vergaderd waren. Nauwelijks waren zij binnengetreden, of
zij hoorden uitroepen van blijdschap: „Hij is opgestaan!"
zeiden Cephas, en Johannes, en Maria Magdalena. En eens
klaps verscheen H ij z e 1 f in hun midden en zeide Hij tot
hen: „Vrede zij ulieden!"
En daarna gingen Zijne oogen over de vergaderde aan
wezigen heen en schenen zij te blijven rusten op Thaddeus,
die, in knielende houding, buiten zichzelven van blijdschap
en vrees, bijna geen adem durfde halen.
„Gelijkerwijs mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook
ulieden Gaat dan henen," zeide Hij, „door de geheele
wereld, en predikt het Evangelie aan alle creaturen!"
„Ik zal gaan, Meester!" was het fluisterend gestamelde
antwoord van den gelukkigen bezitter van 's Heilands
sandalen.
(Naar het Fransch van R. Saillens.)
Uit de oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort.
Gerritje Gerrits „und Kein Ende".
den 22 December
1677.
Kerckelijcke vergaderinge, gehouden om te delibereren
van wegen de clachte van wegen Gerritje Gerrits, over het
schelden van Dirck Jaspersz, waer over sij claegt haer van
hem op het strant aengedaen, waer over sij versoeckt
satisfactie van hem aen den Kerken-Raedt te doen, en wordt
gevraegt of men die saeck sal ondersoecken voor het houden
van het H. Avondmael, ofte daer nae; en is geresolveert
om geen meerdere verwijderinge te veroorsaken, dat het
gevoegclijckst sal connen geschieden nae de Hooghtijt.
den 6 Febr.
1678.
Kerckelijcke vergaderinge, gehouden om te hooren wat
Gerritje Gerrits heeft in te brengen tegen Dirck Jaspersz,
dewelcke seijt dat sij wil waer gemaekt hebben, het gene
hij haer so elders als op het strandt verweten heeft, waerop
haer geantwoort is, dat men haer partije oock sal hooren
spreken
Sij Gerritje Gerrits voornoemt is oock aengesproken,
waerom sij dese saeck niet alleen ons maer oock an de
Predikanten tot Haerlem bekent maekt, sij antwoort:'t hert
moet een clager hebben, waer op geseijt wiert: wij conden
U clachte toen also wel hooren als nu sij seijde wederom
gijlieden antwoort mij altijt dat men het gepasseerde ver
geten moet, en dat het beste ware de sake bij te leggen in
vrientschap, maer ick wil dat niet doen, gij suit mijn recht
doenhaer is gevraegt of sij het wilde aen de Kerkenraedt
laten staen, om een middel tot vrede te beramen, sij seide
Neen ick, dat wil ick niet doen, waerop geantwoort wiert,
is het dan wèl dat gij andere Predikanten moeijelijck valt,
en baloorigh rnaeckt, dat behoort gij niet te doen waer
over sij haer ontstelt toonend opstaet en verstoort sijnd
segt: gij suit mijn waer maken dat ick de Predikanten
baloorigh maeck
Dirck Jaspersz voornt. is dit bekent gemaekt en heeft
geantwoort dat hij genegen is tot vrede, en wil altijt com
pareren voor de Kerkenraed, wanneer sij mede genegen is
tot vrede, en wil oock geern bekennen dat hij een haestigh
woord heeft gesproken, seggend dat sij hem daer toe getergt
heeft, gelijck sij mede haestige woorden tegen mij gesproken
heeft, sij oock also behoore leetweesen daer van te be-
toonen. Dit is Gerritje Gerrits in de vergaderinge des
Kerken-raeds voorgehouden om tot vereeniginge haer te
bewegen, doch alles te vergeefs
De Kerken-raed heeft om redenen, haer moverend, eijn-
delijk geresolveert, het bequaemste middel te sijn om de
gemoederen te bevredigen dat het gepasseerde niet moet
opgehaelt worden, oordeelend te strecke tot het meeste
gemack en ruste in de Gemeijnte.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
De e.v. Doopsbediening is gesteld op Zondag 4 Mei.
Aanvragen om kerkelijke huwelijks-inzegening moeten,
gedurende mijne afwezigheid, gericht worden tot een der
Ouderlingen.
Het te behandelen onderwerp op de Zondagsschool a.s.
Zondag is: Lucas 24 vs. 1345.
N.B.Nu de 1ste jaargang weldra compleet is, wordt
den abonné's bericht dat hun abonnement,tenzij zij der
Administratie van 't tegendeel doen blijken, stilzwijgend
als verlengd wordt beschouwd.
Inbinden! Wie den lsten Jaargang van de Zondagsbode
wil laten inbinden, vervoege zich bij den Heer Saaf, die
zich daarmede belast en bij wien soliede en tevens goed-
koope banden te krijgen zijn.
De rubrieken „Vragenbus" en „Ingezonden" kunnen nog
niet geplaatst worden.
A.s. Zondag 13 April zal de dienst worden waargenomen
door den Heer M. L. Foeken, Hulpprediker te Haarlem.
Evangelisatie-arbeid. Zaterdag 5 April, 's avonds 8 uur,
in „Ons Huis" Volkssamenkomst. Spreker de Heer H. J.
Bosch, van Haarlem.
Maandag 7 April, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis",
Vrouwenkrans.
Woensdag 9 April, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis,, (wijk-
kamer), Bidstond.
Attestatie aangevraagd naar Rijswijk (Z.-H.) door Karei
Hendrik Johan Flint.
VULPENHOUDERS f2.50-f!5.- BOEKHANDEL.