2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 4 Mei 1913 Uit de Gemeente. die gepaard ging met bevestiging in het geloof, worteling in de liefde en met sterking in de kracht Gods verbonden was. Zoo schrijft hij aan de Efeziërs (1 16 enz.) „dat hij niet ophoudt voor hen te bidden, opdat de God van onzen Heere Jezus Christus hun geve de Geest der wijs heid en der openbaring in zijne kennis, namelijk verlichte oogen huns verstands, opdat zij mogen weten welke de hoop zij van hunne roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijne erfenis in de heiligen" en (3 16 enz.) „dat God hun geve naar den rijkdom Zijner heerlijk heid, met kracht versterkt te worden door Zijnen Geest in den inwendigen mensch, opdat Christus door het geloof in hunne harten wone, en zij in de liefde geworteld en ge grond zijn, opdat zij ten volle begrijpen met alle heiligen, welke de breedte en lengte en diepte en hoogte zij, en beken nen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat zij vervuld worden tot al de volheid Gods". En in dienzelfden Geest bidt hij voor de Filippensen (1 9 enz.) en voor de Colossensen (1 9, 15). Het tweede onderwerp zijner voorbede is een wandel waardig het Evangelie, waardoor de kracht van het Christelijk geloof openbaar wordt, het Woord Gods en God zelf geprezen, en zoo een kracht volle Zending bewerkt wordt. Daarom bid ik" heet het tot de Filippensen (1 10 enz.) „dat gij oprecht zijt en zonder aanstoot te geven tot op den dag van Christus, vervuld met vruchten der gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God" tot de Colossensen (1 10), „dat gij moogt wandelen waardiglijk den Heer, tot alle behagelijkheid en alle goede werken, vrucht dragende en wassende in de kennis van God". Desgelijks aan de Thessalonicensen (1 11; 3 1). Na tuurlijk is de voorbede des Apostels voor de afzonderlijke christenen en voor de christelijke gemeenten nog veel meer omvattend geweest dan in de aangehaalde plaatsen is vervat. Al de vermaningen, die in zijne brieven voorkomen, b.v. tot eensgezindheid, broederlijke liefde, éénheid, zoomede de bijzondere nooden, ergernissen, vragen, die het leven der enkele gemeenten, b.v. dat van de Corinthische, be wogen, heeft hij zeker ook tot onderwerp zijner voorbede gemaakt. Hoe meer men bekend is met de bijzondere toe standen en gebeurtenissen in de gemeente der christenen uit de heidenen, en hoe meer priesterlijke zorg men voor hen draagt, hoe meer men wordt aangespoord om voor hen te bidden, en hoe rijker aan inhoud de voorbede wordt. Wordt vervolgd Uit de oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort. ARTIKELEN OF WETTEN VOOR DE KERKMEESTERS. Op den 11 Jan. 1815 hebben de Kerkmeesters goedge keurd zekere Artikelen, ten hunnen opzigte gemaakt door den Kerkeraad, en is ene nota derzelver, met wederzijdsche ondertekeningen, hun overhandigd. De Artikelen waren a. Elke plaats in de stoelen, welke bij vervolg open mogt vallen, zal niet meer bij loting, maar aan een der oudste lidmaten worden weggegeven. b. Zoo er meer lidmaten mogten zijn, die gelijktijdig mogten zijn aangenomen of gekomen ter woning, zullen zij "onder elkander loten, wie als de oudsten beschouwt moeten worden. c. Eene Moeder komende te sterven, staat het vrij de stoel der Moeder aan hare dochter te geven, mits deze den ouderdom van zestien jaren bereikt hebbe. d. Aan degenen, die geen lidmaten zijn, zullen, nadat alle de lidmaten eerst plaatsen zullen verkregen hebben, plaatsen worden gegeven naar den ouderdom der jaren, van de oudsten afgerekend; doch zoo er,'t zij door woning, t' zij door de aflegging der belijdenis, ledematen weder mogten komen, gaan deze intusschen weder voor, met in achtneming van Art. 1. e. Aan Leden of gene Leden der gemeente, die bekend staan als zeer zelden te Kerk te komen, en aan wien bij vervolg nogthans, naar bovenstaande Artikelen ene stoel mogt te beurt vallen zal het de Kerkmeesters vrijstaan de stoel te geven onder deze voorwaarde dat zij, zoo traag blijvende, na 't verloop van een half jaar hunnen stoel zullen verbeurd hebben. BUITENGEWONE GIFTEN VOOR DE ARMEN. Uithoofde van de buitengewone duurte en schaarsheid geslaagd zijnde hier en daar penningen.op te zamelen, zoo dat wij tot 22 Dec. 1816 in cassa hebben f230, hebben Diakenen en gemene Armmeesters met ons, na rijp beraad en overleg, ene algemene schikking gemaakt om gort, brood en turf aan elk behoeftig, of door de in dit jaar zeer schrale vischvangst behoeftig geworden huisgezin, te voorzien en hebben daartoe ene berekening gemaakt over bijna 60 huis gezinnen die zich aangegeven hadden zullende de bedeling op den 23 Dec. een aanvang nemen. De menschlievende gevers zijn Mevr. Engelberts geb. v. d. Roest f80, de Hr Vrijtag op Bentfeld f9, Mevr. v. Zandvoort f50. Mevr. Koenen geb. Pauw f49,10. Mevr. Crommelin geb. v. Lennep f25. De Heer Soetens f3. Mevr. van de Pol f 14, zamen f230.10 en hebben wij de menschlievenden openlijk in de Couranten hier voor bedankt en Gode zij dank onze pogingen bij hun zijn dus voor onze behoeftigen niet ongezegend gebleven. Nog is hier naderhand bij gekomen van den Heer van Zandvoort f 52. De volgende annonce in de Haarlem. Courant van 11 Febr. geplaatst zijnde, zoowel ter dankzegging aan de ge zonden gift door den Heer van Zandvoort als om het on toereikende der nog bestaande gift: „Openbare hulde doen wij gaarne aan den, ons bekenden, weldoener wiens naam wij, uit kieschheid, op zijn verzoek verzwijgen, voor zijne ons onlangs toegezonden gift. Daar 61 huisgezinnen op onze wekelijksche uitdeling rekenen, is ons elke gift ene echte en ware ondersteuningdaar, zoo niet onze weldadigen, dank zij nog hun weldenkend gevoel, ons iets hadden uitgereikt, wij bijna niets zouden hebben kunnen voorzien in de wezentlijke grote behoeften onzer verarmden waarom wij ons, op het nederigst, doch allerdringendst blijven aanbevelen om de gevoeligheid en het mededogen van weidenkenden. Uit naam v. Armmeesters, A. G. v. ALDERWERELT. Predt. Zoo is dezelve poging bekroond geworden met den besten uitslag, als namentlijk 2 Russ. Coupons ieder a 50, met een brief uit BI1, door een mij bekenden door een brief uit 's Hage van den Heer Ls s., mij bekend, met een assignatie op Amst. groot f50 en uit Haarlem van verscheidene menschenvrienden, door bezorging van v. d. Z. f 155.40. Dank zij God voor die onverwagte ondersteuning en de bekroning onzer pogingen. OVER 't KERKELIJK TROUWEN. is onderling besloten om meer te voldoen aan de Syno dale aanschrijving en 't plegtige te bevorderen, dat't gebed knielend worde bijgewoond door de kerkelijk trouwenden en tevens de ontstigtende gewoonte van onder kerktijd te komen, afgeschaft door vóór kerktijd bij 't aangaan dei- kerk te doen komen. VOOR DE DERDE MAAL. Op ene onverwagte en geheel ongedachte wijze ene beroeping naar Schore en Vlakeden 15 Jan. 1817 ontvangen hebbende, heeft onze Leeraar A. G. van Alderwerelt den 26 Jan. zich weder verbonden aan de gemeente met Paulus woorden 2 Corinth. 13 In „Dit is de derde maal".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 3