Beslist l8tB kwaliteit.
Eet het Brood van
G. KUIPER
Zending.
Noodhulp -Keukenmeid
POL 1TIEKE LEZING.
Prof. Mr. P. A. DIEPENHORST
Het Gebed voor de Zending.
Kerkstraat 14 Telefoon 102
Vraagt Prijs-courant.
Electro-Technisch Bureau
DE LUGT Co.
OPENBARE VERGADERING
Door Dr. Q. Warneck.
(Slot).
VIII.
5. Maar ook hiermede is de inhoud van het gebed
voor de Zending niet uitgeput, er is een voornaam gedeelte
van over: de dankzegging. Wanneer Paulus vermaant:
„iaat uwe begeerten in alles door bidden en smeeken met
dankzegging bekend worden bij God" (Filipp. 4:6), dan
heeft hij zelf dit in zijn gebed voor de Zending ook rijkelijk
gedaan. Al zijne gebeden beginnen met dankzegging. Hij
heeft veel te bidden, te vermanen, ook te bestraffen, maar
allereerst dankt hij een uitnemende, christelijke wijs
heid Het danken heft ons op, het maakt dat men door
den last, die ons drukt, niet onderdrukt wordt, en geeft
vleugelen aan het gebedhet danken voor het goede, dat
men bij anderen ziet, behoedt voor eenzijdige kritiek, en
beneemt aan de terechtwijzing den prikkelhet danken is
ook geloofsversterking en een sleutel tot nieuwe barm
hartigheid Gods. „Wie dank offert, die zal Mij eeren en
wie Zijn weg wel aanstelt, dien zal ik Gods heil doen
zien." (Ps. 50 23).
Waarvoor dankt Paulus Aan de Romeinen (1 8) schrijft
hij„allereerst dank ik mijnen God, dat uw geloof ver
kondigd wordt in de geheele wereld" aan de Efeziërs
„Naardien ik gehoord heb het geloof in den Heere Jezus,
dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen, houd ik
niet op voor u te danken" (1:15 enz.2 22 3 1, 14 enz.)
aan de Thessalonicensen „Wij danken God altijd over u
allen, uwer gedachtig zijnde in onze gebeden, zonder op
houden gedenkende het werk uws geloofs en den arbeid der
liefde en de verdraagzaamheid der hoop op onzen Heere
Jezus Christus", vooral „in al uwe vervolgingen en ver
drukkingen" (1:1:2; 3:9, 10 111 3 2:13); aanTimo-
theüs „Ik dank mijnen God, als ik in gedachtenis breng
het ongeveinsd geloof, dat in u is" (II1 3, 5)zoo ook
aan Philemon (4 enz.). Aan de Filippensen schrijft hij
„lk dank mijnen God over uwe gemeenschap aan het
Evangelie van den eersten dag af tot nu toe (1:5); en
aan de Corinthiërs (1:1:4 enz.): „lk dank mijnen God
altijd over u, van wege de genade Gods, die u gegeven
is in Jezus Christus, dat gij in alles rijk zijt geworden in
Hem, in alle rede en alle kennisook dankt hij God voor
hunne milddadigheidwaardoor niet alleen het gebrek der
heiligen vervuld is, maar ook hun opwekking tot veel
dankzegging gegeven wordt (118 16 9 1113). De voor
naamste stof der dankzegging van Paulus is dus dat God
den heidenen de deur des geloofs geopend heeft (Hand.
14:27), dat zij in het geloof bewaard en bevestigd zijn
geworden, dat hun geloof zich in daden geopenbaard heeft
in het belijden voor de wereld, in werken der liefde, in
het geduldig dragen van het lijden door vervolgingen, en
dat het hen rijk gemaakt heeft aan allerlei genadegaven.
Nu mogen weliswaar de tegenwoordige christenen uit
de heidenen in vele opzichten achterstaan bij die uit den
Apostolischen tijd, maar wij zouden toch niet in de voet
stappen van Paulus wandelen, wanneer wij wegens de
schaduwzijde, die zij hebben, vergeten zouden te danken
voor liet goede werk, dat God in hen begonnen heeft. Er
is waarlijk onder hen veel kinderlijk geloof, vertrouwelijk
gebed, oprechte liefde voor Gods Woord, geduldige over
gave onder lijden, standvastigheid onder vervolgingen,
offervaardigheid, en zoo ontbreekt het niet aan tastbare
bewijzen van de vernieuwende kracht des Evangelies, zoo
wel in het persoonlijke als in het gemeenschappelijke leven.
Wanneer wij een vergelijking maken tusschen hetgeen de
hedendaagsche Christenen uit de Heidenen geweest zijn, en
hetgeen zij geworden zijn, dan moeten wij ook met Paulus
betuigen„van den dag af dat wij het gehoord hebben,
houden wij niet op voor u te danken."
Ja, wij hebben nog voor meer te danken dan hij. Wan
neer wij het oog vestigen op de groote beweging, die de
opdracht van Jezus„Gaat heen" sedert de dagen der
Apostelen heeft doen ontstaanmei de krachten, die deze
heeft uitgeoefend op de volken der aardehoe God heden
de deuren der wereld geopend heeft en steeds meer opent,
zoodat zijn Woord loopt van den opgang der zon tot haren
onderganghoe Hij in alle christelijke natiën zendingsgeest
wekt, en groote scharen van Evangelisten gegeven heeft,
die in hontterde talen de groote werken Gods verkondigen,
hoe Hij uit de Heidenen in vier werelddeelen zich een
christenheid heeft verzameld, millioenen in getal, dan hebben
wij waarlijk grond en stof om te danken, zooals Paulus
nog niet had, toen hij na zijn terugkomst van zijn eerste
zendingsreis, aan de Antiochische gemeente, die hem uit
gezonden had, verkondigde „hoeveel God door hem gedaan
had." Daarom geen gebed voor de Zending, zonder dank
zegging; zoo is het recht en billijk; de dankzegging geeft
Gode de eer, zij sterkt ons geloof en wekt ons op tot
vernieuwd gebed.
De Zending heeft behoefte aan arbeiders, behoefte aan
gevers, maar allermeest behoefte aan bidders en wel aan
zulken, die aanhouden in het bidden, die bidden in het
geloof, en wier gebed „tot gedachtenis opkomt voor God".
God sterke ons in het geloof, en leere ons bidden in de
binnenkamer, in een kleine kring en in de gemeente, zooals
het betaamt tot Hem te bidden.
ADVERTENTIEN.
Terstond gevraagd eene flinke
Adres: BOULEVARD BARNAARD 13,
Villa Westcliff, Zandvoort.
Vleeschhouwerij en Varkensslachterij
HALTESTRAAT 33
Telef No 65
Wie thans door een der allerkundigste en meest beroemde sprekers wil
ingelicht worden over den komenden Stembusstrijd, wone de
bij, welke op Dinsdag 27 Mei a.s., des avonds te 8 ure, in „ONS HUIS" zal
gehouden worden en waarin hoopt op te treden
van AMSTERDAM.
Toegang vr(j. Gelegenheid voor ordelijk debat.
Gij allen, die belang stelt in het Staatkundig welzijn van ons Vadérland
komt zonder mankeeren op dien veelbelovenden avond ter vergadering!
HET COMITÉ.
H.J.CARELS