2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 22 Juni 1913 Uit de Gemeente. Mededeelingen. Wie heeft niet, bijvoorbeeld, een man gekend, die aan den sterken drank verslaafd was, in sommige oogenblikken tegen zijn hartstocht worstelde, allerlei soorten van mach- telooze voornemens vormde, en toch hoe langer hoe dieper wegzonk in de hel zijner zonde, totdat de dood hem ein delijk kwam prijsgeven aan eeuwigdurende wroegingen? En geen hulp mogelijkNiemand kan zijn naaste uit dien modderpoel rukken. De hartstochten zijn sterker dan alles Ik vergis mijeenmaal is er Eén op de wereld ver schenen, die al onze hartstochten overwonnen heeft, en die hen aan den eeuwigen dood kan ontrukken, welke dreigen om te komen. Het is voldoende. Hem aan te roepen, de hand naar Hem uit te strekken Onverbeterlijke dronkaard, losbandige die aan de ontucht verslaafd is, booswicht die door slecht gezelschap weer houden wordt, wie gij ook zijt, man of vrouw, roep |ezus Christus te hulp Zone Davids, ontferm u mijner! Al vulde het slijk ook reeds uwen mond, al waart gij ook reeds tot stilzwijgen gedoemd, al was er niets meer in leven aan u gebleven dan die hand, waarvan Victor Hugo spreekt in de laatsten der hierboven aangehaalde regels, als die hand den Heere Jezus Christus aanroept, zal Hij komen, zal Hij zékerlijk komen, zal Hij terstond komenBeproef hetBeproef het heden! (Naar het Fransch.) Winter. 't Is nu winter in Zandvoort; 't hartje van den winter. Niet in de natuur. Voorzoover we hier boomen hebben en voorzoover de storm 't blad niet zwart heeft gewaaid, is 't aan 't groen best te merken dat 't zomer is. Ook ziet de zee er in den winter heel anders uit dan nu. En 't duinzand is zoo lekker doorstoofd van zonnewarmte. En de duin-flora lacht den wandelaar achter het prikkeldraad zoo vriendelijk tegen. En de jubelende leeuwerik staat hoog in de blauwe lucht. Echt zomer is 't nu daarbuiten, volop zomer in Zandvoort. Tóch is 't winter hier; 't hartje van den winter. Ook niet in 't maatschappelijk leven. De Pensions en Hotels, die ruim een half jaar zijn gesloten, zien er, na van binnen en van buiten opgeknapt te zijn, nu heel wat vriendelijker uit dan in hun winter-tenue. Dan, zoo van October tot April, ziet het er in Zandvoort, vooral's avonds, lugubre uit. Geen verfichte _ratnen.; alles zwart. Overal dichtgespijkerde vensters. Nü zijn er al heel wat vreemde lingen, over 't heele dorp verspreid. De doodschheid heeft plaats gemaakt voor gezelligheid. Bedrijvigheid heerscht alom. 't Seizoen is begonnen voor onze badplaats. Nog 'n paar weken en de zoiner-drukte is hier in vollen gang. Tóch is 't winter in Zandvoort; 't hartje van den winter. Ik bedoelwat 't kerkelijk leven betreft. De catechisaties staan stil, want de Zandvoortsche jongens en meisjes hebben 't nu te druk om ook zelfs maar één uurtje in de week godsdienstonderwijs te ontvangen. De kibbelarijen zijn gestaakt. De partijen sloten stilzwijgend een wapenstilstand tot de bad-tijd voorbij is, want men heeft nu nauwelijks gelegenheid om te eten, laat staan om te vechten. En 't Kerkbezoek? De Zandvoorters hebben een andere lezing dan de gewone van 't 4de gebod. Zij weten niet beter of 't luidt zóó„zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen en op den 7den dag zult gij nog zevenmaal zoo hard werken". Zoo is 't in de winkels, in de hotels, in de pensions, op 't strand. Van kerkgaan kan er voor de meesten niets komen. Ze sjouwen en sjacheren, slaven en sloven, zweeten en zwoegen van 's morgens vroeg tot 's avonds Jheel laat. Het kerkelijke leven wordt 's zomers stop gezet. Ons kerkelijke jaar heeft evenals 't burgelijke 4 seizoenen. Maar in December hebben wij juist zomeren in Mei begint onze winter. Voorjaar is 't voor ons in October en de herfst vangt omstreeks Paschen aan. Nu is 't winter in Zandvoort; 't hartje van den winter, 't Kerkelijk leven ligt stil en slaapt onder een dik en dicht dek van badgasten. Eerst als dat is weggesmolten, beginnen zich Zondags de Zandvoortsche menschen weer in de Kerk te vertoonende sneeuwklokjes die de lente inluiden. Dan beginnen ook de vereenigingen en kransen weer; dan is 't de tijd der kerkelijke stemmingen en verkiezingen dan moet er telkens in den Zondagsbode vermeld worden dat er, wegens overvloed van copie, allerlei dingen niet konden geplaatst worden; dan is de rubriek „uit de Gemeente" over-vol. Nu is 't winter in Zandvoort; voor 't kerkelijk leven hartje-winter. Daarom besloot de Redactie de rubriek „Uit de Gemeente" haar winter-slaapje te laten ingaan. Want ook voor't lezen der „Uit de oude Doos" artikelen hebben de Zandvoorters nu geen tijd en voor hen zijn ze toch juist het belang rijkst. Ook de „Mededeelingen" zijn, nu 't wintert, schaarsch. En dus kunnen wij vooreerst 't 2e blad van den Zondags bode best missen. Het e.v. nummer verschijnt dus zónder bijblad. Als straks de lente in 't kerkelijk leven weer haar intrede doet, bot ook deze bode weer uit. Tot zóólang moeten de abonnés 't met 4 bladzijden doen Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 21 Juni,'s avonds 8 uur in „Ons Huis" Zangkoor voor kinderen van 12—16 jaar. Zondag 22 Juni, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis," Evan gelische samenkomst. Spreker: de Heer Schmidt. Woensdag 25 Juni, 's avonds 8 uur, in „Ons Huis" (wijk- kamer) Bidstond en Bijbellezing. Zondag 29 Juni is de gewone maandelijksche extra collecte voor de Kerk. Attestatie is aangevraagd naar Amsterdam door Guurtje Kemp. Donderdagavond, 26 Juni treedt 's avonds om 8'/2 uur in „Ons Huis" Ds. C. Veen uit Haarlem op voor de Jongelingsvereeniging in haar wekelijksche samenkomst met tijdelijk alhier vertoevende jonge mannen. Het onderwerp van den Spreker is„Daniël 1". Toen ik den 12den Juni sprak over „Drieërlei voor waarde aan het volgen van Jezus verbonden", was de op komst flink en we hadden samen een nuttigen èn gezelligen avond. Niks geen saaie boel. Heelemaal geen femelarij. Vroolijke conversatie. Heerlijke limonade. Lekkere sigaren. De stuurlui aan den wal hebben nü al ongelijk. En ze krijgen nog véél méér ongelijk. Of ze 't willen erkennen of niet. En dat zullen ze wel niet doen. Een priester ver telde eens dat hem in de biechtstoel alle mogelijke zonden werden beleden. Maar nog nooit had hem iemand zijn gehechtheid aan het „lieve geld" gebiecht. Die zonde werd altijd vergoelijkt door liet woordje „zuinigheid" of „spaarzaamheid." Lezers van den Zondagsbodede jongens hebben een beetje geld noodig om hun kameraden een prettig avondje te geven. Ze kunnen toch niet op een droogje zitten Leest bovenstaande mededeeling In de maanden Juli en Augustus is er geen gelegenheid tot Doopsbediening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 3