VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 14 ZONDAG 3 AUGUSTUS 1913 2de Jaargang. Sport. DE ZONDAGSBODE VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG Abonnementsprijs Per Jaargang1.50 3 Maanden 0.50 Afzonderlijke nummers005 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort- Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout. Adres voor de Administratie P. SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 zandvoort - telefoon no. 27 Advertentiën 1—5 regels0.55 Elke regel meer0.10 Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35 Elke regel meer006 Bij abonnement extra korting Zondag 3 Augustus 1913, Ned. Herv. Gemeente v.m. 10 uur: Ds. G. Posthumus Meyjes. v.m. I I '/z Uhr Deutsch-Evangelischer Gottesdienst (i. d. Prot. Kirche) Pfarrer Hartung, aus Gernrode. De lichamelijke oefening is tot weinig nut. 1 Timotheus 4 vs. 8a Als Paulus in onze dagen leefde, zou hij het vast en zeker niet gemakkelijk hebben. Niet dat men zich zoo bijster ergeren zou aan het door hem gepredikte kruis-Evan- gelie. Dat zou men hem nog wel willen vergeven. En in ieder geval, hij zou toch vele mede-belijders vinden, die zich aan zijne zijde zouden scharen. Maar om dat begin van vers 8 uit zijn eersten brief aan Timotheus, hoofdstuk 4, zouden, beiden geloovigen en on- geloovigen te hoop loopen, roepende: „weg met dezen, het is niet behoorlijk dat hij leve!" Zooals men eenmaal om trent twee uren lang, te Efeze schreeuwde: „groot is de Diana der Efezeren!" zou men thans, in hevige verbolgenheid, roepen: „de tempel van de groote godin Sport wordt door dezen man als niets geacht, en er is gevaar dat ook Hare Majesteit zelve zal ten onder gaan aan welke de geheele wereld godsdienst bewijst." Is het ook niet te dwaas om zoo iets te zeggen? Is het niet al te dwaas om zoo iets te herhalen in dézen tijd, die immers in het teeken van de sport staat? Is lichamelijke oefening niet van enorm veel belang? Is gymnastiek, in welken vorm dan ook, niet een uitnemend middel tot bevordering van de gezondheid van ons lichaam Hebben we in de sport niet een heilzaam tegenwicht tegen de immers zoo hoog opgevoerde eischen op verstandelijk gebied? Onthoudt zich het tegenwoordige geslacht niet juist veelal alleen om sportredenen van den alcohol Lichamelijke oefening zou tot weinig nut zijn? Stalen spieren zijn luxe-artikelen? Weg met Paulus! Eerder zeggen wij dat de godzaligheid tot niets nuttig isdat hij die van ons wel cadeau kan krijgen. Wie ook maar één woord spreekt tegen het nut der lichamelijke oefening, lastert de godin Sport. En dat zal hem niet vergeven worden, nóch in deze eeuw nóch in de toekomende. Voor we op deze wijze voortgaan onze woede te koelen aan den Apostel, moeten we de boven uitgeschreven woorden eerst eens rustig onder de oogen zien. Paulus zegt niet dat de lichamelijke oefening tot niets nut is. Nog veel minder zegt hij, dat zij als zoodanig schadelijk is. We behoeven haar volstrekt niet tegen hem in bescherming te nemen. Hij zegt alleen dat ze tot weinig nut is. En hij zegt dat, de lichamelijke oefening stellende tegenover de oefening tot godzaligheid. Deze laatste is tot alle dingen nut. Zij heeft de beloften des tegenwoordigen èn des toekomenden levens. Dit kan toch zeker van de lichamelijke oefening niét gezegd worden. Zij heeft ongetwijfeld haar waarde. Maar haar waarde is een betrekkelijke waarde. De waarde van de godzaligheid is echter een absolute. De eerste is in vergelijking met de laatste tot weinig nut. Zij kan bevordelijk wezen aan velerlei goeds en noodigs. Maar de belofte, zoowel van den tijd als van de eeuwigheid, heeft zij niét. Mij dunkt, goed verstaan, kan ook de vurigste sport liefhebber tegen Paulus' uitspraak geen bezwaar maken. Toch is de herinnering aan Paulus'sportwaardeering niet bijster welkom in dezen tijd, die, althans in de praktijk, met des Apostels zienswijze zeker allerminst instemt. Hoe onwelkom zij echter ook zij, ik geloof dat ze hoog noodig is. Lichamelijke oefening mag nooit doel worden, moet middel blijvenen dit is het wat tegenwoordig meest wordt vergeten. Zooals er zijn die de kunst willen beoefenen om de kunst, zijn er die aan sport doen alleen om de sport. Het is waarlijk niet te sterk gesproken als we de lichamelijke oefening onzer dagen niet alleen als van weinig nut quali- ficeeren, maar als berokkenende belangrijke schade. En dan heb ik vooral de morede schade op het oog. De tegen woordige sportbeoefening wakkert ruwheid aan, prikkelt onedele hartstochten door dien koortsigen ijver om een record te slaan. Het spel, de match, de race vervult hoe langer hoe meer al de gedachten van het tegenwoordige geslacht. Als men nog naar de kerk gaat, is men 's mid dags toch op het terrein waar de menigte zich verdringt en dan schopt en trapt en bowlt en tennist en hockeyt en fietst en vliegt en rent en golft en tuft men er alle herin nering aan de gehoorde preek weer uit. Maar de meeste „sportsmen" spurten de kerk voorbij. Zondag is hun sport dag En als ze dan eindelijk huiswaarts keeren, zijn ze on genietbaar voor hun familiekring. Ze zijn te moe om nog iets anders te doen dan te zitten slapen. Van lezen komt ook niet veel meer in, of het moest zijn, de „Sportkroniek." Nu zal toch geen ernstig mensch beweren dat de sport, op deze wijze beoefend, bevordelijk is aan het godsdienstig leven, het huiselijk verkeer en het zedelijk oordeel onzer jonge menschen. In een Engelsch tijdschrift-artikel kon men voor een paar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 1