Eet het Brood van Zending. Enggano. Vragenbus. Allerlei. PETRONELLA JACOBA, Een ezel, die zijn vracht draagt, is een majesteit naast een doeniet, en hij blijft een majesteit, ook ai halen alle flaneerende dames en heeren den neus voor hem op. Wagner. De tijd komt, waarin het ons huiveringwekkend duidelijk zal worden, dat de boom der kennis de boom des levens niet is. Robertson Als er geen eeuwigheid was, o God, dan zoudt Gij, die de waarheid zijt, het leugenachtigste woord gesproken hebben, dan er ooit in de wereld gesproken is, dit woord: „God laat zich niet bespotten." Kierkegaard. Houd uw kennis als een horloge in uw zak, haal het niet elk oogenblik uit om te toonen dat gij er een bezit; maar als men u vraagt hoe laat het is, zeg het dan, maar ook dan alleen. N. N. Aan de wijze, waarop sommigen over de zonde spreken, is duidelijk te bespeuren, hoe zij geheel en al hebben vergeten, dat de zonde toch altijd iets blijft, waarvoor men zich heeft te schamen. Watson. Door Zendeling Th. Dannert. Overgenomen uit het Tijdschrift „de Rijrtsche Zending". IX SLOT. Tot mijn leedwezen moest ik reeds in Juli 1904 om gezondheids redenen Enggano weer verlaten, om op Sumatra een nieuw arbeids veld te vinden. Ondertusschen waren er echter drie Sumatrasche mannen naar het eiland gezonden, om er den arbeid voort te zetten. ZendeliHg Lett van de Mentawei-eilanden, ging zich van tijd tot tijd eens op de hoogte stellen van hun werk, totdat ten slotte Zendeling Link van Sumatra zich op Enggano vestigde. Maar ook deze werd jammer genoeg door malaria en beri-beri genoodzaakt weer naar zijn vroeger arbeidsveld terug te keeren. Toch verlaat hij nog steeds tweemaal per jaar Sumatra, om een bezoek aan Enggano te brengen, en er den arbeid te regelen. Vragen wij hoe thans de toestand op het eiland is, dan kan daar op het antwoord luiden: inderdaad verblijdend. Er is een kerkje verrezen,"en de godsdienstoefeningen worden trouw bezocht. Onge veer de helft der bevolking is tot het Christendom bekeerd. Hun angst voor dood en booze geesten is verdwenen, en heeft plaats ge maakt voor de hope des eeuwigen levens. Alles wijst er op, dat het heidendom aldaar weldra zal hebben afgedaan. Sterft de bevolking nog steeds uit? Dr Winkler, Zendeling-arts van Sumatra heeft eens gedurende drie maanden op Enggano verblijf gehouden, met het doel, de oorzaak van het voortdurend afnemen der bevolking op te sporen, en pogingen aan te wenden het hooge sterftecijfer tegen te gaan. Het geboortecijfer stijgt wel is waar de laatste jaren weer eenigermate, toch is het nauwelijks te verwachten, dat een ras-zuiver Engganeesch volk in stand zal blijven, aangezien de mannen door den nood gedwongen, er meer en meer toe komen Javaansche vrouwen te huwen. Het moge d n waar zijn, dat ook de Zending niet in staat geweest is, de bevolking voor uitsterven te bewaren, toch blijft het een ver blijdend feit, dat aan de overgeblevenen, een groote dienst bewezen is, door hun het volle, rijke Evangelie te brengen, zoodat op den grooten dag des Heeren, met de schare der verloste heidenen, ook Engganeezen zullen instemmen in den lofzang ter eere van Hem, die op den troon zit, en van Jezus Christus, het Lam Gods, dat de zonden der wereld heeft weggedragen. H Mevr. v. d. W.—L. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord). Vraag. Volgens Paulus zijn de geloovigen „kinderen Gods". In Rom. 8 vs. 14-16 wordt dat met zooveel woor den gezegd. Nu is daarmede zeker wel te rijmen wat in vs. 19 staat, dat de openbaring der kinderen Gods verwacht wordt. Maar in vs. 23 wordt gezegd dat de geloovigen zelf de aanneming tot kinderen nog verwachten. Is hier geen tegenstrijdigheid? Antwoord. Ja, bij de gewone verklaring, is Paulus in tegenspraak met zichzelven. Wie de zekerheid bezit dat hij een kind Gods is, verwacht niet meer de aanneming tot kind. Doorgaans tracht men de moeilijkheid zóó op te lossen: dat de „aanneming tot kinderen" beteekent „het vólle bezit van het kindschap." Zoo doen ook de Staten vertalers die de volgende woorden „de verlossing onzes lichaams" met het voorafgaande verbinden door het woordje „namelijk". Deze invoeging is echter willekeurig. En boven dien onnoodig. Alles is prachtig in orde als we niets anders doen dan een komma verplaatsen. In het Grieksch staat: „En niet alleen dit, maar ook wij zeiven die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zeiven zuchten in ons zeiven de aanneming tot kinderen verwachtende, de verlossing van ons lichaam." Wanneer wij nu de komma achter „verwachtende weg nemen en die plaatsen achter „de aanneming tot kinderen", is vs. 23 niet meer in strijd met vs. 14-16. Dan krijgen we dit: „En niet alleen dit, maar ook wij zeiven die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zeiven zuchten in ons zeiven over de aanneming tot kinderen, verwachtende de verlossing onzes lichaams." Dan heeft Paulus bedoeld: de geloovigen weten dat zij kinderen Gods zijnmaar juist dat bewustzijn doet hen zuchten bij zich zeiven, daar zij maar al te zeer ervaren hoe slecht zij beantwoorden aan hun hooge roeping en hoe sterk de heerlijkheid van hun kindschap door het lijden dezes tijds wordt verduisterd. Daarom zien zij verlangend uit naar de verlossing van hun lichaam. Laat mij hier nog bijvoegen dat het werkwoord „Stenazo", in den Griekschen tekst gebruikt," niet alleen beteekent „zuchten", maar ook „ergens over zuchten", „over iets klagen". Verzameld door C. B. POLYCARPUS. Daar was eens een Polycarpus; die was een christenen tevens bisschop van Smyrna, en daarom vervolgden de Heidenen hem en sleepten hem voor den rechter opdat hij zou verbrand worden; en de rechter deed hem den onbe- schaamden voorslag, dat hij Christus verloochenen zou. „Ik dien Hem nu zes en tachtig jaren", antwoordde Polycarpus, „en Hij heeft mij nooit eenig kwaad gedaan. Hoe zou ik dan mijn Heer en Heiland verloochenen?" Hij getroostte het zich dus verbrand te worden, en dit gebeurde dan ook. Wat valt hieruit te leeren? Antwoord: dat Hij wel een goede Heer moet zijn voor wien men na zes-en-tachtigjarigen dienst nog door het vuur wil loopen. GEBOREN: Dochter van: E. G. KONING-Driehuizen J. KONING Zandvoort, 25 Juli 1913. AD VERTENTIEN. H.J.CARELS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 3