Eet het Brood van Mededeelingen. Vragenbus. een Keukenmeisje, Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend nummer te worden opgenomen, aart het adres der Redactie worden toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags. De kwitanties der jaarlijksche bijdragen voor de Diakonie, worden in deze maand en in September aangeboden. De maandelijksche extra-collecte voor de Kerk zal worden gehouden op Zondag, 24 Augustus. Dan hoopt Ds. Huls man uit Groningen hier op te treden. De e.v. Doopsbediening zal plaats hebben op den31sten Augustus en de Avondmaalsviering op 7 September. Van Mevr. de Wed. B. te Aerdenhout ontving ik met grooten dank een postwissel van f20.— met 't bijschrift: „jaarlijksche bijdrage voor de Diakonie, die per kwitantie in Augustus ontvangen wordt." Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 16 Aug., 's avonds 8 uur, in „Ons Huis" Kindersamenkomst. Zondag, 17 Aug., 's avonds 8 uur, in de Consistorie-kamer der Ned. Herv. Kerk, samenkomst. Zuster Heinecken, Directrice van het „Badhuis voor Min vermogenden" alhier zou graag voor haar patiënten bad pakjes en speelgoed ontvangen. En dan is de toezending van vruchten altijd heel welkom. Te véél van een en ander wordt 't niet licht. Ik vermeldde in den vorigen Zondags bode dat 't aantal patiënten 100 bedraagt. Maar dat cijfer is me veel te laag gebleken. Er zijn er N. B. soms niet minder dan 150. Abonnés! Zendt aan de Redactie adressen van hen aan wie de Zondagsbode kan worden toegezonden met de kans dat zij zich abonneeren. Als ge exemplaren wilt hebben ter uitdeeling om nieuwe abonné's te winnen, moet gij 't maar zeggen. Donderdag, 21 Augustus houdt, 's avonds 8'/2 uur, in „Ons Huis" de Jongelingsvereeniging, haar bijeenkomst met tijdelijk alhier vertoevende jonge mannen. De Hr. W. v. Dalen houdt humoristische voordrachten en Mevr. v. Dalen zal zingen. Dienzelfden avond om 8 uur wacht Zuster Dina de meisjes die hier tijdelijk vertoeven, in de wijkkamer. De sprei, onlangs ten bate van 't „Badhuis voor Min vermogenden" verloot, is gevallen op het lot, door Mevr. P. M. genomen. Dat trof bijzonder. Want de gelukkige winster heeft de sprei weer aan zuster Heinecken terug gegeven, zoodat er 't volgend jaar nóg eens een verloting van gehouden kan worden. Evenals andere jaren zond cok nu N. N. mij 2 °/0 van het verhuren, d.w.z. f8.voor de zending. Ik heb ze in dank ontvangen en opgezonden naar den Zendingsdirector Ds. Gunning te Rotterdam. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord). Vraag. Onlangs heeft de Synode onzer Kerk ander maal het verzoek om ook de vrouw tot het predikambt toe te laten, afgewezen. Ik las dat dit geschiedde op grond van de ongeschiktheid der vrouw met 't oog op de zware eischen die dat ambt stelt. Over meer of mindere geschikt heid kan echter de meening zeer verschillen. Ik acht de weigering van de Synode niet voldoende gemotiveerd. Waarom werd het verzoek van Mej. Gerliiigs niet eenvoudig vande hand gewezen met een beroep op den Bijbel Dunkt 't u ook niet dat 1 Timotheus 2 vs. 12 en vooral 1 Corinthe 14 vs. 34 afdoende argumenten zijn? Antwoord. Wat den eersten tekst, door u genoemd, aangaat, ik geloof zeker niet dat die afdoende is. Daarin is te veel sprake van de verhouding tusschen man en vrouw in het huwelijk. De twééde tekst schijnt echter beslissend. Toch zeg ik opzettelijk dat hij zulks schijnt. Want m.i. geeft Paulus geen algemeen voorschrift, maar ziet het ver bod voor de vrouw om in de gemeente te spreken speciaal op Corinthe en de daar heerschende toestanden in zijne dagen. Het zedelijk leven in die stad toch stond op zeer laag peil. Wat op het terrein van het openbare leven door vrouwen daar gepresteerd werd, ging nagenoeg uitsluitend uit van de publieke vrouwen die, laag als zij stonden op zedelijk gebied, op het terrein van kunsten en wetenschap pen hoog stonden. Hoe licht kon dus, door het in 't open baar optreden van een vrouw in de Corinthische gemeente, de stichting verloren gaan voor al die gemeenteleden, die niet vroegen wat er gesproken werd, maar wie er sprak Hoe licht kon bovendien iemand, die niet tot de christenen behoorde maar hun samenkomst bijwoonde, een lagen dunk krijgen van het christendom waarin zedelijk laag staande wezens, als de Corinthische vrouwen in den regel waren, zóó op den voorgrond traden. Zóó beschouwd, acht ik Paulus' verbod zeer verklaarbaar. Maar dan mogen wij 't ook niet zoo maar als bindend beschouwen voor alle tijden en alle plaatsen. Daarbij komt nóg iets. In 1 Cor. 14 waarschuwt de Apostel tegen de overdrijving in het z.g.n. spreken „in vreemde talen", d.i. het uiting geven aan zijn godsdien stige gevoelens in meest onverstaanbare klanken, hetgeen geschiedde in een toestand van geestverrukking. Is het nu 'n wonder dat Paulus, om het gevaar van overdrijving op dit punt zooveel mogelijk te keeren, dezen maatregel neemt: dat hij van het in het openbaar spreken al vast de helft dnr gemeente uitsluit, en zeker niet de minst woordenrijke helft, d. w. z. de vrouwen. Overigens, ook als ik in de verklaring van den bedoelden tekst dwaal, ontken ik ten stelligste dat 'n verbod van Paulus, eeuwen geleden gegeven aan een bepaalde gemeente, ten opzichte van bepaalde toestanden, mag beschouwd wor den als hebbende eenig gezag ten opzichte van het al of niet geoorloofde dat een vrouw als predikant zou op treden in ónze kerk, in óns land, in ónzen tijd. ADVERTENTIE N. Mevr. VAN HENGEL, Jan Luykenstr. 11, Amsterdam, tijdelijk te Zandvoort, vraagt tegen 1 September of iets later P. G., v. v. g. g., zich aan te melden „Thalatta". H.J.CARELS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 3