VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 21 ZONDAG 21 SEPTEMBER 1913 2de Jaargang Verlossing en Zaligheid. DE ZONDAGSBODE VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG Abonnementsprijs Per Jaargang1.50 3 Maanden0.50 Afzonderlijke nummers0 05 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort- Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout. Adres voor de Administratie P SA AF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Zandvoort - Telefoon No. 27 Advertentiën 1—5 regels0 55 Elke regel meer„0.10 Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35 Elke regel meer„0 06 Bij abonnement extra korting Zondag 21 September 1913, Ned. Herv. Gemeente v.m. 10 uur: Ds. J. M. Conradi, Em.-Predikant. Geloofd zij de Heer, de God Israels, want Hij heeft bezocht en verlossing teweegge bracht zijnen volke, en heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht in het huis Davids, zijns knechts. LUKAS I vs. 68, 69. De boven uitgeschreven verzen kunnen wij het thema noemen van den laatsten Oud-Testamentischen Psalm, den lofzang van Zacharias. In dit thema wordt, hetgeen God gedaan heeft, aangeduid met twee woorden, die te kennen geven het resultaat van Gods bemoeiing met zijn volk: teweeggebracht (d.i. bereid) is verlossing en zaligheid. Verlossing èn zaligheid. Deze woorden teekenen het door God geschonken heil naar twee zijden. Eerst naar de ont kennende: verlossing. Dan naar de bevestigendezaligheid. Gewoonlijk wordt op het hier aangewezen onderscheid geen acht gegeven. Men gebruikt die beide woorden ver lossing en zaligheid meestal door elkaar, als waren ze gelijk- beteekenend. Toch is er verschil. Zij wijzen op een en dezelfde daad Gods, maar doen ons die zien uit tweeërlei oogpunt. Juister gezegdzij geven samen te kennen waarin het hei! bestaat, dat God zijn volk heeft bereid, n.l. in verlossing èn zaligheid. Ook de volgorde is hier van beteekenis. Niet: zaligheid en verlossing. Maar: verlossing en zaligheid. Eerst verlossing. Dan zaligheid. Het kan niet komen tot zaligheid, als het niet vooraf gekomen is tot verlossing. De zaligheid is niet het begin van de verlossing. Maar omgekeerdde verlossing is het begin van de zaligheid. Verlossing alléén is onvol doende. Als 't bij verlossing blijft; als er op de verlossing geen zaligheid volgt, dan is de verlossing geen waarachtige verlossing geweest. Als de waarachtige verlossing is geschied als de verlossing waarachtig is geschied, dan is het ook met de verlossing niet uit. Dan volgt er iets op dan moét er iets op volgen. Dan volgt er op: zaligheid. En juist in de op de verlossing volgende zaligheid, heeft iemand het stellig bewijs dat zijn verlossing geen schijn is. maar werkelijkheid. Misschien dat de schakeering der gedachten, door die beide woorden verlossing en zaligheid aangeduid, nog duide lijker blijkt als wij het woord zaligheid vervangen door het teekenachtige woord heil. Dat woord „heil" hangt samen met ons woord heel, geheel. „Heilig" beteekent feitelijk, hij die hef heil heeft; die in het bezit is van het geheele. De „Heiland" is eigenlijk de Heliant, d. i. de lleeler, die het verbrokene verbindt, het gewonde heelt, het kranke geneest, de geheelheid weer tot stand brengt. Als wij dit in het oog houden, treedt die benaming „Heiland" voor ons in een nieuw licht. Wij zien dat met dien naam het doel van Christus' komst in de wereld op de schoonste wijze wordt vertolkt. Hij is gekomen om den mensch, die niet alleen gevallen, doch uit-elkaar-gevallen is, weer samen te voegen en hem zoo te herstellen in den heils-staat, d. i. in den toestand van geheelheid, ongeschon denheid, gezondheid. En hoe geschiedt dit Waardoor komt het heil, dat de Heiland aanbrengt, tot stand Het begint met het teweeg brengen van verlossing, redding, bevrijding. God kan ons niet helpen als Hij niet eerst onze banden heeft verbrpken en ons vrijgemaakt heeft. Van nature zijn wij slavenslaven van andere menschenslaven van ons-zelf; slaven van allerlei dwingende machten, toestanden, omstandigheden slaven van den duivel, die het geweld des doods heeft. Die slaven-boeien moeten verbroken worden, eer het overige volgen kan. Dat wil God doen dat heeft Hij gedaan. Hij heeft bezocht en verlossing teweeggebracht. De staf des drijvers ligt verbroken Aan wien ons hart zich had verkocht, En 't wapentuig in brand gestoken Van hem, die onze zielen zocht I Alzóó lief heeft God de wereld gehad, dat Hij ons zijnen Eeniggeboren Zoon gegeven heeft tot een volkomen Ver losser. Zoovelen Hem aangenomen hebben, heeft Hij macht gegeven kinderen Gods genaamd te worden. In het land der slavernij Maakt de Zoon in waarheid vrij Daarom: geloofd zij de Heer, de God Israels! En nu de andere zijde van het eéne werk Gods. De verlossing is daarvan alleen het begin. Is deze tot stand gebracht, dan volgt de oprichting van „een hoorn der zaligheid." De „hoorn" is het beeld van sterkte, macht, kracht. De geschonken verlossing ontplooit zich ten volle in de heilbrengende kracht Gods. Dat is het verschil tusschen andere verlossings-godsdiensten en tusschen Israel's godsdienst en zijne vervulling: het Christendom Van het Buddhisme is het hoogste gezegd als men het noemt: verlossings-godsdienst. Het Evangelie daarentegen is ook: Evangelie der zaligheid. God geeft genade. Maar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 1