Mededeelingen.
ATTENTIE!!
Uit de Gemeente.
Welgelukzalig is de mensch, die den Sabbat houdt,
zoodat hij dien niet ontheiligt JESAJA 56 2.
FEUILLETON.
Wanneer een arme en een rijke van ons willen leenen,
dan gaat de arme voor. Talmud.
De menschen kunnen even goed verwachten dat zij
sterk zullen worden door altijd te eten, als dat zij wijs
zullen worden door altijd te lezen het voedsel moet ver
werkt worden om voedsel te kunnen zijn. Fuller.
In de bron, waaruit men gedronken heeft, moet men
geen steen werpen. Talmud.
Goede werken maken geen Christen, maar een Christen
doet goede werkende boom brengt de vrucht voort,
niet de vrucht den boom niemand wordt door werken
een Christen, men wordt het alleen door Christus, en in
Christus brengt men vrucht voort voor Hem.
Luther.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in het eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags.
Tot nader bericht moeten alle stukken voor
„De Zondagsbode" worden toegezonden aan
Jhr. Dr. M. F. van Lennep te Aerdenhout.
Donderdag, 2 October, zal 's voormiddags om IOV2 uur de
Huwelijksinzegening plaats hebben van .Johannes Willem
Kulk en Elisabeth Keur, door Ds. Wolters van Heemstede.
De naamlijst van Stemgerechtigden ligt ter visie bij den
Koster van 29 September tol 1 October.
Woensdag 8 October hervat de heer Ililbrander zijn
lessen.
Woensdagmiddag 23 voor jongens van 1215 jaar.
34 meisjes 1215
4—5 15—17
Donderdagavond 7'/j—8'/2 jongens 15—17
S1/29V2 groote meisjes,die's Dins
dags niet kunnen.
De e. v. Doopshediening zal plaats hebben 5 October.
Tot 1 October bestaat bij den heer Schmidt, Heems
kerkstraat 7, de gelegenheid om zich op te geven voor de
kostelooze deelname aan den cursus voor analphabeten,
d. w. z. voor degenen die niet lezen of schrijven kunnen.
Maandag, 6 October is de inschrijving van leerlingen voor
de Naaischool, 's namiddags 0111 5 uur in „Ons Huis."
Tot nader aankondiging heeft men zich met het ver
zoek 0111 kerkelijke huwelijksinzegening te wenden tot
den heer W. H. Driehuizen, Ouderling.
Gedurende Zuster Dina's vacantie is Zuster Gerarda
als wijkzuster alhier werkzaam en verblijf houdende in
ons Diakoniehuis.
Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 27 Sept., 's avonds 7'/s
uur, Kindersamenkomst in „Ons Huis".
Zondag, 28 Sept., 's avonds 8 uur, Samenkomst in „Ons
Huis".
Woensdag, I Oct., 's avonds 8 uur, Bijbelbespreking,
Heemskerkstraat 7.
Vrijdag, 3 Oct., 's avonds 8 uur, Cursus voor volwas
senen in lezen en schrijven, Heemskerkstraat 7.
Voor den cursus voor analphabeten hebben we nog
behoefte aan een schoolbord. Is er misschien onder de
lezers van „de Zondagsbode" iemand, die or.s hieraan kan
helpen? Het eerste sclioolmeubel zal door leerlingen en
onderwijzeres met vreugde ontvangen worden. Adres:
Heemskerkstraat -7.
Toespraak, gehouden bij de begrafenis van den Heer AGroen, 25 Sept. '13
door Ds. G. Posthumus Meyjes.
Het is op uitdrukkelijk verlangen van de Weduwe en haar Kinderen
dat ik aan deze groeve een woord spreek.
Dat was 't echter niet alleen wat mij bewoog hierheen te komen.
De oudste zoon van den overledene heeft mij verzekerd dat hij, mij
vragende bij 't graf te spreken, vast overtuigd was daarmede te
voldoen aan een wensch van zijnen vader, die, had hij den dood
zien naderen, zeker niet zou hebben nagelaten dien wensch kenbaar
te maken.
Wat intusschen den doorslag gaf bij de overweging of ik,
invalide als ik nog ben, naar deze begrafenis gaan zou, was de
drang van mijn eigen hart om daarbij het woord te voeren. Want
Bladzijden uit het leven van
een Christen.
DOOR
CAMILO CALAM1TA.
14)
Kort daarop gaf de Heer ons een dochtertje.
Mijn vrouw had veel geleden en was zeer zwak,
hetgeen ik onmiddellijk aan haar moeder ging
mededeelen, die wij sedert den dag van ons
huwelijk niet meer hadden geziendoch zij
hoorde mij schijnbaar onverschillig aan, en kwam
ook niet bij ons om haar dochter en kleinkind
te bezoeken. Middelerwijl verergerde onze
toestand van dag tot dag, en weldra hadden
wij niets meer om in het hoogst noodige te
voorzien.
En toch, wanneer ik over dit tijdperk van
mijn leven nadenk, kan ik de barmhartigheid
des Heeren jegens ons niet genoeg roemen en
moet ik getuigen, dat zijn belofte waarachtig
is, -dat Hem, die eerst het Koninkrijk Gods
zoekt en zijn gerechtigheid, alle dingen toe
geworpen zullen worden". Vele beproevingen
waren ons deel, maar onder alles was Hij ons
nabij en mochten wij zijn genadigen bijstand
en uitreddende liefde ondervinden. Dit bleek
onder meer uit het volgende.
De dag na de geboorte van ons kindje was
een Zondag en, gehoor gevende aan de bede
van eenige familieleden mijner vrouw, die er
sterk op aandrongen, dat het kind onmiddellijk
zou worden gedoopt, had die plechtigheid nog
dienzelfden avond in de kerk de la Madera Baja
plaats. Het is gebruikelijk dat de peten bij
zulke gelegenheden lekkers uitdeelen, doch hoe
aangenaam werd ik niet verrast, toen de peet
tante van mijn dochtertje mij dien avond, in
plaats van lekkers, een deken voor mijn bed
schonk; kort te voren had ik mijn eigen deken
moeten verpanden, en daar ik niet bij machte
was die te lossen, had ik den Heer gebeden
mij te hulp te komen, en op die onvoorziene
wijze werd ik verhoord.
Desniettemin werd onze toestand steeds moei
lijker. Mijn vrouw, aan wie het noodige tot
herstel van krachten ontbrak, werd zeer ziek
en kon haar zuigeling niet meer voedendoch
toen zij niets meer over had dan een half pond
chocolaad. dat iemand haar had geschonken,
zond de Heer ons, in antwoord op ons gebed,
het bezoek van geloovige christenen, die haar
eenigen bijstand verleenden. Evenwel nam haar
ziekte steeds toezij leed aan zware koortsen
en het ontbrak mij zoowel aan het noodige voor
haar als aan de middelen om ons kindje met
geitenmelk te kunnen voeden, zooals wij dit
gedurende eenige dagen met goed gevolg had
den gedaan. Zij was toen achttien dagen oud;
moest ik haar van honger zien omkomen Wat
kon ik doen De angst en smart, die ik toen
ondervond, laten zich beter gissen dan beschrij
ven. Ook nam de Satan die gelegenheid te baat
om mij tot wanhoop te brengen, door mij Gods
liefde tot zijn kinderen in twijfel te doen trekken;
maar, Gode zij dank, ik nam in dien radeloozen
toestand toch alleen mijn toevlucht tot Hem,
die den Booze heeft overwonnen en ons in zijn
Woord gezegd heeft: „Roep Mij aan in den dag
der benauwdheidIk zal er u uithelpen en gij
zult Mij eeren." In de binnenkamer wierp ik
mij op de knieën en onder tranen riep ik lang
en vurig tot Goden toen ik oprees, had ik
vollen vrede herkregen en was alle bezorgdheid
geweken in de zalige zekerheid dat mijn Hemel-
sche Vader voor mij zorgde.
Het was Donderdagavond en het uur der
godsdienstoefening in de Madera Baja had ge
slagen. Ik ging er heen, nadat ik mij vergewist
had, dat beide mijn vrouw en dochtertje gerust
sliepen. Na afloop van den dienst vroeg mij een
bekende naar vrouw en kind. Ik vertelde hem
alles en heb toen zijn edel hart leeren kennen
en den Heer gedankt, die dezen broeder, hoewel
hij tot de meest behoeftigen der gemeente be
hoorde, als middel heeft gebruikt om ons te
hulp te komen.
(Wordt vervolgd), v. L,