En Jezus zeide: Komt gijlieden hier alleen en rust
een weinig- markus 6 31.
Mededeelingen.
Voor eiken dag.
FEUILLETON.
Daar woont de kommer op elk feest;
Daar zijn nooit onbewolkte dagen
Een waarborg tegen onweersvlagen
Daar is nooit waar geluk geweest.
Hoe, zoude een bitt're tranenvloed
Die blauwende oogjes eens ontluist'ren?
Zou 't leed den reinen glans verduist'ren,
Die 't effen voorhoofd blinken doet?
Neen! met mij, eer gij zwoegt en lijdt,
Naar d' onbeperkten trans gevlogen!
De Algoedheid scheldt, uit mededoogen,
U al uw verd're dagen kwijt.
Uw afzijn bare aan niemand leed!
Neen, schoon ge uw adem laat ontglippen,
Vloei de eigen danktoon van elks lippen,
Dien uw geboorte vloeien deed.
Dat hier geen voorhoofd somber zij
Want o! de laatste dag des levens,
ls hij niet de allerschoonste tevens,
Wanneer men rein is, liefje, als gij?
En de opgetogen Engel vlood
Met breede vlerk naar hooger kringen,
Om 't Hallel voor Gods troon te zingen.
Ach, Moeder! ach, uw kindje is dood.
J. van Lennep.
De eerstvolgende Doopsbediening zal plaats hebben
Zondag 9 November. Bij de aangifte is men verplicht het
trouwboekje mede te brengen.
Zondagsschool. Het onderwerp voor Zondag, 26 Oct.,
is: Numeri 13, 14, 16 135. De Zondagsschool-ch/sus
wordt weer gehouden Donderdag 30 Oct., 's avonds 772
uur, in „Ons Huis". Na afloop Zondagsschool-£/wis.
Martha^krans, begint weer a.s. Dinsdagavond, in „Ons
Huis", 8 uur precies.
Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 25 Oct., ,s avonds 772
uur, Kindersanienkomst in „Ons Huis".
Zondag, 26 Oct., 's avonds 7 uur, Openbare Samen
komst in „Ons Huis".
Dinsdag 28 en Vrijdag 31 Oct., 's avonds 8 uur, Lees-
en schrijfcursus, Heemskerkstraat 7.
Woensdag, 29 Oct. 's avonds 8 uur, Bijbelbespreking
in „Ons Huis".
Donderdag, 30 Oct., 's avonds 7 uur, Wijksamenkomst,
Zeemanshofje.
Penningmeesteresse Mej. Reintje Gertenbach bericht met
hartelijkeii dank de goede ontvangst der volgende giften
ten bate van den Evangelisatie-arbeid:
Van de dames v. d. W., J. K. en K., ieder f 1.--Wed. G.
f 1.— Mej. D. f 0.25; W. D. f 2.50; C. G. f 2.50; J. S.
f 1.50, allen te Z. en van Mej. C. C. te H. f 10.
Mededeelingen, vragen, berichten enz. moeten, om in liet eerstvolgend
nummer te worden opgenomen, aan het adres der Redactie worden
toegezonden des Dinsdags, vóór 1 uur namiddags
Alle stukken voor de redactie moeten van nu af weder
aan Ds. Posthumus Meyjes gezonden worden.
Ds. Posthumus Meyjes hoopt de volgende week weder
al zijn catechisaties te hervatten.
Mejuffrouw Bienfait verwacht dan ook haar leerlingen
op de afgesproken uren.
De hoogste wijsheid is geloovig wezen.
A. des Amorie van der Hoeven.
Als een minder meent te plegen, Dat een meerder heeft bestaan,
Dat is hem gansch ongelegen, Want het doet hem ondergaan.
Cats.
Gezondheid kleeft alleen het werkzaam leven aan.
Bilderdijk.
De toorn Gods is de spits der vlam zijner liefde; Gods
toorn is niets anders dan de ijver, de jaloerschheid der liefde.
Gunning.
Bladzijden uit het leven van
een Christen.
DOOR
CAMILO CALAMITA.
18)
(Slot)
Twee maanden later zag ik eens bij liet tehuis
komen na mijn bijbelklasse, ons jongste en
toen eenig kindje doodsbleek en schier zieltogend
op den schoot harer moeder liggen, die stil
weende.
Na te zamen den Heer gesmeekt te hebben,
dat Hij ons dit kindje mocht laten behouden,
maar ook dat Hij ons geven mocht volkomen
eenswillend met Hem te zijn, haalde ik den
dokter die ons zeide„Uw kindje is ernstig
ziek, maar de toestand is niet hopeloosvóór
morgen zal waarschijnlijk de krisis komen."
Toen hij ons verlaten had, zeide ik aan mijn
vrouw„Ik zal dezen nacht in gebed door
brengen en God smeeken ons die genade te
verleenen. dat één onzer kinderen Hem op aarde
diene, terwijl de andere dit reeds in den hemel
doet."
„Moge Hij u verhooren 1"
Toen ging ik naar mijn vriend, den heer
Armstrong, die mij zoo trouw gedurende mijn
ziekte had bezocht, en te zamen baden wij voor
het herstel van ons dochtertje.
Dien avond sprak ik op onze bijeenkomst
over Lukas 17 5 „De apostelen zeiden tot
den Heervermeerder ons het geloof," en on
uitsprekelijk genoot ik in die oogenblikken van
zijn nabijheid, zijn bijstand en zijn vertroostingen.
Onder het terugkeeren naar mijn woning bad
ik, dat zoo ik ons kind niet meer in leven vond,
de Booze toch geen overwinning op~mij mocht
behalen, door mij te doen twijfelen aan de
liefde mijns Gods.
Even voor mijn aankomst kwam de heer
Armstrong mij te gemoet, roepende „Goddank,
het kind is buiten gevaarIk vloog naar bin
nen en vond ons dochtertje gerust in slaap
mijn vrouw verhaalde mij dat zij zieken onrus
tig was gebleven tot omstreeks half acht toen
er plotseling een verandering plaats vondhet
kind hield op met kermen en een oogenblik
vreesde zij het ergstedoch neen, de adem
haling was kalm. de bleekheid verdween allengs
om voor een heerlijk blosje plaats te maken
onze lieveling was in een zachten en gerusten
slaap gevallen.
„En dit had te half acht plaats? Welk een
genadige gebedsverhooringOp dat oogenblik
waren wij te zanten in gebed, de heer Armstrong
en ik, en smeekten den Heer ont het behoud
van dit dierbaar leven
—o
Het is niet te verwonderen, dat de mensch
in zijn natuurlijken toestand en veelal verblind
door de macht van het zienlijke, de hand Gods
niet onderscheidt in zijn leidingen met hem,
maar hoe zou de geestelijk opgewekte mensch.
die persoonlijk de liefde Gods in Christus heeft
ondervonden, die hand ooit kunnen miskennen
in al hetgeen hem wedervaart?
Wat mij aangaat, ik kan naar waarheid ver
klaren dat na het gezegend oogenblik, waarin
het oog mijner ziel zich op den Heer Jezus
heeft gevestigd, ik mij nooit alleen of verlaten
heb gevoeld, want ik wist dat ik een trouwen
Vriend had, tot wien ik te allen tijde, hetzij
met mijn vreugde of met mijn tranen kon gaan.
In dagen van diepe duisternis der ziel is Hij
mijn licht geweest; in tijden van diepe afmat
ting door velerlei smarten heb ik zijn stem ge
hoord, die tot mij zeide: „Kom tot Mij en
Ik zal u rust geven." Wanneer allen, zoowel
vrienden als betrekkingen, mij verlieten en
niets meer van mij wilden weten, was het mij
alsof Hij tot mij zeide„Ik ben met u zoo
vader en moeder u verstooten, Ik zal u niet
verlaten." En nooit werd ik in mijn ver
wachtingen teleurgesteld al zijn beloften heeft
Hij gestand gedaan, en het is niet slechts in
het geloof, maar door de persoonlijke er
varing van zijn liefde, dat ik met David kan
uitroepen: „Welgelukzalig zijn allen, die op
Hem betrouwen."
Zoo ik dus deze bladzijden uit mijn leven
heb uitgegeven, dan is het omdat ik van harte
begeer, dat zij, die nog heden zijn wat ik
vroeger was, blind, tot het licht mogen komen
dat de dwalende, gelijk ik eertijds was, de
waarheid moge leeren kennendat zij die nog
dood zijn in hun zonden, gelijk ook ik te voren
was, het leven mogen ontvangenen hun allen
verklaar ik, dat Jezus Christus alleen het Licht,
de Waarheid en het Leven is In Hem alleen
is ons heil, want „er is ook onder den hemel
geen andere Naam die onder de menschen ge
geven is, door welken wij moeten zalig worden."
v. L