VOOR ZANDVOORT EN AERDENhOUT
No. 28
ZONDAG 9 NOVEMBER 1913
2de Jaargang.
Overvloedige genade.
Uit de Gemeente.
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
abonnementsprijs
Per Jaargang1.50
3 Maanden0.50
Afzonderlijke nummers,0 05
REDACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort
Jhr. Dr. M F. van LENNEP - Aerdenhout.
Adres voor de Administratie
P SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
zandvoort - Telefoon no. 27
Advertentiën 1 5 regels0 55
Elke regel meer„0.10
Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0 35
Elke regel meer,0 06
Bij abonnement extra korting
Zondag 9 November 1913, Ned. Herv. Gemeente
v.m. 10 uur: Ds G. Posthumus Meyjes.
Doopsbediening.
God is machtig alle genade te doen over
vloedig zijn in U; opdat gij in alles te allen
tijd, alle genoegzaamheid hebbende, tot alle
goed werk overvloedig moogt zijn.
2 Corinthe 9 vs. 8.
Welk een heerlijk woord om er de nieuwe week mede
in te gaan! Het is een belofte op den levensweg, onuit
sprekelijk bemoedigend.
Het is alsof Paulus geen woorden genoeg vinden kan om
zijn Corinthiërs te betuigen dat zij heusch geen gebrek
zullen lijden. Vijfmaal komt in dit eene vers het woordje
„alle" voor: alle genade; in alles; te allen tijde alle genoeg
zaamheid tot alle goed werk. En dan nog tweemaal het
woordje „overvloedig". En dan nog eens „genoegzaamheid".
De rijkdom puilt en perst naar alle kanten uit den tekst
naar buiten. Misschien dat wij dien onuitsprekelijken rijk
dom nog het beste benaderen als wij, telkens den klemtoon
verleggende, woord voor woord van den tekst spellen.
God is machtig. Wij zijn zwak. Ons onvermogen blijkt
op allerlei manieren. Maar dit is toch geen reden om klein
moedig en bezorgd te wezen. Want wij hebben een machtigen
God. Zijn macht is almacht. En Hij is niet maar alleen
almachtig in zichzelven. Maar Hij is almachtig vcor ons.
Stellen wij ons dan met onze onmacht ter beschikking van
zijn almacht! Stellen wij Hem dan in de gelegenheid ons
te laten zien hoe machtig Hij isDe stoutste verwachtingen,
die wij van Hem koesteren, zal God ten slotte alleen maar
beschamen door ze zeer verre te overtreffen!
En die aimacht wordt in onzen tekst in nauw verband
gebracht met Zijne liefde. God is machtig zijn genade in
ons te doen zijn. Schijnbaar is daartoe niet veel macht
noodig. Laat staan dan almacht. Maar, die ervaring van
genade hebben, weten wel beter. Welk een macht: te kunnen
begenadigen! Welk een macht: te willen begenadigen!
Welk een macht: den onwil, om genade te ontvangen, te
brekenAlleen de macht der liefde, de almacht der liefde
Gods, is daartoe in staat.
Alle genade doet Gods macht in ons zijn. Alle genade
die wij maar behoeven en in staat zijn te ontvangen. De
eene genade voor, de andere genade na. Genade om te
lijden en genade om te strijden er, genade om te werken
en genade om te gelooven. Levens-genade en stervens-
genade
En deze genade kan God overvloedig in ons doen zijn.
Het is dus niet zóó: dat we precies genade genoeg krijgen
om er mee rond te komen. Maar: genade genoeg; meer
dan genoeg; genade in overvloed. Geen genade-beken en
geen genade-rivieren, maar een oceaan van genade, waarin
dus overvloed van genade is om er niet alleen van te drinken,
maar er zich in te baden en te verdrinken ook!
Voorts doet God die overvloedige genade in ons zijn.
Aan genade buiten ons hebben wij niet genoeg. Wij moeten
niet alleen in de genade Gods zijn, maar die genade Gods
moet ook in ons zijn. Daartoe is God machtig. Hij kan zijn
genade in ons, d. w. z. voor ons gevoel, ons besef, onze
ervaring tot heerlijke werkelijkheid maken.
En dan is dit het resultaat: dat wij, alle genoegzaamheid
hebbende, d. w. z. alles hebbende wat wij behoeven, in staat
zijn tot alle goed werk. Gods genade sterkt ons derhalve
niet alleen tot de een of andere taak; doet ons niet enkel
bijzondere doeleinden bereiken, maar is tot ieder goed werk
bekwaam makende; èn doet ons daarin overvloedig zijn.
Als God zijn overvloed in ons uitstort, wordt het ledige
niet alleen gevuld. Maar wat eerst ledig was wordt boordevol,
het vloeit over; het vloeit zóó over, dat het geheele leven
er vol van wordt.
Gelooven wij het? Gelooven wij het niet maar in theorie,
terwijl wij er in de practijk feitelijk niets van gelooven?
Durven wij het te wagen met de macht van God? Ons
zelf geheel daarvan ter beschikking stellen
Alleen wie waagt, wint. Vertrouwt gij niet, dan houdt
gij 't niet!
Alle dingen zijn mogelijk bij God.
Alle dingen zijn mogelijk dengene die gelooft.
P. M.
Een afscheidsgroet.
Onze President-Kerkvoogd, de Heer C. L. Meijer, gaat
Zandvoort verlaten en zich metterwoon in Haarlem vestigen.
Voor onze kerk een groot verlies. Vijf jaar geleden kwam
hij hierreeds na ongeveer een jaar onder ons gewoond
te hebben, werd hij tot kerkvoogd gekozen. Die met
Zandvoortsche toestanden op de hoogte zijn, hebben allicht
nooit begrepen hoe ons college van Notabelen er toch toe
gekomen is om dien „vreemdeling" te kiezen.
Immerswie geen geboren Zandvoorter is, wordt het
nooit! Al zon hij ook een lange reeks van jaren hier
hebben gewoond, de Zandvoorters zouden hem, bij gelegen
heid, wel aan zijn verstand weten te brengen dat hij zich
volstrekt niet als een hunner mag beschouwen, door hem
den wenk te geven „ga jij maar naar(volgt de
naam der plaats waar de ongelukkige forens vandaan
kwam.) Maar wat bezielde dan die Notabelen om den
Heer Meijer, met attestatie van Amsterdam gekomen, tot
kerkvoogd te benoemen Hoe waagden zij het'tZandvoortsche
chauvinisme niet te ontzien Ja, moet niet gevraagd worden
hoe .konden zij zoo dwaas zijn, daar immers nagenoeg
niemand der Notabelen den Heer Meijer kende? Het
raadselachtige dezer keuze is minder raadselachtig dan het