VOOR ZANDVOORT EN AERDENHOUT No. 29 ZONDAG 16 NOVEMBER 1913 2de Jaargang. Meer dan Jona. Uit de Gemeente. DE ZONDAGSBODE VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG Abonnementsprijs Per Jaargang1.50 3 Maanden0.50 Afzonderlijke nummers0.05 REDACTIE: G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort- Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout. Adres voor de Administratie P. SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13 Zandvoort - Telefoon No. 27 Advertentiën 1—5 regels0.55 Elke regel meer„0.10 Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0 06 Bij abonnement extra korting Zondag 16 November 1913, Ned. Herv. Gemeente v.m. 10 uur: Ds G. Posthumus Meyjes. (Extra-collecte voor de Kerk.) Meer dan Jona is hier. Matth. 12 41. Christus meer dan Jona. Want Jona, al was hij een profeet die zijn lastbrief uit den hemel ontving, was en bleef toch uit de aarde aardsch, een zwak en sterfelijk mensch. Christus is daarentegen de profeet, de gezondene van den Vader, van wien Deze zélf heeft verklaard„deze is mijn geliefde Zoon, in denwelken Ik mijn welbehagen heb; hoort Hem!" Jona was een boetprediker. Hij ging door de straten van Ninivé, roepende „nog veertig dagen en de stad zal worden omgekeerd!" Maar bij die aankondiging van dood en verderf bleef het. Hoe aangrijpend en ontroerend Jona's waarschuwend woord ook was, het klonk enkel troosteloos. Voor de mogelijkheid van behoud, was er in zijn prediking geen plaats. Ook Christus heeft het oordeel aangekondigd. Hij deed zijn „Wee Uhooren. Hij sprak van den dag zijner toekomst als van een dag van toorn en rouw voor alle onboetvaardigen. Hij zeide der profetendoodende stad Jerusalem haar ondergang aan. Hij waarschuwde dat er een plaats is waar weening is en knersing der tanden, een onuitblusschelijk vuur, een buitenste duisternis, een worm die niet sterft. Maar: Hij kondigde het verderf niet aan, zonder het uitzicht te openen op genade en verlossing. Hij wees ook den weg ter ontkoming', „alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbe". Jona was onwillig om zijn roeping te volbrengen. Door te vluchten trachtte hij zich aan zijn zending te onttrekken. Christus daarentegen, van den Vader in deze wereld ge zonden, heeft zijn taak met volkomen bereidwilligheid aanvaard. En geen tegenstand heeft Hem kunnen bewegen om het op te geven. Hij hield het uit ten einde toe. Hij mocht zeggen: „Mijne spijze is het den wil des Vaders te doen en Zijn werk te volbrengen". Eer Hij stierf, mocht Hij betuigen: „Vader, Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen". Stervend, kon Hij danken: „Het is volbracht!" Jona ergerde zich aan Ninivé's bekeering. Niets liever had hij gezien dan dat die stad door het vlammend oordeel Gods was getroffen en verteerd. Christus verheugde zich echter met groote vreugde als een zondaar naar Zijn stem luisterde en zoo den toekomenden toorn ontvlood. Hoe liefelijk heeft Hij in zijn gelijkenissen van het verloren schaap en de verloren penning en den verloren zoon de blijdschap Gods om het behoud van het verlorene geteekend! Met innerlijke ontferming was de Heiland over het verlorene bewogen. Hij was niet alleen gekomen om het te zoeken, maar ook om het zalig te maken. Jona liet het bij zijn roepen en vermanen tot bekeering. Christus liet het zelfs niet bij een aanwijzen van den weg des behouds, want Hij-zelf is de weg. Hij is de weg-zelf tot den Vader. Wie tot Hem kwam, werd niet uitge worpen. Wie in Hem geloofde, ontving het eeuwige leven. Aan Zijn broederhand leidde Hij zondaren tot Gods Vader hart. Hij, de Zaligmaker, heeft en geeft de zaligheid. Hij is de levende Jacobsladder, die aarde en hemel saamverbindt. Er zijn nog millioenen heidenen, die nooit van den Zaligmaker hebben gehoord. Er zijn ook nog ontelbaar velen die zich Christus nooit anders hoorden verkondigen dan „onder een deksel". Die alleen weten van een Heiland, als van een behouder van enkele weinigen, van te voren tot de zaligheid verordineerd. Die Hem niet kennen als Zoon van dien God, die wil dat alle menschen zalig worden en tot kennis der waarheid komen. Of die Hem enkel als voorbeeld voor oogen gesteld zien, maar niet als de ver zoening hunner zonden, als den middelaar Gods en der menschen, als dengene, die is geopenbaard om onze zonden weg te nemen. Welk een voorrecht te leven onder de prediking van het Evangelie des Gekruisigden en Opgewekten Welk een reden tot dank te mogen zeggen meer dan Jona is llie>'\ Maar: hoe grooter iemands voorrechten zijn, des te zwaarder zijn ook zijn verplichtingen. Wien veel gegeven is, van dien zal overvloedig worden geëischt. Voor de met alle geestelijke zegening in Christus gezegenden zal het oordeel ook te strenger zijn. Daarom ga met de dankzegging: „meer dan Jona is hier!" gepaard een ernstig zelfonderzoek of wij aan dien zegen beantwoorden. Hebt gij, mijn Lezer, met de U veelmaal en op velerlei wijze gebrachte Christus-prediking winst gedaan? Zijt gij bekeerd? Bekeert gij U iederen dag opnieuw? Zijt gij verlost? Laat gij U iederen dag opnieuw verlossen? P. M. Namen der gedoopte kinderen op Zondag 9 Nov. 1913. Elisabeth, dochter van H. A. Schraal en E. Buis. Martinus, zoon van M. Drost en C. Snellen. Gerritje, dochter van G. Zwemmer en G. Visser. Petronella Jacoba, dochter van J. Koning en E. G. Driehuizen. Hendrik, zoon van J. M. Heck en J. A. C. Driehuizen. Antonie, zoon van T. Paap en M. H. Beekhuis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 1