Firma H. J. CaRELS
G. KUIPER
Een mooi Jongens- of Meisjesboek
Zending.
Allerlei-
Vragenbus-
Het adres voor Banketletters, Stukjes en Speculaas, is:
Prima HONIG TAAI TAAI a 25 cent per 5 ons.
Eiken Donderdagavond om 8 uur is er Bidstond bij den Heer van
Brutnmelen, Kostverlorenstraatweg 28.
Evangelisatiearbeid. Zaterdag 6 Dec., 's avonds 71/, uur, Kinder-
samenkomst in .Ons Huis". Zondag 7 Dec.,'s avonds 7 uur, Openbare
Samenkomst in „Ons Huis". Dinsdag 9 en Vrijdag 12 Dec..'s avonds
6 uur, Houtsnijcursus in „Ons Huis". Woensdag 10 en Vrijdag 12
Dec., 's avonds 7 uur, handwerk- en houtsnijcursus voor meisjes.
Vrijdag, 12 Dec., 's avonds 8 uur, Cursus Eerste Hulp bij Ongelukken
onder leiding van den heer F. de Stoppelaar, arts. Zaterdag 13 Dec.,
's nam. 4uur, Lichtbeelden-dienst voor kinderen, 's avonds 8 uur
voor volwassenen.
De penningm. mej. R. Gertenbach bericht de goede ontvangst: van
den hr. J. G. f 2.—, Mevr- v. R. f 3.—, voor de Evangelisatie; van
Ds. v. L. f 10.—, Mej. C. B. f 5.—, den hr, A. M. B. f 23.—, voor
het lantaarnfonds.
De handwerkklasse voor meisjes staat nu definitief onder leiding
van mej. E. H. Bakels, die zich tevens belast heeft met het penning
meesterschap èn van de handwerkklasse èn van de houtsnijklasse,
zoodat men alle gelden voor dit doel bestemd voortaan gelieve te
zenden aan haar adres: Kerkstr. no. 31. De handwerkklasse bestaat
uit 49, de teeken- en houtsnijcursus uit 63 leerlingen.
Het ligt in de bedoeling uit de beste leerlingen een klasse te
vormen, welke zich geheel toelegt op sierkunst en het vervaardigen
van klein en groot meubilair.
De penningm. mej. E. H. Bakels bericht de goede ontvangst: van
Mevr. S. f 5.—, Mevr. G. f 1.—, Mevr. B. handwerkmateriaal en
f 2.50, en den hr. W. f 1.—.
Van Mej. W. ontving ik f 1.— voor de zending.
De Zendingsconferentie.
De 27ste Algemeene Nederlandsche Zendingsconferentie is dit jaar
van 24—27 November te Amsterdam gehouden en was bijzonder be
langrijk door het feit, dat zij door onderscheidene leden van het
„Voortzettings—Comité" werd bijgewoond, dat de vorige dagen in
„Oud—Wassenaer" bij den Haag was vergaderd geweest. Zij geleek
daardoor ook op een vergadering van de „Evangelische Alliantie"
en het was heerlijk de eenheid te zien bij mannen, tot zoo verschillende
nationaliteiten en kerken behoorende, wier eenige wensch en doel
was: de uitbreiding van Gods Koninkrijk.
Op Maandag, 24 November, vereenigden zich zeer velen in de
Koningszaal in Artis, waar het Dames-Comité voor een vriendelijken
welkomst-avond gezorgd had. Dr. John Mott was er de feestredenaar
en wat hij zeide was waarlijk het aanhooren en ter harte nemen
dubbel waard. Men weet dat deze uitnemende dienstknecht Gods
van zijn Heer een bijzondere gave voor den arbeid onder studenten
ontvangen heeft, die hij door zijn machtig, door den Heiligen Geest
aangedreven woord, tot overgave aan den Heiland en tot werk in
diens wijngaard weet te bezielen. Reeds vele jaren is hij daarmede
bezig, eerst in Amerika en verder over de geheele wereld, die hij
reeds verscheidene malen heeft omgereisd. Ditmaal verhaalde hij ons
van zijn laatste, hoogstmerkwaardige reis in China, na ons eerst met
gloed en overtuiging te hebben gewezen op het, door christenen
maar al te dikwijls vergeten feit, dat wij cén zijn, indien wij Jezus
Christus als onzen Heiland belijden, tot welke Kerk wij overigens ook
mogen behooren. Wij zijn één, ook al voelen wij het niet altijd even
duidelijk, ja al handelen wij helaas, dikwijls in strijd met die heerlijke
waarheid en al beletten wij maar al te dikwijls de verhooring van
het „dat zij allen één zijn", in het Hoogepriesterlijke Gebed van
onzen Heer.
In China was Dr. Mott reeds driemaal geweest, en de vorige malen,
achttien en vijf jaar geleden, had hij te vergeefs getracht tot de vele
duizenden studenten van dat reusachtige rijk toegang te verkrijgen
om hun van Christus te verteilen. In de laatste jaren heeft China op
politiek en ander gebied groote veranderingen ondergaan, en toen
hij dit voorjaar weder kwant, had God op wonderbare wijze ook voor
hem en zijn boodschap de deuren der universiteiten en de harten
der studenten geopend.
Duizenden heeft hij avond aan avond onder zijn gehoor mogen
verzamelen, terwijl honderden nog wegens gebrek aan ruimte moesten
worden afgewezen. Het onderwerp van al zijn toespraken was:
Christus. Telkens wees hij de studenten er op, dat de groote en in
China algemeen vereerde Confucius, de wijsgeer uit de zesde eeuw
vóór Christus, vele ware en schoone dingen heeft gezegd, maar dat
Christus alleen in staat is om den zondigen ntensch zóó te vernieuwen,
dat hij de waarheid doen kan. En dit begrepen zij goed, want ook
onder hen waren er velen waar worden zij niet gevonden? die
vurig begeerden rein en heilig te worden en in zichzelven de kracht
daartoe niet konden vinden. De toespraken, die natuurlijk uit het
engelsch in het chineesch vertaald moesten worden, duurden ge
woonlijk telkens drie uur, en aan het einde van een serie toespraken,
werden er kaarten rondgedeeld, welke zij, die dit wenschten, mochten
onderteekenen. en waarin zij dan beloofden gedurende verscheidene
maanden de Heilige Schrift ernstig te onderzoeken en, waren zij in
hun verstand en geweten van de waarheid van het Christendom
overtuigd, zich tot een zendeling om nader onderricht in de christelijke
waarheid te zullen wenden. Honderden en nog eens honderden hebben
die kaarten aangenomen en onderteekend, en nu reeds zijn er onder
hen velen, die Christus als hun Heer hebben aangenomen en als
leden der christelijke kerk zijn bevestigd. En dit is nog slechts een
begin! Heerlijke uitkomst voorwaar!
v. L. (Slot volgt.)
Verzameld door C. B.
WIJZE INRICHTING
Vaak, als 'k een jeugdig paar zijn woning zag stoffeeren,
Scheen mij hun doen een daad, waar deze leus in zat;
„Veel liever zorg en leed op mollige tapijten,
Dan onbezorgdheid op een mat."
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag. Wat zijn de argumenten voor de conditioneele onsterfe
lijkheid?
Antwoord. Eenige argumenten zijn: a. God heeft den mensch
niét onsterfelijk geschapen. Hij kón sterven, maar behoefde niet te
sterven, zoolang hij leefde in de gemeenschap met God. Daaruit door
zijn zonde gevallen, moét hij sterven. (Zie Gen. Ill en Rom V 12,
waar „in welken" moet vervangen worden door „nademaal") God heeft
zich over den gevallen mensch ontfermd. Hij schonk der wereld
zijnen Zoon, en in Hem het leven. (Joh. 3:16) Die niet gelooft, heeft
het leven niet. b het N. T. leert niet dat de ongeloovigen eeuwig
voortleven in de hel. Teksten die dat schijnbaar wél doen, blijken,
bij juiste exegese voor de conditioneele onsterfelijkheid te pleiten
(b.v. Markus 9 43— 48 en de paralellen bij Mattheus en Lukas.
Voorts: Matth. 25 46, waar 't grieksche woord „kolasis" foutief is
vertaald door „pijn".) c de uitdrukking „de tweede dood" in Openb.
wijst op volstrekt levensverlies, d. uit I Joh. 2 176 valt des Apostels
conclusie af te leiden ten aanzien van hen die Gods wil niet doen.
e De condit. onsterfelijkheidsleer is de feitelijke leer der Schrift, die
in den loop der eeuwen door onkunde en dwaling is verduisterd
geworden, f. De condit. onsterfelijkheidsleer heeft een religieus-
ethische kracht, die de gewone voorstelling der gevestigde kerkleer
mist: zij plaatst voor ons geweten de groote antithese van dood óf
leven; zij doet aan het Woord Gods als levenswoord recht weder
varen; zij sluit zich aan aan 's menschen onuitroeibare zucht naar
levensbehoud; zij eert Christus als den levens-vorst; zij bewaart ons
voor de voorstelling dat God een tiran is, die zich lof zou bereiden
uit het eeuwige gekerm van millioenen zijner schepselenzij stelt
ons niet voor een dualistisch eind-resultaat.
ADVERTENTIE N.
Vleeschhouwerij en Varkensslachterij
Kerkstraat 14 Telefoon 102
Beslist 1ste kwaliteit.
VRAAGT PR IJS-COURANT.
Het Varkensvleesch, door mij verkocht,
staat onder geregelden keuringsdienst
van het Abattoir te Haarlem.
uit SAAF's BOEKHANDEL
is en blijft altijd een welkom K E R S T-G E S C tt E N K voor onze jeugd