Firma li. J.CARELS
G. KUIPER
Een mooi Jongens- of Meisjesboek
Zending.
Vragenbus-
Beslist 1ste kwaliteit.
VRAAGT PR IJS-COURANT.
De fijnste Sachsische Thuringer Weihnaehts-Stolleri,
Kerstkransen, Tulbanden enz, levert:
De geboorte van den Menschenzoon is het begin van
de wedergeboorte der menschheid.
E.
Het zegel van het goddelijke bestaat in grootheid, die
niemand bevatten, en in eenvoud, dien een kind begrij
pen kan. N. N.
Nadat er al meer dan 1900 jaren gepreekt is, blijft Jezus
Christus zelf nog altijd de geheel eenige preek voor de
gansche wereld. Carpenter.
Wees bang voor het gemakkelijke.
S'r. Martin.
Van Christus straalde een licht uit als van een eenzame
ster, een licht dat de duisternis rondom nog sterker deed
uitkomen; een gloed, die de Hem omringende karakters
tot ontwikkeling bracht en deed vrucht dragen een
iegelijk naar zijn aard. Fairbairn.
Er zijn menschen die op een winkel lijken, waarin alles
voor de glazen hangt, terwijl de winkel zelf leeg is.
Auerbach.
Het Evangelie in België.
(Slot.)
Nu nog iets over de onverdraagzaamheid, die de roomsche geeste
lijkheid in België ten toon spreidt. Het was mij, deze dingen lezende,
alsof ik in Spanje verplaatst was, waar hetzelfde, en erger, plaats vindt.
Onlangs werd te X., een dorp, waar slechts enkele protestantsche
gezinnen wonen, Mevr. B. ernstig ziek. De roomsche liefdezuster
bood vriendelijk haar diensten aan, die ook in dank en zonder arg
waan te koesteren, werden aangenomen Alles ging de eerste dagen
heerlijk; toen liet de zuster doorschemeren, dat de pastoor zoo gaarne
aan de zieke een bezoek zou willen brengen; immers, hij wist een
goed geneesmiddel tegen de kwaal! Op vriendelijke wijze werd aan
de zuster te verstaan gegeven, dat men liever van dat bezoek ver
schoond bleef. Doch zij bleef op steeds onbescheidener wijze aan
dringen, en toen dit niet hielp, kwamen de groote woorden van hel
en verdoemenis en nam zij plechtig afscheid van de vermoeide en
ontstelde kranke „voor deze wereld en voor de volgende". De oude
christin, die reeds 37 jaren lang het Evangelie kende, was gelukkig
onafhankelijk naar de wereld en heeft moedig de aanvallen doorstaan,
die zelfs bij een deel harer omgeving steun vonden; tot het einde
is zij getrouw gebleven en heeft een heerlijk getuigenis van haar
geloof afgelegd.
Een oude vrouw te S-, die de protestantsche bijeenkomsten geruimen
tijd getrouw had bijgewoond, werd door een ongeneeslijke kwaal
aangetast. Geregeld kwam de colporteur haar bezoeken, van wiens
bijbellezen en gebed zij steeds zeer genoot, en toen zij haar einde
voelde naderen, sprak zij den wensch uit volgens den protestantschen
ritus te worden begraven. Daar komt opeens de priester, die, toen
de toegang tot de kranke hem beleefd door haar man geweigerd
wordt, dezen dreigt de deur uit te zetten! Naden priester verschijnt
de kapelaan met een paar liefdezusters, die den man trachten te
te bewegen zich gedurende enkele oogenblikken uit de kamer te
verwijderen. Deze weigert, waarop de kapelaan aan de familieleden
der kranke gaat vertellen, dat de zieke wilde biechten, maar dat
haar echtgenoot zich er tegen verzet De kapelaan komt terug, dit
maal door een paar familieleden vergezeld. De stervende, die niet
meer spreken kan, beduidt den kapelaan door teekenen, dat hij zich
verwijderen moet. Deze beweert, dat die teekenen den man gelden;
maar de teekenen worden nog duidelijker en dringender, en ook de
familieleden begrijpen dat de stervende den priester niet begeert
Deze plaatst daarop een gewijde medaille in de handen der stervende
vrouw, die deze weigert aan te nemen.
Deze beide feiten zijn de laatste van een lange serie. Over het
algemeen willen de roomsche liefdezusters haar zorgen welaanniet-
roomsche kranken geven, maar in de hoop hen tot de roomsche
kerk terug te brengen; en daar zij zich niet kunnen voorstellen, dat
er buiten de roomsche kerk zaligheid is, deinzen zij voor geen enkel
middel terug om haar doel te bereiken. Eerst zacht en vleiend,
worden zij weldra dringerig en onbescheiden en ontzien de arme
kranke hoegenaamd niet die, zwak, alle moeite heeft zich tegen die
liefdelooze aanvallen te verdedigen. Overal is haar taktiek dezelfde,
•vooral in de huizen der armen, maar ook in de klinieken en hospitalen.
Men zal zeggen: priesters en zusters gehoorzamen aan hun ge
weten. Zeer waar, maar wij hebben ook een geweten, dat ons dringt
aan de stervenden zulk een strijd ter verdediging van hun geloof
te besparen. Zulke aanvallen op de vrijheid der stervenden ergeren
ons, ja boezemen ons walging in. In het vertrek van een stervende
spreekt men zacht en is men stil en ernstig; maar daarin houdt men
geen gevechten. Wij kunnen het niet verdragen, dat onze arme,
eenzame, stervende broeders en zusters tot hun laatsten ademtocht
gedwongen worden het geloof in Christus, waarin zij hebben geleefd
en waarin zij wenschen te sterven, tegen de aanvallen van een
fanatieken priester Ie verdedigen. v. L.
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.)
Vraag. Als God alwetend is, weet Hij natuurlijk ook, hoe een
menschenleven zal afloopen. Indien Hij nu vooruit weet, dat een ziel
moet verloren gaan, waarom vernietigt Zijn liefde dan niet die
wetenschap? m. a. w. Is het mogelijk, dat een ziel, bij Gods liefde,
verloren gaat?
Antwoord. God weet alle dingen. Zijn Alwetendheid is tevens
Voorwetenschap. Maar niet alles wat Hij voorziet, kan Hij zoo
hebben bepaald en gewild. Een moeder voorziet dat haar kind vallen
zal, als het niet luistert naar haar waarschuwing om haar hand niet
los te laten. Als het kind die waarschuwing in den wind slaat, valt
het. Niet omdat moeder het voorzag, maar gelijk moeder het voorzag.
God weet dat een mensch, die weigert zich aan Hem vastte houden,
verloren zal gaan. Weigert een mensch nu tóch en blijft hij weigeren,
dan moet hij niet verloren gaan omdat God het aldus had bepaald.
maar gelijk God het vooruitgezien heeft. Gods liefde behoeft zijn
voorwetenschap niet te vernietigen. Want die voorwetenschap is
geen onafwendbaar raadsbesluit. Des menschen verderf vóórziende,
laat Gods liefde juist niets ongedaan om hem er tegen te waar
schuwen. Zelfs liet Hij Zijne.liefde vleeschworden, opdat een iegelijk,
die in Christus gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbc.
Vraag Zoudt u mij ook de beteekenis kunnen zeggen van
I Kon. 16 34? Volgens dien tekst zou men zeggen dat het woord
van Jozua. hfst. 6 26 hier letterlijk in vervulling is gekomen. Hoe
moeten wij dit verstaan
Antwoord. Jozua's vervloeking beteekent: dat hij, die Jericho
weer zou opbouwen, van al zijn kinderen zou beroofd worden, van
den oudsten tot zijn jongsten zoon toe. Daarmee is niet bedoeld dat
Jericho's verwoeste huizen niet herbouwd mochten worden, zoodat
de stad nooit meer mocht bewoond worden. In Jozua 18 21 deelt
hij Jericho zélf toe aan den stam Benjamin en spoedig is de plaats
dan ook weer bewoond geworden (Richt. 3 13, 2 Sam. 10 5).
Vervloekt zou echter de man zijn die de vestingmuren, die zoo wonder
baar waren gevallen, weer zou herstellen en Jericho dus tot een
versterkte stad maken zoude. Deze bedreiging is, volgens 1 Kon.
16 34 letterlijk vervuld. Op bevel van Achab hernam Hiel het herstel
van Jericho's vestingwerken. Maar het oordeel trof hem. „Op Abiram,
zijn eerstgeboren zoon, heeft hij haar gegrondvest en op Segub
zijnen jongsten zoon heeft hij hare poorten gesteld", d. w. z. bij het
leggen der fundamenten van de stadswallen stierf zijn oudste zoon
en, eer de voleinding van den bouw was gekomen, toen de poorten
werden gesteld, waren ook zijn overige kinderen gestorven.
ADVERTENTIE N.
Vleeschhouwerij en Varkensslachterij
Kerkstraat 14 Telefoon 102
Het Varkensvleesch, door mij verkocht,
staat onder geregelden keuringsdienst
van het Abattoir te Haarlem.
uit SAAF's BOEKHANDEL
is en blijft altijd een welkom KERST-GESCHENK voor onze jeugd