Firma H.J.CaRELS Vragenbus- Allerlei- ELIZABETH SCHRAAL G. KUIPER Een mooi Jongens- of Meisjesboek ADVERTENTIEN. Kerkstraat 14 Telefoon 102 De fijnste Sachsische Thuririger Weihnachts Stollen, Kerstkransen, Tulbanden enz, levert: Mevrouw Paton, de echtgenoote van een zeer bekenden en beroem den zendeling in de Nieuw-Hebriden, een eilandgroep in de Stille Zuidzee, verhaalt daaromtrent de volgende aardige bijzonderheid.— Zij woonde toen met haar man op het eiland Aniwa. Toen de Heer mij, na mijn beide jongens, een meisje schonk, was ik buiten mijzelve van geluk. Ik had nu waarlijk een eigen doch tertje. Een van de vurigste wenschen van mijn leven was vervuld. Het was op een Zondag en mijn man kondigde die blijde gebeurte nis dien ochtend in de kerk aan, met de vriendelijke vermaning er bij, dat niemand mij in de eerste dagen moest komen bezoeken. Na den dienst vereenigde mijn man zich met mij in een vurig dankgebed tot den Heer, en wij spraken samen over den grooten zegen, ons geschonken. Daarna ging hij naar zijn studeerkamer en ik bleef een poosje alleen. Na eenigen tijd hoorde ik een zacht geritsel, en weldra verschenen twee oude inlandsche vrouwen, op handen en voeten kruipende om zoo stil mogelijk binnen te komen, daar zij, ondanks het verbod om mij te bezoeken, vast besloten waren mij te komen troosten, in wat zij meenden dat een groote droefheid voor mij moest zijn. Toen zij bij mij gekomen waren, grepen die goede zielen mijn beide handen en zeiden op medelijdenden toon: „O Missi, Missi (Mevrouw zende ling) u is nog jong en zult dezen droeven dag nog wel te boven komen!" Ik verschrikte hevig, daar ik dacht dat een onheil mijn man of mijn zoontjes was overkomen; maar haar volgende woorden stelden mij gerust: „U moet niet al te ongelukkig zijn, dat u nu maar een meisje hebt; u weet, dat u al twee zoons gehad hebt en er vóór uw dood nog wel veel meer krijgen zult. Wij hebben allen diezelfde teleurstelling moeten dragen. Wij kunnen niet altijd zonen hebben." Ik bezigde toen de sterkste uitdrukkingen, die ik maar vinden kon, om haar aan het verstand te brengen, dat haar medelijden hoege naamd niet noodig was. Ik liet haar het lieve kleine gezichtje en de mollige armpjes van mijn dochtertje bewonderen, en zij verlieten zeer getroost mijn kamer, verblijd dat zij nu „een echt klein blank vrouwtje van Aniwa" gezien hadden. Datzelfde kleine blanke vrouwtje van Aniwa heeft meer gedaan om al die bedroefde inlandsche vrouwen te troosten, dan honderd preeken zouden hebben kunnen doen Zij zien, hoe wij ons dochtertje liefhebben als een heerlijke gave Gods, hoe wij haar allen liefkozen, en onze daden spreken luider dan onze woorden alleen zouden kunnen doen. In het vervolg zullen alle kleine meisjes van Aniwa vriendelijker door haar ouders behandeld worden, nu zij onze liefde voor „het kleine blanke vrouwtje van Aniwa" gezien hebben. v. L. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord.) Vr.aag. in I Cor. 15 29 is sprake van „voor de dooden gedoopt worden". Wat is dat? Antwoord. Sommigen meenen dat Paulus spreekt van Chris tenen die zich voord w. z ten bate van gestorven vrienden lieten doopen, opdat dezen daarvan den zegen zouden ontvangen. Dit ge bruik zou dan op één lijn staan niet de voorbede voor de afgestorvenen Maar: ik geloof niet dat Paulus zegt dat in zijne dagen levende Christenen zich voor de dooden lieten doopen. opdat deze doop den gestorvenen ten goede zou komen. Ik meen dat Paulus de dooden voorstelt als de beweegreden waarom levenden zich lieten doopen. Omdat zij, die in Christus ontslapen waren, zouden opstaan, daarom lieten hunnentwegehunshalve de levende geloovigen zich doopen. De doop veronderstelt het geloof aan de opstanding van Christus en van de geloovigen. Neem de opstanding weg, en de doop wordt een ijdele ceremonie. Vraag. Als God een mensch geen volkomen vrijen wil geeft, is hij dan verantwoordelijk voor zijn daden? Antwoord. De vraag: „wilsvrijheid óf determinisme", is en blijft onoplosbaar. Evenmin laat zich de zedelijke evidentie van ons gevoel van vrijheid loochenen, als zich laat wegcijferen het besef onzer zedelijke verantwoordelijkheid Ondanks de overtuiging dat iemand in bepaalde gevallen niet anders heeft kunnen handelen dan hij gedaan heeft; ondanks alle beschouwingen die er toe strekken het zedelijk gevoel te verslappen, blijft zich het onuitroeibaar besef opdringen dat wij wèl anders moesten en dus kónden wezen, dan wij waren. In theorie weten wij met het vrijheidsprobleem geen weg. Maar in de practijk getuigt en overtuigt ons geweten, dat met onwederstaan- baar gezag onze verantwoordelijkheid handhaaft, dat wij om onze zondige daden niet alleen beklagenswaardig, maar ook schuldig zijn. Verzameld door C. B. EERST ZELF GEHOORZAMEN. De Russische generaal Suwarow stond zeer op een stipt opvolgen der door hem gegeven bevelen; en zelf stelde hij zich ook onder zijn eigen kommando. Eens was hij hevig vertoornd op een soldaat, die iets verzuimd had, en begon hem onbarmhartig af te ranselen. Een der adjudanten ver stoutte zich te zeggen: „Generaal Suwarow heeft bevolen, dat men zich niet door toorn mag laten meeslepen." Ter stond hield Suwarow op en zeide: „Als de generaal het bevolen heeft, dan moet hij ook gehoorzaamd worden." WARMTE. Wie, als reeds 't water kwam tot koken, Het vuur maar harder steeds gaat stoken, Die zal zich in zijn werk bedriegen 't Vocht wordt niet warmer't gaat vervliegen. Zijn voor de goede zaak de harten eenmaal warm, Dank God, verkoel ze niet, maarstook u ook niet arm. BID EN WERK. Twee zendelingen trokken in Indië een gevaarlijke rivier over in gezelschap van verscheidene personen. Opeens stak een hevige storm op, zoodat allen dreigden om te komen. „Laat de predikanten bidden," riep een der reizigers. „Neen," antwoordde de oude schipper, „laat er één bid den, en de ander een riem nemen om met ons te roeien." Heden overleed mijne innig geliefde Echtgenoote en der kinderen zorgzame Moeder geb. BUIS, in den ouderdom van 34 jaar en 9 maanden. Haar diepbedroefde Echtgenoot, Zandvoort, H. A. SCHRAAL 21 December 1913. en Kinderen. Ik legde met de mijnen Den tocht naar 't kerkhof af, En zag, met droeve oogen, Terneêr in 't open graf. Het bergt mijn halve leven lil zijnen donk'ren schoot; lk wil het volgzaam geven, Maar, ach! mijn smart is groot. Vleeschhouwerij en Varkensslachterij Beslist 1ste kwaliteit. VRAAGT PR IJS-COURANT. Het Varkensvleesch, door mij verkocht, staat onder geregelden keuringsdienst van het Abattoir te Haarlem. uit SAAF's boekhandel is en blijft altijd een welkom GESCHENK voor onze jeugd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1913 | | pagina 3