Voor eiken dag.
Zending.
Allerlei.
Tot Mei is er dus nu f 15.in kas. Dan komen er
weer contributies binnen. Wat te doen, als er in de eerst
volgende maanden verscheidene zieken en kraamvrouwen
om hulp aankloppen Maar wat anders, dan
Van mevr. S., geb. W. werd in dank f 25.ontvangen
voor de hulp der Wijkzuster, harer moeder verleend.
De Vrouwenkans vergadert 's maandagsavonds om 8 uur
in „Ons Huis". Des Donderdagsavonds om 8 uur houdt
de Heer v. Brummelen een Bidstond bij zich aan huis.
Mevr. P. M. is iederen Woensdagmiddag van 2—5V2
thuis om bezoek te ontvangen.
Evangelisatie-arbeid. Zaterdag, 14 Febr., 's avonds 7
uur, Kindersamenkomst in „Ons Huis". Zondag, 15
Febr., 's avonds 7 uur, openbare samenkomst in „Ons
Huis". Dinsdag, 17 en Vrijdag 20 Febr., houtsnijcursus
in School A 's avonds 6 uur, Klasse 17 uur, Klasse 11.
Woensdag, 18 Febr., 's avonds 7 uur, handwerkklasse in
„Ons Huis". Vrijdag, 20 Febr., 's avonds 6'/2 uur, vertel
avond in „Ons Huis" 8 uur, cursus Eerste Hulp bij on
gelukken voor Heeren, onder leiding van den heer F. de
Stoppelaar arts.
Verzameld door C. B.
Dit worde beschouwd als de plicht van een rijk man.
In de eerste plaats, het voorbeeld te geven van een be
scheiden en niet pralerige levenswijshet vermijden van
vertoon, het op bescheiden wijze tegemoet komen aan de
billijke behoeften van hen, die van hem afhankelijk zijn
en na dit alles in het oog te hebben gehouden liet
overige deel van zijn inkomen te beschouwen als een aan
hem in beheer gegeven fonds, dat hij strikt volgens zijn
geweten dient te besteden op de wijze, die z.i. er op
berekend is de nuttigste resultaten af te werpen voor zijn
land. Carnegie.
De mensch moet evenmin het tegenwoordige als het
toekomende uit het oog verliezen, evenmin de aarde als
den hemel vergeten hij moet zijn als de maan die zich
tegelijk om deze donkere aarde en om de helder stralende
zon beweegt. Jean Paul.
„Heerniet het liefste, maar het beste'' dat is een
kort, maar recht christelijk gebed. Caspari.
Gelukkig de vrouw, wie haar arbeid nooit te klein en
haar naald nooit te fijn is, die zich zelve vergeeten
enkel in anderen leeft. Goethe.
Ons uurwerk gaat gewoonlijk verkeerd als wij iets van
God willen hebben, dan gaat het voor, en als God iets van
ons wil hebben, dan gaat het na. Daarom moet ons uur
werk noodzakelijk verbeterd en geregeld wordenGod
zendt van tijd tot tijd een goeden horlogemaker en regulateur,
en zijn naam is: „beproeving". J. A. Strausz.
Ons leven wordt ten laatste de afbeelding van ons
ideaalniemand kan dus genoeg waken over de richting,
die zijne wenschen nemen. Wagner.
Spreek niet van een heilig leven, maar laat uw geheiligd
leven spreken. E.
Elim.
(Slot.
„Enkele dingen wil ik hier noemen," zoo gaat de lieer Zalmann
voort," die ik in die vijf en twintig jaren van de Joden heb onder
vonden. Verdrukking, haat, slagen, in de gracht hebben zij mij ge
worpen, en van de trappen hebben zij inij gegooid. Evenwel heeft
dit alles mij gélukkig niet ontmoedigd, integendeel, het heelt veeleer
mogen medewerken tot verheerlijking van den Naam des Heeren,
Twee dagen voor mijn Jubileum heb ik op bijzondere wijze des
Heeren gunst mogen ondervinden. Den 29 November 1913 hebben
drie Joden en één Jodin in Elim den Heiligen Doop ontvangen,
welke plechtigheid door Ds. Dolman uit Hamburg geleid werd.
„Dal was een vreugde, waarvoor ik geen inensehen, maar alleen
God dank, die inij gedurende die vijl' en twintig jaren zooveel
zegeningen geschonken heeft, dat ik ze niet tollen kan.
„Op 1 December begonnen reeds vroeg de verrassingen. Acht
russische en oostenrijksche Jo ten, door mij onderwezen in de
christelijke leer, kwamen mij gelukwenschen en zongen mij een
hollandsch lied toe.
„Daarna trad mijn ijverige helper J. M. Rottenberg naar voren.
Ook voor hem was ik het middel in Gods hand geweest om hem
tot Christus te leiden in Elim had hij den Heiligen Doop ontvangen.
Mede namens mijn overige geestelijke kinderen, las hij mij een
allerhartelijkste toespraak voor, die hij had opgesteld en waaruit ik
het volgende wil aanhalen.- De kring dergenen die gij dienen
kunt welke zich in uw bestaan verheugen, u liefhebben en dank
baar zijn en voor uw behoud bidden, is steeds grooter en rijker
geworden en het is onmogelijk allen bij name te noemen. Maar uw
geestelijke kinderen die hier staan, groeten u allen met een heili
gen en feestelijken groet der liefde en des vredes Dit heb ik in
naam van ons allen gezegd, thans moet ik ook een woord voor nn
zeiven zeggen. De hand des Heeren heelt ons aan elkander ver
bonden en u ook als een instrument op mijn levensweg gebruikt,
waarvoor ik Hem en u dan ook hartelijk dankbaar ben en vooral
voor de liefde, welke gij mij de twee en een half jaar, in uw huis
doorgebracht, hebt betoond. Geve ons de Almachtige, dat in weer
wil van allen strijd en alle moeielijkheden, het toch van ons moge
gezegd worden wij hebben tot heden in den Heer geloofd en zullen
dit blijven doeu tot in eeuwigheid".
„Wat er toen in mijn hart omging, kan ik niet in woorden uit
drukken. Nooit had ik mij kunnen voorstellen, dat een eenvoudige
felicitatie mij zoo zou aangrijpen. Ik was mij zelf geen meester
meer; als een warm Oosterling omhelsde ik mijn helper en kuste
hem hartelijk, wat hij eerlijk verdiend had."
Wat de heer Zalmann verder van de feestelijkheden van dier. dag-
schrijft, ga ik thans voorbij, maar ik vraag: is zulk een leven, in
den dienst van den Heiland doorgebracht, niet rijk en heerlijk V
En weegt de blijdschap, bij het zien van zulke vruchten, voor de
eeuwigheid gerijpt, niet ruimschoots op tegen de moeite, den strijd
en de vervolgingen? Het werk onder Israël is zeer moeilijk en vaak
teleurstellend, maar ongezegend is het toch niet; dat toont ons de
arbeid van den lieer Zalmann in Elim. v. L.
Verzameld door C. B.
MOHAMMED EN DE SPIN.
Toen Mohammed in strijd was met zijn schoonvader,
beleefde hij moeilijke dagen. Eens werd hij achtervolgd
en vluchtte in een grot. Zijn vijanden waren hem dicht
op de hielen. In de grot woonden een spin en een hagedis.
De hagedis begon uit al haar macht te schreeuwen toen
Mohammed binnenkwam.
De spin werd boos en zei„Houd toch je mond. Je
zult hem verraden aan zijn vijanden".
Maar de hagedis hield niet op. Toen weefde de spin
een web, dat de opening van de grot afsloot. Juist was
zij daarmee klaar, toen de vijanden voor de grot kwamen
te staan.
„Daar kan hij onmogelijk zijn binnengegaan" zei een
van hen. „Dat web is nog heelemaal gaaf", en zij gingen
verder.
Zoo redde de spin het leven van Mohammed en daarom
mag een Mohammedaan nooit een spin doodmaken.
DE K1KVORSCH EN DE GANZEN.
Een kikvorsch wilde naar de overzijde van een breede
rivier, maar zij kon zoo ver niet zwemmen en vroeg aan
twee ganzen haar over het water te dragen.
„Dat is goed en wel," zeiden de ganzen, „maar hoe
dragen wij u over?"
„O, dat is heel gemakkelijk," zei de kikvorsch. „Neemt
ieder een uiteinde van dezen stroohalm in den bek. Ik
zal er in bijten en zoo draagt ge mij door de lucht".
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Een troep menschen aan den oever, zag het drietal in
de lucht.
„Kijk," riepen zij, „dat hebben die eenden aardig bedacht."
„Neen, neen", wilde de kikvorsch roepen. „Dat heb ik
zelf bedacht." Maar pas had zij haar mond geopend, of
zij plofte naar beneden.