H. J. CARELS.
Advertentiën.
GONNERMAN Go., Machinefabriek, Haarlem
Specialiteit in IJs- en Koelmachines.
Boek- en Kunsthandel
P. Saaf
Zending.
VAN
Op de 4de Conferentie voor Inwendige Zending, die
1316 Juli e.k. te Doetinchem zal gehouden worden, worden
door de hier genoemde sprekers de volgende onderwerpen
behandeld: Ds. J. C. Schroder, Luth. pred. te Nijmegen:
„Openingsrede" Ds. S. Doornbos, Geref. pred. te Doe
tinchem Korte godsdienstoefeningMr. Dr. v. d Laar te
Gendringen „Het sociale vraagstuk en de Kerken" A. H.
J. G. Walbeehm, oud-assist.-resid. te den Haag „Hethooge
belang van den arbeid der Inw. Zend. onder de Europeanen
en Indo-Europeanen in Ned.-Indië" Dr. F. v. Gheel Gilde-
meester te den Haag: Bijbelbespreking; Ds. Ph. J. Hoede-
maker te Doesburg Korte godsdienstoefening Mej. Dr.
C. Gerlings te Zeist: „Het stemrecht voor de vrouw inde
Kerken"; Ds. D. G. A. Oskamp te Winterswijk„De gees
telijke verzorging van de fabrieksbevolking op het platte
land" Prof. Dr. A. v. Veldhuizen, Hoogl. te Groningen
Bijbelbespreking; Ds. J. C. Schuller te den Haag: „Het
recht van bestaan en de inrichting van godsdienstige sa
menkomsten van Christelijk karakter, naast onze gewone
kerkdiensten" Ds. J. Groeneweg, Pred.-Direct, der Doet.
inrichtingen Slotrede.
Voor f6.50 heeft men gedurende die dagen logies en
pension, benevens het recht alle samenkomsten bij te wonen.
Een zangkoor, onder leiding' van Mej. van Woensel Kooy,
gevormd door Diakenen en Diakonessen (zuster Dina zingt
ook meezal zich doen hooren.
Voortaan worden onder déze rebriek ook geregeld opge
nomen de opgaven van den Burgerlijken Stand der ge
meente Zandvoort. Deze zijn 1219 Juni 1914:
GeborenDochter van M. v. Sluisdam—Weber.
C. F. Galesloot—Schouten.
J. Zwaanenburgv. d. Schinkel
J. G. G. Hollenberg—Czamer.
Medische Zending in China.
{Slot.)
Het bleek ook, dat zij 's nachts uit haar bed kroop en alle etens-
restjes, die zij van de andere patiënten kon bemachtigen, opat,
hoewel zij natuurlijk van ons behoorlijk, maar voorzichtig, eten
kreeg. Doch zij was zóó uitgehongerd, dat zij niet te verzadigen was.
Nu weet ik wat honger beteekent, en ik ben maar blij dat ik de
ellende van den hongersnood in Centraal-China een paar jaar ge
leden niet heb behoeven aan te zien, want dat moet een vreeselijk
gezicht geweest zijn.
Dit arme meisje had bovendien een ernstige ziekte en al onze
zorgen konden niet verhinderen, dat zij twee weken later stierf.
Toen de man, die haar gekocht had, voor de tweede maal terugkwam,
was zij juist gestorven. Hij scheen er zich niet veel van aan te
trekken. Hij weigerde de verplegingskosten te betalen en evenzoo
de lijkkist te bekostigen. Na lang praten stemde hij eindelijk toe
de verplegingskosten te betalen, maar ik moest onzen bediende
met hem mee naar huis sturen om het geld betaald te krijgen.
In het vaderland koopt en verkoopt men vee, maar in China ver
koopt men ook jongens en meisjes. Dit is een vreeselijke zaak.
Het breek ons het hart dit te zien. Wij zien het dagelijks.
Een jongen wordt verkocht omdat zijn ouders arm zijn, of hij wordt
gekocht omdat er geen zoon in de famillie is. Een meisje wordt
verkocht, omdat zij een meisje is. Een meisje met normale voeten
wordt verkocht om slavin te wordeneen meisje met gebonden
voeten wordt verkocht om een bruid of een bijwijf te worden.
Wij zijn blijde te zien, dat er ook in dit opzicht verbetering komt,
maar de gewoonte is toch nog maar al te veel in zwang. In het
hospitaal ontmoet ik telkens patiëntjes, kinderen die verkocht of
gekocht of ook wel verlaten zijn, omdat zij niet gezond zijndat
heeten dan de slechte koopjes, en die komen juist vooral in het
hospitaal.
Zoo kwam bijv. niet lang geleden een moeder met een kleinen
jongen, die zij voor 30 (Mexicaausche) dollars had gekocht. Dat is
zeer goedkoop, want jongens zijn doorgaans lOOen meer dollars waard.
De vrouw dacht dus, dat zij een koopje had gehad, maar tot haar
teleurstelling bemerkte zij al spoedig, dat de kleine knaap ziekelijk
waszoo kwam zij met hem naar het hospitaal voor onderzoek en
behandeling.
Het arme jongskeHij was reeds in de schaduw des doods, maar
de moeder (koopster) wist het niet. Twee derde van zijn rechterlong
was al weg, en het andere derde deel en de geheele linkerlong was
ziek. Hij stierf dan ook reeds 10 dagen na de opname.
Zoodra ik de moeder gezegd had, hoe gevaarlijk zijn toestand was,
werd zij vreeselijk boos en wilde niets meer met den jongen te
maken hebben. Zij zeide dat zij in haar koop bedrogen was, en dat
zij hem zeker niet zou gekocht hebben, als zij geweten had. dat hij
ziek was. Toen hij gestorven was, wilde zij niet eens voor zijn be
grafenis zorgen„gij kunt er voor zorgen,' zeide zij„ik ga naar
huis". Ik wist. dat zij geen geld hadmaar hoe vindt ge zulk een
handelwijze? Wij zorgden dus voor een lijkkist en voor de begrafenis.
Een paar dagen geleden kwam een moeder met een kleinen jongen,
omdat hij doof was. Toen ik haar vroeg, hoelang hij al doof was,
zeide zij, dat zij dat niet wist, want dat zij hem pas een paar dagen
geleden had gekocht; ik vroeg haar, of zij dat dan niet gemerkt had.
Zij antwoordde, dat zij hem goedkoop had gekregen, maar er niets
van had gemerkt. Bij onderzoek bleek dat de gehoorgangen ont
braken, dus een aangeboren misvorming, waar niets aan te doen
,was. De moeder vroeg, wat zij dan met hem moest beginnen. Ik
antwoordde.- „heb hem lief en zorg goed voor hem," waarop het
zelfzuchtige heidensche antwoord kwam „maar hij is tot niets nut."
Ook kwam een paar dagen geleden een moeder en de grootmoeder
met een klein kind van 4 jaar in het hospitaal. De moeder ging bij
de tafel zitten en zeide: „Kijk eens naar dit kind. Hij is 4 jaar oud
maar hij kan niet eens zien, niet praten en niet loopen. Wij hebben
gehoord dat gij zeer knap zijt; wij zijn bij u gekomen opdat u hem
zoudt genezen."
Ik onderzocht het kind en moest daarna verklaren, dat ik geen raad
voor hem wist. Direct antwoordde daarop de grootmoeder: „Wij
zullen hem aan u geven". Ik zeide: „Maar wat moet ik met het
kind doen?" „O, gij kunt hem op uw scholen onderwijzen."
Ik zeide: „Neen, gij moet hem liefhebben en hem nog meer zorg
geven dan wanneer hij normaal was." Zij antwoordden: „Wij hebben
nog twee kinderen thuis om voor te zorgen; zijn vader is weg en
wij hebben geen geld". Ik zeide: „Dat kan alles waar wezen, maar
al hadt gij nog zes kinderen thuis, gij moet ze allen liefhebben en
vertrouwen op God, den Hemelschen Vader, die u in al uw nooden
zal helpen; zorgt dus goed voor hem". „Dus gij wilt hem niet heb
ben." „Neen".
Zulke ondervindingen doen wij hier bijna wekelijks op; indien wij
al de kinderen aannamen, die men op die manier aan ons kwijt wil
zijn, zouden wij in een maand tijds ons weeshuis vol hebben met
kreupele en invalide kinderen; en nooit zou de moeder meer naar
hen omzien. Hiertoe nu zijn wij niet in staat. Maar het is niet te
begrijpen hoe niet alleen koopsters maar ook de eigen moeders en
grootmoeders zoo hard van harte kunnen zijn. dat zij hare ziekelijke,
kreupele en invalide kinderen op de eene of andere manier trachten
kwijt te raken. v. L.
De Hef.r en Mevrouw POSTHUMA—
DóLLEMAN, geven kennis van het over
lijden van hunne hartelijk geliefde Moeder
Mevrouw H. L. DóLLEMAN-
thierry de bije.
Groot Bentveld, 16Juni1914.
Naast den Uitzichttoren
VERKRIJGBAAR:
N ieuws van den Bag Nieuwe
Rolterd. Courant Anisterd.
Weekbl. (groene) Zandv.
Courant Zondagsbode De
Prins H et Leven Panorama
BerlinerTageblatt Yossische
Zeitnng 5)T0ie Woche"
Eet het