VOOR ZANDVOORT ENAERDENHOUT
Loiigeimg,haarlem. assss1^^
No. 22
ZONDAG 27 SEPTEMBER 191^
3de Jaargang.
Nog is het einde niet.
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
Abonnementsprijs
Per Jaargang voor Zandvoort 1.50
buiten (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0 05
REDACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort.
Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout.
Adres voor de Administratie
P. SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
Zandvoort - Telefoon No. 27
Advertentiën 1—5 regels 0.55
Elke regel meer0 10
Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0 06
Bij abonnement extra korting
Zondag 27 September 1914, Ned. Herv. Gemeente:
v.m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
(Viering van het H. Avondmaal).
„Nog is het einde niet."
Matth. 24 vs. 6c.
II.
In de tweede plaats worden alle gissingen en berekeningen,
de toekomst van den Zoon des menschen betreffende, als
geheel onvruchtbaar gestempeld door Jezus' stellige verklaring
dat „bet einde" niet. langzamerhand nadert, maar plotseling
daar zal zijn.
Het heeft den schijn als geeft de Heer in vs. 29 en 30
van ons teksthoofdstuk wèl een zeer duidelijke aanwijzing
wanneer het einde te verwachten zou zijn, n.l. terstond na
de verwoesting van stad en tempel. Maar dan volgt daar
ook uit dat die voorzegging niet is vervuld, want Jeruzalem
is in het jaar 70 verwoest en nu, na 1844 jaren, is nóg het
einde niet. Evenwel, het oorspronkelijke woord, in onze
vertaling door „terstond" weergegeven, heeft óók de be-
teekenis van „eensklaps", het latijnsche „subito", het engelsche
„suddenly". En diè beteekenis past hier uitnemend. Jezus
zegt dit: dat Zijn toekomst, wanneer eenmaal Jeruzalem zal
ondergegaan zijn, onverwachts, plotseling daar zal wezen;
een verzekering, die Hij in vs. 11 zóó gaf„gelijk de bliksem,
uitgaat van het Oosten en schijnt tot het Westen, alzóó
zal ook de toekomst van den Zoon des menschen zijn".
En die Hij, bij Zijn verschijning aan Johannes op Patmos
zóó herhaalde: „Zie, Ik kom haastelijk", hetgeen niét be-
teekent: Ik kom spoedig, maar: als lk kom, zonder eenige
tijdsbepaling dus, dan zal het haastelijk wezen, met de
snelheid van den bliksem.
Welk een roepstem tot waakzaamheid en bereid zijn: de
Heer komt! Of zullen wij zeggen dat wij die roepstem
niet noodig hebben? Ziet toe, dat U niemand verleide!
Al kan niemand zeggen wanneer de laatste ure der
wereldgeschiedenis slaan zal, die laatste ure komt. En dan
zal voor ons alles afhangen van onze verhouding tot Hem,
die van God is verordineerd tot Rechter over levenden en
dooden.
Voor de wereld zal Zijne verschijning wezen als de komst
van een dief in den nacht.
Maar voor Zijne Gemeente zal zij de komst zijn van den
Bruidegom tot zijne Bruid, wier adventsbede is: Ja kom,
Heere Jezus
„Het einde" is óf de vervulling van de schrikwekkende
bedreiging„zie. de Rechter staat voor de deur", óf de
blijde noodiging: „kom in, gij gezegende Mijns Vaders, be-
erf het koninkrijk dat u bereid is!"
Verderfenis óf erfenis wel óf weeverdoemenis óf eeuwige
zaligheidbuitenste duisternis óf het feestelijk verlichte
Vaderhuis; sterven óf leven; hellevaart óf hemelvaart.
Dat zal „het einde" zijn. Voor de wereld, voor de mensch-
heid, voor iederen mensch afzonderlijk, voor u, mijn lezer!
gelijk als voor mij.
Die den Heere Jezus niet lief heeft, die zij een vervloeking.
Die den Heere Jezus lief heeft, hij zal de heerlijkheid
Gods zien. Maranatha!
En daarom! waak en bid! Laat uwe lendenen omgord
zijn en de kaarsen brandende en wees den menschen gelijk
die op hunnen heer wachten, wanneer hij wederkomen zal
van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem ter
stond mogen opendoen.
Zalig zijn de dienstknechten, welke de Heer, als hij komt,
zal wakende vinden
Of antwoordt iemand dat wij die toekomst des Heeren
immers toch niet meer zullen beleven en dat derhalve de
opwekking om ons gereed te houden voor de laatste ure
haar uitwerking wel missen moet?
Maar dan vraag ik: gij, die niet weet wanneer het einde
zal wezen, weet gij dan wanneer uw einde komen zal
Nog is ook dat einde niet!
Misschien komt het voor u eerst over vele, vele jaren
misschien wacht u nog een lange en bange weg; misschien
ook zal het reeds daar zijn over weinige weken misschien
na enkele dagenmisschien nog heden.
Maar, wat ook onzeker moge wezen, niets is zekerder
dan déze zekerheid dat het komt. Het is den mensch gezet
eenmaal te sterven.
En daarna het oordeel. Het onherroepelijk vonnis, waar
van geen revisie nóch cassatie zal zijn in eeuwigheid.
Als 'k eens van d' aarde schèide,
Och, wijk dan niet van mij
Als ik den doodsnik beide,
Och, sta dan aan mijn zij'!
Och, blijv', wat troost ik derve,
De hoop op U mij bij,
Opdat, wanneer ik sterve,
In U mijn einde zij
P. M.
Ververij en Chemische Wasscherij stoonit eD ïerft alle SDOrten
DAMES- en HEEREN GARDE-
Jï n4Trrrminrr Gr- Houtstraat 5a ROBE, vlug en onberispelijk.