Als de winkeliers de prijzen s Zondags verdubbelden,
zou men wel 'sZaterdags zijn inkoopen doen!
Voor eïken dag.
Uit de Gemeente.
FEUILLETON.
Wat zijn er veel rampzalige huwelijken! Maar hoe wordt
er dan ook, als in de dagen van Noach, op los getrouwd!
Is het een wonder dat de uitkomst van een rekensom totaal
fout is, als men reeds bij het begin een fout heeft gemaakt
Menigeen klaagt er over dat hij zoo alleen is dat nie
mand vriendelijk voor hem is en ieder hem vergeet. Maar
is het dan zoo bevreemdend dat de onbarmhartige en nij
dige en twistzieke en zelfzuchtige door de menschen op
hun beurt behandeld wordt, zooals hij hen behandeld heeft
Voorwaar, voor geen gering deel maakt de mensch zelf
zijn levensgeschiedenis. Wie kwaad doet, kwaad ontmoet
Of wijst gij er op dat het den vrome in deze wereld toch
zoo dikwijls slecht en den goddelooze dikwijls goed gaat?
Maar ik zeg u dat dit niet het geval is. Wij vergissen ons
telkens in onze beoordeeling van hetgeen vroom en godde
loos is. Wanneer wij iemand volkomen kenden, zooals God
ons kent, zouden wij altijd zien dat hij ontvangt zijn ver
diende loon.
Vergeten wij daarbij niet dat er ook een in het verbor
gene maaien is van hetgeen men heeft gezaaid. Bij alle
succes naar buiten, is er niet zelden een innerlijke onrust
evenals de inwendige mensch vernieuwd kan worden van
dag tot dag, hoewel de uitwendige mensch verdorven wordt.
En dan de oogst die men hier binnenhaalt, bestaat nog
maar uit de eerstelingen van den grooten oogst. Er is een
eeuwigheid. En die eeuwigheid zal niet anders zijn dan de
consequentie van ons leven in den tijd.
-*
Misschien dat gij, aangegrepen door den ernst van het
tekstwoord, vraagt wat gij doen moet? Er zijn er die u
zullen zeggen vraag God om vergeving, bid dat Hij het
gedane ongedaan make. Maar die raad is, hoe vroom
klinkend, valsch. God kan zoo'n gebed niet verhooren, zoo
waarachtig als Hij niet kan ophouden God, d.i. de Gerech
tigheid te zijn. Hij stelt zijn wetten niet om die Zelf te
overtreden. Er is vergiffenis, ook voor de grootste zonde.
Maar er is geen vergiffenis die een vrijbrief zou wezen om
zonder schade te' kunnen zondigen. Een zelfmoordenaar
kan, het doodelijk vergif ingenomen hebbende, vergeving
ontvangen. Maar het vergif werkt door. Een mensch kan,
zijn lichaam verwaarloosd hebbende, vergeving ontvangen.
Maar de sporen dier verwaarloozing worden niet uitgewischt.
Wie anderen het leven verbitterd en verkort heeft, kan
vergeving ontvangen. Maar de aangerichte schade is nooit
meer te herstellen. Maaien moéten wij hetgeen wij gezaaid
hebben.
Eén ding zit er maar voor ons op de gevolgen te aan
vaarden de straf gewillig te dragen ons ootmoedig te
buigen onder het oordeel Gods. Dan zal God Zijn genade
zóó aan ons verheerlijken, dat Hij ons alle dingen, dus ook
alle verkeerde dingen, die wij deden, doet medewerken ten
goede. Dat Hij ons uit verlies nog winst bereidt, winst voor
ons hart, eeuwige winst.
Zoo blijkt de God der gerechtigheid, die de misdaden
bezoekt, Dezèlfde te wezen als de God der liefde, die de
zonden vergeeft. P. M.
Verzameld door C. B.
Niet vreezen
Gij zult niet vreezen voor iemands aangezicht, want het
gericht is Godes. Deuteron. 1 vs. 17.
Al ging ik ook in een dal der schaduwen des doods, ik
zoude geen kwaad vreezen, want Gij zijt met mij.
Psalm 23 vs. 4.
De Heer is mijn licht en mijn heil, voor wien zoude ik
vreezen? Psalm 27 vs. 1.
God is ons een toevlucht en sterkte, Hij is krachtiglijk
bevonden een hulp in benauwdheden. Daarom zullen wij
niet vreezen. Psalm 46 vs. 2, 3.
De Heer is bij mij, ik zal niet vreezen.
Psalm 118 vs. 6.
Zie, God is mijn heilik zal vertrouwen en niet vreezen.
Jesaja 12 vs. 2.
Vrees niet; Ik ben de eerste en de laatste, en Die leef
en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle
eeuwigheid. Amen. Openb. 1 vs. 17, 18
De Naaischool.
Maandag 19 Oct. werd, 's namiddags 5 uur in „Ons
Huis", de Naaischool weer geopend met 43 leerlingen.
De hoofdonderwijzeres Mej. Jansen was helaas door onge
steldheid verhinderd daarbij tegenwoordig te zijn. De
meisjes werden onthaald op een kop „stoom hetwelk is,
overgezet zijnde uit het Zandvoortsch dialect in onze Hol-
landsche taalchocolade. Een paar liederen werden ge
zongen en met dankzegging werd gesloten.
Waren er verleden jaar 3 onderwijzeressen, de nood der
tijden dwong het Bestuur tot bezuiniging en zoo kon eene
onderwijzeres niet weer worden aangesteld, zoodat Mej.
Jansen nu alleen door Mej. Bekker ter zijde wordt gestaan.
Met de geldmiddelen van de Naaischool wil het nog
Een jeugdig prediker.
Jan Jacob Mauricius, den 3den Mei 1692 te
Amsterdam geboren, was de zoon van Johannes
Mauricius. een voormalig priester van de orde
der Dominikanen. die vóór zijn huwelijk tot
den hervormden godsdienst was overgegaan.
Deze vader, blijkens zijn uitgegeven geschriften
een niet onverdienstelijk letterkundige, werd
daarna een gegoed koopman in de hoofdstad,
die zelf zijn zoon in de latijnsche en grieksche
talen onderwees.
Deze zoon. onze Mauricius, was een waar
wonderkind, wat zijn buitengewoon vroege ont
wikkeling betreft alleen met Hugo de Grootte
vergelijken. Als blijk daarvan strekke hetgeen
men in het „Kort verhaal van wetenswaardige
zaken betreffende de Gasthuiskerk der stad
Amsterdam", aldaar in September 1791 gedrukt,
vindt aangeteekend
In 1699. den elfden Januari, zijnde Zondag,
predikte, tot verwondering der geheele stad, in
deze kerk een kind. dat nauwelijks zes en een
half jaar oud was, in de tegenwoordigheid van
honderden van menschen welke zulk een schoo-
ne predikatie deed, dat ieder die hem hoorde
ten uiterste verwonderd was, ja hetwelk som
migen met schreiende oogen deed zeggen, dat
nu bewaarheid wierd, dat de Zaligmaker Matth.
21 6 gezegd had (uit den mond der jonge
kinderen en der zogelingen hebt Gij U lof toe
bereid) dewijl ieder voorbeeld uit de Heilige
Schriftuur dat het kind bijbragt, hen tot in 't
binnenste van de ziel drong. Ónverzaagt en
zonder eenige ontroering trad hij den preek
stoel op en was, na men konde merken, zeer
verheugd zoo vele toehoorders te zien, welke
hij allen zeer eerbiedig groette.
Daarop deed hij een uitnemend gebed, hetwelk
hij zoo krachtig uitsprak, dat de menschen die
hetzelve hoorden, het nauwelijks in konden
beelden, dat zulks uit dien mond voortkwam,
dien zij nogthans voor hare oogen zagen en
hoorden spreken. Nadat hij zijn gebed gedaan
had, nam hij zijn text uit Mattheus 7: 15 en 16
(Maar wacht u van de valsche profeten, dewelke
in schaapskleederen tot u komen, maar van
binnen zijn zij grijpende wolven. Aan hunne
vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook
een druif van doornen of vijgen van disteien
Voorts bevestigde hij de woorden van zijn pre
dikatie met zeer vele deftig te pas gebrachte
schriftuurplaatsen en waarvan hij de capittels
en vaerzen zonder eenige de minste hapering
bijbracht. Na omtrent een uur gepredikt te
hebben, besloot hij zijne predikatie met de
woorden van den apostel Paulus tot de Ro
meinen, hoofdstuk 11 33, 34,35 en 36 (O diepte
des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis
GodsHoe ondoorzoekelijk zijn zijn oordeelen
en onnaspeurlijk zijne wegen! Want wie heeft
den zin des Heeren gekend of wie is zijn raads
man geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven
en het zal hem wedervergolden worden Want
uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle
dingen. Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid.
Amen.) Voorts eindigde hij met de woorden
van het volmaaktste gebed van den Heiland en
wenschte alle zijne toehoorders een heerlijken
zegen toe, waarmede een ieder met de grootste
vergenoeging naar huis ging.
v. L.