J. Lottgering.
VOOR ZANDVOORT ENAERDENHOUT
No. 28
ZONDAG 8 NOVEMBER 1914
3de Jaargang
Allerheiligen.
DE ZONDAGSBODE
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
Abonnementsprijs
Per Jaargang voor Zandvoort 1.50
buiten (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers005
RE DACTIE:
G. POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort.
Jhr. Dr. M. F. van LENNEP - Aerdenhout.
Adres voor de Administratie
P. SAAF, Burgemeester Engelbertsstr. 9-13
Zandvoort - Telefoon No. 27
Advertentiën 15 regels0-55
Elke regel meer„0.10
Dienstaanbiedingen 1—5 regels 0.35
Elke regel meer006
Bij abonnement extra korting
Zondag 8 November 1914, Ned. Herv. Gemeente:
m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
Alle de heiligen groeten U.
Filipp. IV vs. 22a.
I.
Was het den 31 sten October een hoogst gewichtige
gedenkdag voor de Protestanten, die telken jare dankbaar
gedachtenis vieren van Luther's optreden op dien datum
van het jaar 1517, den Isten November was het een hoog
feest voor de Roomsch-Katholieken. Hun „Allerheiligen"
is de dag aan al hunne „heiligen" gewijd.
Hoe hebben wij over der roomschen heiligen-vereering
te denken
Ik begin met de opmerking dat zij ongetwijfeld van
heiclenschen oorsprong is.
Wel worden de geloovigen in het N. T. „heiligen' ge
noemd. Paulus noemt de Romeinsche Christenen „geroepene
heiligen" (Rom. 1 vs. 7) en zijne brieven aan de Efeziërs
(1 vs. 1) en de Filippenzen (I vs. I) zijn gericht aan de
„heiligen'' die te Filippi en te Efeze zijn. In onzen tekst
brengt de Apostel de groeten der broeders te Róme aan
die te Filippi over en hij doet het met déze woorden „al
de heiligen groeten u".
Ook zijn het Grieksche en Latijnsche woord voor „heilig"
afgeleid van een wortel, die „vereeren" beteekent. Zij be
duiden eigenlijk eer-waardig.
Toch is van een heiligen-«ei-ee)™<7 nérgens sprake in de
Schrift.
Integendeel 1
Als het volk, na de genezing van den kreupele, ons in
Handel. 111 verhaald, zich om Petrus en Johannes verzamelde,
verbaasd zijnde, wees Petrus alle eerbetoon onmiddellijk
af, zeggende „Gij Israelietische mannen, wat verwondert
gij u over dit, of wat ziet gij zoo sterk op ons, alsof wij
door onze eigene kracht of godzaligheid dezen hadden doen
wandelen
Paulus en Barnabas deden niet anders. In Handel, XIV
heeft de eerste te Lystra' een kreupele genezen. Ziende
wat er geschied was, verhieven de scharen hunne stemmen
en zeiden in hvet Lycaonisch „De goden zijn den menschen
gelijk geworden en tot ons nedergekomen 1" En zij noemden
Barnabas Jupiter en Paulus Mercurius, omdat hij het woord
voerde- En de priester van Jupiter, die vóór hunne stad
was, als hij ossen en kransen aan de voorpoorten gebracht
had, wilde hij offeren met de scharen. Maar Barnabas en
Paulus, dat hoorende, scheurden hunne kleederen en sprongen
onder de schare, roepende: „Mannen, waarom doet gij deze
dingen Wij zijn ook menschen van gelijke bewegingen
als gij en verkondigen ulieden dat gij u van deze ijdele
dingen zoudt bekeerén tot den levenden God
En als Johannes op Patmos nederviel om te aanbidden
voor de voeten des Engels die hem de dingen, welke hij
gezien en gehoord had, toonde, vernam hij van dien heiligen
Engel dit bestraffend woord Zie, dat gij het niet doet
want ik ben uw mededienstknecht en uwer broederen, der
profeten, en dergenen die de woorden dezes boeks bewaren
aanbid Gód (Openb. XXI vs. 9).
In de Grieksch-Romeinsche wereld vinden wij daarentegen
het begrip der heiligen-vereering wel. Naast de goden ver
eerde men in Griekenland de heroën, van wie men wist
dat zij stervelingen waren geweest, maar zich, door diensten
aan de menschheid bewezen, de eer des hemels hadden
waardig gemaakt. In den ouden tijd werd Hellas, zoo ver
haalt men, door een algemeene droogte geteisterd, totdat,
op raad van het Delphisch orakel, alle steden gezanten
zonden tot Aeacus, vorst van Aegina, den vroomste en
eerwaardigste der Grieken, om hem om zijn voorbede te
vragen. Het gebed had plaats en de regen kwam. Aeacus
is Hellas' regen-heilige.
Eeuwen later, in historischen tijd, werd Griekenland door
aardbevingen bezochtalleen het landschap Attica bleef
van die bezoeking bevrijd. Een priester had n.l. eene open
baring gehad dat, wanneer de stad niet spoedig offers bracht
aan Achilles, zware rampen haar zouden treffen. Hij had
deze voorzegging aan de overheden medegedeeld, maar
dezen hadden hem uitgelachen. Daarop had hij zijn maat
regelen genomen en een klein beeld van Achilles vervaardigd,
dat hij plaatste onder het groote beeld van Pallas Athene.
Telkens wanneer nu aan deze godin een offer werd gebracht,
eerde hij ook. met den daartoe voorgeschreven ritus, den
heros met een offer. Op deze wijze bleef Attica van aard
bevingen verschoond. De heros Achilles vervult hier geheel
de rol van den roomschen heilige rampen verhoedende én
wonderen verrichtende.
Ook de Romeinsche vereering der „Lares", der bescherm
goden van het huis, is nauw aan die der „heiligen" verwant,
evenals de eerbewijzen die aan de levende en gestorvene
keizers werden gebracht, terwijl in de 3de eeuw keizer
Alexander Severus in zijn bidvertrek de beelden had ver-
eenigd van alle groote geesten die de menschheid op het
gebied der religie had voortgebracht, onder welke ook de
beeldtenissen van Abraham en van Christus waren opge
nomen. In een tweede bidvertrek- stonden de beelden van
minder hoogstaande, maar toch ook door den glans van
goddelijkheid bestraalde mannen, van-wie Cicero en Virgilius
genoemd worden, die trouwens in de middeleeuwen voor
weinig minder dan „heilig" golden. In deze vertrekken
Ververij en Chemische Wasscherij
Gr. Houtstraat 5a
HAARLEM.
Stoomt en verft alle soorten
DAMES- en HEEREN GARDE
ROBE, ving en onberispelijk.
ZANDVOORT, Telef. 145.
HAARLEM, Tel. 1561 en 771.