Mededeelingen.
De oorlog en de Zending.
Vragenbus-
geschonken, Mevrouw Pfundt een Kerstverhaal voorlas.
Recht voldaan keerden allen huiswaarts, verblijd met
een kleedingstuk, een bon voor vleesch, brandstoffen, petro
leum, terwijl bovendien nog de vrouwtjes 3 pond rijst en
een kleine versnapering meekregen. Deze bijzonder royale
tractatie is te danken aan de bijzonder royale wijze waarop
in en buiten Zandvoort voor dezen feestavond is gegeven.
De penningmeesteresse bericht dat op de Kerstlijst is
ingeteekend tot een bedrag van f83.05. Bovendien kwamen
de volgende giften in: van Mr. v. d. V. te O. f 10.
Mevr. v. d. V. te O. f5.Mevr. B. te O. f5.Mevr.
W. te B. f5.Mevr. B.—v. H. te A. f 10.Mevr. T. v. B.
te A. f 10.Mevr. d. C. te A. f2.50; Mevr. v. L. te A.
f2.50; Mevr. D. v. L. te H. f5.Mevr. K. te A. f2.50;
Mej. v. W. C. te H. f 2.50; van N. N. f5.terwijl Mevr.
J. B. te A. een pak gemaakte kleedingstukken zond.
C. B.
Ds. en Mevrouw P. M. zeggen, met wederkeerige heil-
wenschen, allen hartelijk dank, die hunner met 1 Januari
zoo vriendelijk gedachten.
Mej. C. B. betuigt haar Zandvoortsche vrienden, leer
lingen en oud-leerlingen dank voor de haar toegezonden
heilwenschen bij de wisseling des jaars.
De Dinsdagavond catechisatie wordt 12 Januari om half
acht hervat.
De meisjes van de Donderdagavond catechisatie, die be
lijdenis des geloofs wenschen af te leggen, worden ook
Dinsdag 12 Januari 's middags half drie in de consistorie
kamer verwacht in „volledige catechisanten-uitrusting" der
halve wie komt zonder Bijbel, zonder schrift, zonder potlood,
wordt niet toegelaten.
Tijdens de ongesteldheid van Ds. P. M. wordt ook dit
extra-uur door Mej. C. B. gegeven.
De Bibliotheek der N. C. Q. O. B. afdeeling Zandvoort
is geopend iederen Dinsdagavond van 8—9 uur in „Ons
Huis".
Voorloopig zal de Redactie van den Zondagsbode alléén
door Dr. van Lennep worden gevoerd. Ook met hun vragen
voor de „Vragenbus" moeten de abonnés zich tot zijn
adres richten in Aerdenhout.
Berichten voor de rubriek „Mededeelingen" moeten even
wel toegezonden worden aan Ds. P. M. vóór Dinsdagmiddag
12 uur.'
Morgen begint de Zondagsschool weer. Er kunnen nieuwe
leerlingen aangenomen worden. Behalve in de laagste klas.
Openbare Samenkomst van de afd. Zandvoort der N. C.
G. O. V. op Vrijdag 15 Jan.,'s avonds 8 uur, in „Ons Huis".
Spreker: de Weleerw. Heer Ds. Vunderink uit Haarlem.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
30 Dec. 1914—8 Jan. 1915.
OndertrouwdJ. Zwemmer en M. Schaap.
Geboren: Johan, zoon van H. Poots en B. A. C. van Popta.
Cornelis Jan, zoon van J. van der Werff en
M. A. J. de Jager.
Overleden: N. Dekker, 33 jaren.
J. van Toombergen, 34 jaren.
Vervolg.)
Nu was, in de laatste jaren, meer en meer het internationaal karakter
van de zending naar voren gekomen en door de christenen verstaan.
Tot een ware Evangelische Alliantie der zending heeft vooral ook
de groote internationale Zendingsconferentie bijgedragen, die in 1910
te Edinburg gehouden werd en waarvan het zoogenaamde Voort
zettingscomité het gevolg was. uit afgevaardigden van verschillende
landen en kerken bestaande, dat eenmaal per jaar zou samenkomen
om belangrijke zendingsvraagstukken te bespreken en te trachten
meer eenheid en daardoor meer kracht in het zendingsprogram en
de zendingsmethodes te brengen.
Gelijk men zich herinneren zal, kwam dat Voortzettingscomité
verleden najaar in „Oud-Wassenaer" bij den Haag samen en had er
gezegende bijeenkomsten. Onder voorzitterschap van Dr. John Mott
uit Amerika, waren daar«Hollanders, Duitschers, Franschen. Engel-
schen en Amerikanen broederlijk bijeen.
En nu! Zou men zich onder de tegenwoordige omstandigheden
zulk een vergadering kunnen voorstellen? Helaas, hoeveel jaren za
het misschien nog moeten duren, eer de toestand weer zoo geworden
is dat Duitschers. Engelschen en Franschen alle haat en nijd ver
getende, opnieuw als broeders kunnen samenkomen! Is dat niet een
groote, onberekenbare schade voor de zaak van het Koninkrijk Gods?
(Wordt vervolgd) v. L.
(Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord).
Vraag. Als de ziel zich van het lichaam scheidt, bij
den dood, wordt zij dan dadelijk geoordeeld door God. Of
zal God pas oordeelen op den oordeelsdag?
Antwoord. Bij de beantwoording van deze en derge
lijke vragen moeten wij nooit de ernstige woorden van
Deut. 29 29 vergeten: „de verborgene dingen zijn voor
den Heere onzen God, maar de geopenbaarde zijn voor
ons en voor onze kinderen tot in eeuwigheid, om te doen
al de woorden dezer wet." De Schrift geeft op de vraag
naar den toestand van de ziel na den dood niet zulk een
duidelijk antwoord dat alle verdere vragen overbodig worden
er blijven verborgenheden over, die eerst in de eeuwigheid
zullen worden opgelost en waarvan wij dan ook hier beneden
niet moeten beproeven den sluier af te lichten. Op grond
van verschillende uitspraken van den Heer en zijn apostelen
mogen wij als waarschijnlijk aannemen dat de ziel van den
geloovige na den dood reeds terstond in een toestand van
gelukzaligheid is, van vrijheid van de banden der zonde,
van aanschouwen van de goddelijke heerlijkheid, maar dat
de volkomen gelukzaligheid eerst komt bij de verschijning
van Christus in heerlijkheid, wanneer het nieuwe lichaam
der opstanding den geloovigen geschonken wordt. De
Schrift zegt (Joh. 3: 18): „Die in hem (Jezus) gelooft, wordt
niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is aireede veroor
deeld." De geloovige weet dus dat hij niet veroordeeld
wordt. Hoe zou dit ook kunnen, daar hij het eigendom
van zijn Heiland is? Maar toch moeten wij allen eenmaal
voor den rechterstoel van Christus verschijnen, opdat een
iegelijk wegdrage hetgeen in het lichaam geschied is. hetzij
goed, hetzij kwaad (2 Cor. 5 10). Er gaat dus een eind
oordeel over onze werken, gelijk ook hier in dit leven
voortdurend door God geschiedt, en wie weet hoeveel van
hetgeen wij misschien heel mooi vonden, voor Gods heilig
vuur niet bestaan zal; maar de geloovige weet toch, dat
hij zelf behouden en gerechtvaardigd is.
v. L.