Kerkboeken in ruime sorteering. - =AF Lndvoort ND= Voor eiken dag. Mededeelingen. Zending. Allerlei. Het lijden heeft zijn nut en vrucht Het lijden, maar het kwijnen niet 't Veerkrachtig lijden, dat niet zucht, Maar met een glimlach opwaarts ziet, Zich keert naar 't licht, dat troostrijk straalt, Waarbij de vrucht van 't leed zich zet En dat, waar 't diep in t harte daalt, De kracht verhoogt en d' ijver wet. Beets. Verzameld door C. B. Hij, wiens keus het is Christus na te volgen, hij kiest den naam die bóven alle namen is, het voorbeeld dat hooger is dan alle hemelen, maar tevens zoo menschelijk, dat het voor een mensch ten voorbeeld kan zijn, dat het genoemd wordt en kan genoemd worden in hemel en op aarde, hier en ginds als het hoogste. Er is maar één weg tusschen hemel en aarde: Christus na te volgen; er is, beide in tijd en eeuwigheid, maar één keus, een eenige dien weg te kiezen er is op aarde maar één eeuwige hoop Christus na te volgen tot in den hemel. Er is in het leven één zalige vreugde Christus na te volgen en in den dood één laatste zalige vreugdeChristus na te volgen ten leven. God schept alles uit niets en alles wat God moet gebruiken maakt Hij eerst tot niets. Het is een stichtelijke gedachte dat wij tegenover God altijd ongelijk hebben. Als het leven een raadsel is, dan zal het einde wel zijn dat Hij, die het raadsel heeft opgegeven, het zelf verklaart. Zoo bepaald en beslist is de meening der Schrift dat de weg der volmaaktheid door moeite heengaat, dat men wel licht over niets zooveel schriftplaatsen vindt, die allen hetzelfde zeggen„dat wij door vele verdrukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk Gods." De Schrift zegt niet alleen dat er geen bovenmenschelijke verzoeking is, maar zegt op een andere plaats, waar er sprake is van den schrik die den menschen zal overkomen, tot de geloovigen„als deze dingen beginnen te geschie den heft uwe hoofden opwaarts De verzoe king is dus niet bovenmenschelijk groot; integendeel, als de verdrukking het verschrikkelijkst is, is de geloovige nog een hoofd grooter, een hoofd gróóterja, hij is juist dat hoofd grooter, dat hij onder de verzoeking boven houdt. En als de verdrukking de weg is, is de geloovige ook boven de verdrukkingwant de weg waarop een mensch gaat, loopt toch niet over zijn hoofd heenneen, als hij er over gaat, betreedt hij die met zijn voeten. (UitNieuwe Keur uit de werken van Sören Kierkegaard.) Den 2den Paaschdag treedt, 's morgens 10 uur, Ds. W. C. Posthumus Meyjes Jr. predikant te Giethoorn, voor de Zandvoortsche Gemeente op. De opbrengst der 1.1. Zondag gehouden extra-collecte, ten bate van de Protestantsche Commissie ter behartiging der godsdienstige belangen der Protestantsche militairen in en nabij de stelling van Amsterdam, bedroeg f 19.25. Dinsdag, 30 Maart, 's avonds om 7 uur, heeft de aan neming der nieuwe lidmaten plaats. Goeden Vrijdag, 2 April, de bevestiging, door Dr. J. Weener, predikant te Haarlem. Goeden Vrijdag, 's avonds 7 uur, wordt het avondmaal gevierd, onder leiding van Ds. C. J. van Paassen, predikant te Haarlem. De e. v. Doop is vastgesteld op 11 April. Burgerlijke Stand van Zandvoort. 19—26 Maart 1915. OndertrouwdD. Molenaar en A. Paap. Geboren: Agnes, dochter van P. J. Sebregts en T. C. Grin. Hermanus Theodorus Carel, zoon van J. Haan en F. M. H Biickmann. Uit Algiers. (Slot) Te Telessa zeide een Jood: „Wij moeten eerst den rabbi vragen, de boeken te onderzoeken of ze wel „koscher" zijn Ik ging met hem naar den rabbi dien wij in de synagoge vonden. Hij zeide: .Gij kunt uwe boeken verkoopen, wanneer gij een verklaring hebt, die ik voor u schrijven wil. Gij kunt die bekomen voor f 1.25". Ik ant woordde hem, dat ik dat geld niet had, omdat ik nog niets verkocht had. Toen zeide hij: „Dan zal mijn zoon u geleiden totdat gij be talen kunt". Zoo ging dan de knaap met mij. Spoedig kocht een Jood een Oud-Testament, en toen hij naar den prijs vroeg, zeide ik: Het boek kost 62Va cent en 5 centen moet ik hebben voor den rabbi". De Jood zeide: „Die vijf centen wil ik niet betalen''. Eenige andere Joden hadden dit gehoord, en een hunner scheurde de verklaring van den rabbi voor de oogen van diens zoon in stukken. Vervolgens kocht de een na den ander boeken. Het laatste station mijner reis was Saukarras. Een man daar vroeg mij of ik een Joodsch gebedenboek voor den Verzoendag had. Ik antwoordde: „Zoo lang gij dezen dag op uw eigenwillige manier houdt, hebben wij daarvoor geen boek". Dat verschrikte den man en hij zeide: „Wat? vieren wij den dag niet zooals het God behaagt? Verzoenen wij ons dan niet op dezen dag met alle menschen en vasten en bidden wij niet uren achtereen?" ..Dat kan wel zijn," antwoordde ik. „maar sta mij toe u er op te wijzen dat God het onderhouden van dezen dag voorgeschreven heeft en wat daarvan de hoofdzaak is". Nu verklaarde ik hem uit het derde boek van Mozes en uit Hebr. IX, hoe alleen het bloed verzoening voor de zonden aanbrengt. Ik voegde er bij. dat het heel goed is, elkander vergeving te vragen, maar dat het voornaamste zijn moet, God om vergeving te bidden voor het kwaad dat wij tegen Hem gedaan hebben door Zijn Zoon te verwerpen. Ik kon vele boeken onder de menschen brengen en alle traktaten uitreiken, die ik nog had. Eensklaps werd ik hartelijk gegroet door eene jeugdige Jodin. Toen ik haar niet herkende, zeide zij: „Kent gij mij niet meer? Ik ben een vroegere leerlinge uwer school te Tunis". Zij noemde haren naam en dien harer onderwijzeressen en verhaalde aan den rabbi, die daarbij stond, dat zij in onze school alles over den Messias ge hoord had. Toen verzocht zij mij mede te gaan naar hare woning, ten einde mij aan haar man te kunnen voorstellen. Ook deze ver welkomde mij zeer hartelijk. Zijne vrouw zeide tot hem: Nu is er een goede gelegenheid voor u om een Franschen Bijbel tekoopen." Tot hiertoe had de man gebruik gemaakt van haren schoolbijbei. De man kocht een Bijbelde vrouw toonde haar liederenboek, waaruit zij vaak zong en zij zeide, dat zij haar kind, als hij den leeftijd daarvoor had, naar de Protestantsche school in Tunis zenden zou." v. L. Uit „De Hope Israels." Verzameld door C. B. GOED HUMEUR. Als de dingen ons ontstemmen, is dat een bewijs van de overwinning, die zij op ons hebben behaald. Zij doen ons de grauwe livrei van den overwonnene en van den galeislaaf dragen. Bewaar uw goed humeur! Dat is een teeken van nederlaag voor alle vijanden der ziel, een eer aan God bewezen, midden uit de duisternis een daad van geloof, die medetelt onder de hoogste en reinste.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 3