Technisch Bureau tl J- LEEN. Ingezonden. Vragenbus- Advertentiën. GEVRAAGD Licht-, Kracht- en Zwakstr.-Installaties. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Aan het Nederlandsche Volk. Het Internationaal Vredescomité, gevestigd te Amsterdam, meent in het belang van het doel, dat het beoogt, goed te doen hare meening te publiceeren betreffende de incidenten, die zich dezer dagen voor deden. Het comité zou zijn taak te licht opvatten wanneer het, terwijl ernstig gewerkt wordt aan het voorbereiden van maatregelen, welke kunnen leiden tot beëindiging der oorlogsgruwelen, verzuimde zich te doen hooren. nu enkele gebeurtenissen van den laatsten tijd de gelukkig kleine oorlogsgezinde partij in ons land, aanleiding zouden kunnen geven tot propaganda voor haar denkbeelden. Het is hier niet de plaats, om de feiten stuk voor stuk na te gaan en conclusies te trekken, maar doel van dit schrijven is, er op te wijzen, dat een deel van het overgroot aantal vredelievender! inden lande, den koers kwijt raakt en meent, dat op de bejegening ons aangedaan, ten slotte oorlog zou moeten volgen. En men rede neert zoo, of laat zich door de vechtersbazen verleiden zoo te rede neeren, omdat men bang is. dat anders ons volksaanzien, onze eer zouden lijden Niets is minder waar dan dat. Juist de voorvallen der laatste maan den, de gruwelijke gevolgen van de menschenslachting. die niet eens den naam van .oorlog" verdient, geven elke regeering, geven elk volk het recht, alles te doen om te voorkomen dat nog andere landen en volkeren, aan de slachting deelnemen. Wanneer in het gewone leven twee mannen van meening verschillen, doordat een hunner zich door den ander slecht behandeld heeft ge zien, brengt men het geval voor een eereraad van enkelen of voor den eereraad der publieke meening. Zou het hier anders moeten Wordt eenig volk verongelijkt, gehinderd, getreiterd zelfs, laat het dan niet dwaselijk om verlies van eenig goed, of zelfs van enkele menschenlevens, véél erger in de waagschaal stellen, nu de moderne oorlogvoering eiken flinken strijd heeft onmogelijk gemaakt, en laat het geen daad doen, die, hoe flink ook op zich zelf, zou tengevolge hebben, dat weer duizenden ongelukkig worden. De geschiedschrijver zal Nederland niet veroordeelen, omdat regee ring en volk zich weten te stellen boven het tot nu geldende begrip van volkeren-eer, het er op los gaan, wanneer men gehinderd wordt, omdat de wijze van oorlogvoeren is ontaard in slachten van menschen op een wijze, die strafvervolging zou eischen, wanneer dieren zoo zouden worden gedood. Het is de wijze waarop oorlog wordt gevoerd, die elk mensch moet doen zeggen: „dat niet". Wij lazen in het Handelsblad, (opgemerkt zij, dat nog niet was opgehelderd van welke nationaliteit de duikboot was, wier beman ning de niet te kwalificeeren daad beging de „Katwijk" in den grond te boren): „Het is zeker te betreuren, dat onze innige wensch om buiten den „oorlog te blijven, die uitwerking op onze Duitsche buren heeft gehad. „En wij zijn overtuigd, dat de Duitsche regeering toch een niet „geheel juisten indruk ontvangen heeft. Zeker, wij wenschen buiten „den strijd te blijven, wij zullen veel verdragen, veel lijden en ver buren om niet onze zonen mede in den verschrikkelijken krijg te „zenden. Maar het offer, dat wij aldus brengen, zou te groot kunnen „zijn; zoo de naburige landen de overtuiging kregen, dat Nederland „zich haast alles, zich elke vernedering, elke rechtsverkrachting zal „laten welgevallen en zij bij hunne handelingen ten onzen opzichte „daarmede rekening hielden, zou de vrede te duur gekocht kunnen zijn". Doch dat behoeft niet. De regeering zal t.h.t. middelen weten te vinden om den benadeelden recht te verschaffen, zonder dat zulks verdere ellende tengevolge heeft. Ons prestige zal daardoor niet lijden. Integendeel, de beestmensch zal nu wel zijn laatste daden doen, althans voor zeer langen tijd en als men onze houding beoordeelt, zal men het noemen een wijs be leidte voorkomen, dat de geschiedschrijver krijgt te boekstaven, dat in het jaar zoo en zooveel wij in den strijd kwamen, of anderen bij ons kwamen strijden, ons land werd platgebrand, het zooveelste gedeelte van onze bevolking verminkt of vermoord, een ander zoo veelste gedeelte onteerd en wat er nog meer „geschiedde". Vertrouwen zij gesteld in onze regeering en daarbij vooral geen opwinding van een aard, die wij terecht in andere volken laken. Namens het Int. Vredescomité, C. F. J. BRANDS, Amsterdam. De Evangelisatie-samenkomsten, uitgaande van de afd. Zandvoort der N. C. Q. O. V., onder leiding van de Hervormde Stadszending te Haarlem, liggen weer achter ons. Zoo vermeent het bestuur, zijn welgemeenden dank te mogen betuigen, aan de WelEerw. sprekers, die hiertoe hebben medegewerkt, n 1. de H H. Ds. O. Posthumus Meyjes, Ds. Vunderink, Ds v. Paassen, Ds. Montijn, Ds. Blauw, Van Marle en v. d. Kloot Meijburg. De laatstgenoemde was zoo vriendelijk het daarheen te leiden, dat wij in den kring der Herv. Stadszending te Haarlem werden opgenomen. Over het algemeen werden de bijeenkomsten goed be zocht; het doel dezer bijeenkomsten was, om de menschen te mogen bereiken, die van het Evangelie en de kerk vervreemd zijn. Mogen er dan ook velen bereikt zijn. met het woord van onzen Heer en Koning, gewaarschuwd, geroepen, genoodigd als zij werden om toch te bedenken, wat tot hun vrede dient en zoo tot een beslissing gekomen zijn. Wij vertrouwen dat a.s. winter de bijeenkomsten op denzelfden voet voortgezet zullen kunnen worden. Zandvoort, 20 April 1915 HET BESTUUR. (Niet onderteekende vragen worden niet beantwoord). Vraag. Wat beteekent het woord van den Heer Jezus „Waar het lichaam is, aldaar zullen de arenden vergaderd worden"? (Lukas 17 37). Antwoord. Dit zelfde woord komt ook in Mattheus 24 28 voor, met een kleine wijziging: „Want alwaar het doode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden". De Heiland spreekt van zijn wederkomst en van het eindoordeel dat die komst zal vergezellen. Gelijk nu de roofvogels zich terstond verzamelen daar waar hun scherp gezicht een dood lichaam ontdekt heeft, zoo ook moeten, ten gevolge van de noodzakelijke zedewet door God gegeven, de goddelijke oordeelen zich verzamelen overal waar een persoon, een kerk, een staat, een volk door de zonde sterft en tot bederf overgaat. Onherroepelijk staat dan het oordeel vast. Een ernstig woord voorwaar en dat ons allen, die den dood, ook den geestelijken dood onderworpen zijn, moet uitdrijven tot Jezus, den Levensvorst die den dood overwonnen heeft en ook in ons overwinnen kan. Vraag. Wie zijn de Nicolaïeten, waarvan tweemaal in de Openbaring gezegd wordt dat Jezus hun werken en hun leering haat? (Openb. 2:6, 15). Antwoord. Dit is niet zeker. Sommigen hebben oud tijds gedacht, dat zij volgelingen waren van Nicolaus, een der eerste zeven diakenen (Hand. 6 5), die volgens den kerkvader Irenaeus later het geloof verloochende en tot heidensche en onzedelijke praktijken verviel. Deze meening is echter zeer onwaarschijnlijk. Anderen hebben in de Nicolaïeten een symbolischen naam gezien. Nicolaus zou dan de grieksche vertaling zijn van het hebreeuwsche Bileam, gelijk „volksbedwinger". Ook deze afleiding is onzeker. Hoe het zij, waarschijnlijk behoorden zoowel de Nicolaïeten als de Bileamieten (Openb. 2 14) tot een kettersche sekte, die losbandigheid, vrijheid van de zedewet en een wandelen naar de lusten des vleesches in haar banier had geschreven, onder het voorgeven, dat de geest juist tot vrijheid en heerlijkheid komt, wanneer aan het vleesch wordt toegegeven, en dat de christen boven de wet staat. Diezelfde droevige afwijkingen vinden wij later herhaaldelijk in de geschiedenis der kerk terug, o. a bij de wederdoopers te Munster in 1534. v. L. Voordirect,een meisje voor de kinderen, van 8 tot 5 uur en genegen lichte huise lijke bezigheden te verrichten, of een dagmeisje, flink en met alle huishoude lijke zaken bekend. Zich te melden a.s. Maandag 26 dezer na 12 uur „Grace Darling" Haarlemmer straat 13. 1 W. GERTENBACH en g. A. DE ROODE hopen den 6en Mei hunne 12V2-jarige Echtvereeniging te herdenken. g Hunne dankbare Kinderen, OudersBroers en Zusters. 'C Zandvoort22 April 1915. VAN CDCI IVCTD A VAN SPE1JKSTR 4. Interc. Telef. No. 101. Aanbevelend,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1915 | | pagina 3