Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen
No. 1
ZONDAG 2 MEI 1915
4de Jaargang
bob 83
Predikbeurten.
Vernieuwing.
DE ZONDAGSBODE
VOOR
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS:
Per Jaargang voor Zandvoort en
Bloemendaal f 1.50
elders (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0.05
R E D A. C T I E
G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort
Jhr. Dr. M F. VAN LENNEP - Aerdenhout
J A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal
Mej C. BIENFAIT - Aerdenhout
Adres voor de Administratie:
P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
1—5 regelsf 0.55
Elke regel meer0.10
Dienstaanbiedingen, 1 5 regels 0.35
Elke regel meer0.06
Bij abonnement extra korting
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Ned. Herv. Gemeente. Zondag 2 Mei 1915.
Zandvoort, v. m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
(Extra-collecte.)
Bloemendaal, v. m. 10 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN.
Gij vernieuwt liet gelaat des aardrijks.
Psalm 104 305.
Wat aanleiding gaf tot het dichten van den 104den psalm,
weten we niet. Evenmin is bekend, wie de dichter is van
dit glorielied. Wel is dit duidelijk, dat we hier een dichter
lijke omschrijving, een glansrijke illustratie hebben van het
scheppingsverhaal in Genesis 1. 't Is een draperie van
tintelende woorden, rond het slotwoord der scheppings
dagen „God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet het was
zeer goed t Is een jubel der aanbiddende bewondering
om de scheppingsmacht van Jehova. Daarom begint de
psalm met bezingen van het licht. En eindigt met een
toespeling op den eeuwigen Sabbath van Gods rust, die
volmaakt zal gekomen zijn, als ook op aarde geen plaats
meer voor zonde zal wezen.
Tusschen dat licht van den eersten dag en dat licht van
den laatsten dag, glanst heel de schepping van Gods majesteit.
Zooals 'n vorst 'c schitterend statiekleed aandoet, kleedt de
Heer zich met het licht. Hij maakt de wolken tot Zijn
wagen. Hij wandelt op de vleugelen van den wind. Uit de
stormwinden maakt Hij Zijne boden. Uit 't vlammend
bliksemvuur Zijne dienaars. De maan heeft Hij gesteld tot
maat der tijden. En de zon weet haren ondergang. Als God
den adem wegneemt, keert alle leven terug tot stof. Maar
zendt Hij Zijnen Geest uit, dan worden ze geschapen en
„Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks
Ik heb gedurig gedacht, hoe droevig-blijde waarheid dat
is in de lente van dit jaar. Wij hooren slechts uit de verte
het rumoeren der volken. Maar hebben ze niet op de lente,
op de vernieuwing van „het gelaat der aarde" gewacht, om
nog 'n beetje erger te gaan vernielen God vernieuwt. En
wij vernielen, antwoorden de volken. Maar nu ziet ge zeker
wel ditGod laat zich door al dat rumoer, door al die
zonde niet in Zijn werk tegenhouden. Hij gaat rustig voort
met vernieuwen. Als t Zijn tijd is om te vernieuwen, dan
vernieuwt Hij. Hij zendt geen legers. Maar Hij zendt 't
ontroerend getuigenis van Zijn machtHij vernieuwt het
gelaat der aarde. Dwars door het bedenken der menschen
heen, gaat God zijn eigen weg, vol onbuigbare Majesteit.
Er is maar Keel weinig waarop we onwankelbaar rekenen
kunnen. Maar dat God de aarde vernieuwt, daar rekenen
we op in al onze plannen. En terecht. Want 't faalt niet.
't Faalt nooit. Waarom vergeten we zoo dikwijls, dat in de
wegen van God „vernieuwen van het gelaat des aardrijks"
niet 't eenige is, waarop we rekenen kunnen? X^aarom
brengt die vastheid in het natuurgebeuren, ons niet veel
meer tot rekenen op de trouw van God in al wat Hij zegt
en doet Wandelaars op zee, tobbers op de golven, als
Petrus, zijn we dikwijls. Niet omdat de trouw van God
wankele trouw is. Maar omdat ons geloof broos geloof is.
Kan dat vernieuwen van het gelaat der aarde, die on
weerstaanbaar komende lente-heerlijkheid, niet drager zijn
van het getuigenis van Gods trouw en genade De woede
der verwoesting teistert de volken. Maar midden in dat alles
gaat God de aarde vernieuwen. De striemen der geeseling,
waarmede tien volken elkander pijnigen, zijn zöö fel, dat
de vraag is, of uit al die wonden het leven niet tappelings
wegvloeit. Maar midden in dat alles zet God 'n teeken der
genade, in Zijn vérnieuwing van het gelaat der aarde. Zoo
komt er vergezicht, en profetisch geluid in dat lentewoord
der vernieuwing. En dat hebben wij noodig. Ook wij. Al was
't alleen hierom, dat wij tegenwicht noodig hebben tegen
het winnen der wereld. Over alle levende machten, en over
alle doode krachten heeft de mensch heerschappij verworven.
Maar de heerschappij over zichzelve heeft hij verloren. De
mensch die heerscht, is de mensch die beheerscht wordt.
De mensch, die alles^ zet naar z n hand, is de mensch die
de teugels kwijt is. De mensch, die alles bedwingt door de
sterkte van zijnen geest, is de mensch die worstelt om eenige,
om 'n beetje vrijheid. Wanneer wordt dat anders Als we
de heerlijkheid verstaan van dat „Gij" uit 't lentewoord
„Gij vernieuwt". Gij, d.i. God. God, die de heerschappij
houdt in Zijn sterke hand. En terwijl de volken den weg
der vernieling gaan, ter verovering van de macht in de
wereld, Zijn heerschappij toont in het gaan van den weg
der vernieuwing van het gelaat der aarde. Is die door God
getooide, herboren aarde, geen apostel, die vraagt laat Gods
macht en liefde u vernieuwen, gelijk mij Wijst zij niet
den weg Hoe willig geeft zij zich aan de macht van God.
Hoe luisterend vangt ze op de stem van den Heer, die het
leven in haar wakker roept. Hoe gehoorzaam voegt zij hare
starheid naar het geluid van Zijnen Geest. Bezitten wij niet
meer dan die herboren aarde heeft Christus, die den dood
overwon, heeft heel 't gelaat der aarde vernieuwd, voor wie
zich overwinnen laten door Hem. Hij, die den vloek heeft
gedragen, en de kruisschande niet geteld, maakt schrede
voor schrede tot werkelijkheid voor ons de vernieuwing
van ons geschonden, gescheurde leven. Totdat zij de volle
maat bereikt, als in Zijn Koninkrijk de belofte wordt vervuld
„zie Ik maak alle dingen nieuw".
BI.
J. A. v. L.