Gij MOET niet juist den Zondag heiligen, maar gij MOOGT
Daarom is het zoo erg als gjj hem Ontheiligt.
Mededeelingen.
FEUILLETON.
1De morgenster wordt aan den geloovige die overwint
gegeven, door den verheerlijkten Heiland. Wij behooren
Christus toe en hij geeft zichzelf aan onszoodra wij in hem
gelooven, hebben wij deel aan hem en aan al zijn heils-
goederen, maar hier op aarde is door onze zonde het genot
en de heerlijkheid van dat bezit zoo vaak verstoord en
verduisterd. Hiernamaals wordt dat anders. Daar wordt het
volkomen waar: „Ik zal hem de morgenster geven". Onge
stoord en eeuwig bezit van hem, die de Morgenster is.
De geloovige, zich badende in het volle licht van de heer
lijkheid van Christus, die op hem afstraalt. Grooter zaligheid
is niet denkbaar.
2. De morgenster gaat op in het hart van den geloovige,
als de dag aanlicht. Dit is waar van den dag, wanneer hij
Jezus als zijn Zaligmaker leert kennen. Dan schijnt die
Heiland als de blinkende morgenster in zijn hart, en doet
de donkerheid van angst en vertwijfeling wijken, die het
gevoel van zondeschuld had opgewekt. Vriendelijke stralen
van die morgenster, die een heerlijken dag aankondigen,
een dag met Jezus, waarop geen nacht meer volgt.
Het is waar in de tweede plaats, telkens als het duister
van kleingeloof en andere zonden in zijn leven bij het licht
van Gods Woord en Geest verdreven wordt en de geloovige
zijn Heiland als „zijn licht" beter leert kennen.
Het is waar eindelijk en ten volle wanneer de geloovige
uit deze duistere, zondige wereld wordt overgeplaatst naar
de gewesten van het eeuwige licht, waar de Morgenster in
vollen luister blinkt. M. F. v. L.
Zandvoort.
Donderdag 10 Juni zal, 's middags 12 uur, de Huwelijks
inzegening plaats hebben van Herman H. Dalman en
Pieternella Nolen.
De Zendingscollecte is verdeeld tusschen de Utrechtsche
Zendingsvereeniging en „Het Evangelie in Spanje".
Zondag 30 Mei is in dezen cursus voor het laatst
Zondagsschool gehouden. Wanneer de lessen weer beginnen
wordt tijdig bekend gemaakt in den Zondagsbode.
Als Donatrice van de Zangvereeniging „lmmanuël" heeft
zich, voor f 1.50 per jaar, opgegeven Jonkvr. A. D. L. v. L.
te Aerdenhout. Wie volgt, nu dit schaap der Zandvoortsche
kudde over de brug kwam In héél Aerdenhout tellen wij
maar twéé donatrices van genoemde vereeniging. En
heelemaal geen donateurs. Komaan, Aerdenhoutsche heeren
der schepping
De onderwerpen der sprekers op het Zendingsfeest, dat
7 Juli te Bennebroek wordt gevierd, op het landgoed van
mevrouw Willink, zijn nog niet alle bekend. Daarom volgen
hier alleen hun namen Ds. J. C. V. van Bemmel, Herv.
Pred. te Beverwijk de Heer Hilbrandt Boschma, Evangelist
te RuurloDs. J. Ph. Eggink, Herv. Pred. te Velsen
Ds. G, Mansveld, Herv. Pred. te Amsterdam Ds. G. Posthumus
Meyjes, Herv. Pred. te Zandvoort; Ds. M. j. Punselie,
Herv. Pred. te Leiden: Ds. J. C. Schuller, Herv. Pred. te
's Gravenhage Ds. A. S. Talma, Herv. Pred. te Bennebroek
Ds. G. B. Westenburg, Herv. Pred. te Zunderdorp en Ds.
G. Wisse, Geref. Pred. te Bodegraven-
Zeer werd ik deze week verblijd door de ontvangst van
f27.50 voor de evangelisatie in Spanje, als deel van de
Pinkstercollecte te Zandvoort en f 12.50, uit de Pinkster
collecte te Bloemendaal. Voor beide giften betuig ik mijn
hartelijken dank. M. F. v. L.
De krans van Zuster Dina en Mej. Koning begint Woensdag,
9 Juni, 's avonds om 8 uur. Hij wordt gehouden in de
wijkkamer van „Ons Huis", Dorpsplein. Tijdelijk alhier
vertoevende jonge meisjes zijn op die gezellige avondjes
hartelijk uitgenoodigd.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
28 Mei—4 Juni 1915.
GeborenWillem, zoon van W. van Keulen en E. Bos.
Godefridus Gerardus, zoon van A. Kol en E.
Sleeking.
Johanna Catharina, dochter van J. J. Castien en
J. Zegwaard.
Maarten, zoon van M. Keur en D. Keur.
Corstiaan, zoon van A. Visser en E. Zwemmer.
Leonor de Cisneros.
III
Het was den gevangenen ten strengste ver
boden te zingen of met luider stem te spreken,
niet slechts ten einde hen te verhinderen zich
door een psalm of geestelijk lied in hun droeve
eenzaamheid te sterken, maar ook opdat zij niet
misschien aan de stem door andere gevangenen
zouden worden herkend. Het is toch gebeurd
dat echtgenooten, broeders en zusters, vrienden,
maanden lang in denzelfden kerker vertoefden,
zonder het te weten, en elkander eerst op het
auto de fe wederzagen.
Eindelijk, na maanden, soms jaren wachtens,
brak die dag van „het auto de fe" aan. De
naam beteekent ..daad des geloofs"die daad
bestond in de plechtige, openbare veroordeeling
van een groot aantal slachtoffers der inquisitie
en in het verbranden van diegenen onder hen,
die den dood moesten ondergaande overigen
werden dan naar den kerker teruggebracht, na
boete te hebben gedaan. De aankondiging van
het auto de fe geschiedde door den hoofd
ambtenaar en den geheimschrijver der inquisitie
op verschillende plaatsen der stad. Op een der
pleinen werden twee stellages opgericht, de
eene voor de geestelijke en wereldlijke over
heden, de andere voor de veroordeelden bestemd.
Op de eerste stond een altaar, waarop een groot
kruis en lessenaars voor de schrijvers, die de
vonnissen moesten voorlezen. Het kruis werd
den avond vóór het auto in plechtige processie
en onder muziek en het zingen van het lied
„Vexilla regis prodeunt" de vaandels des
konings gaan voort naar zijn plaats op het
altaar gebracht; twaalf groote waskaarsen bleven
den geheelen nacht om het kruis branden,
terwijl Dominikanen en soldaten er de wacht
hielden. In dienzelfden nacht worden de ge
vangenen, die op het auto de fe verschijnen
moeten, verzameld en wordt den ter dood
veroordeelden door een priester het vonnis
aangezegd. Des morgens vroeg worden zij voor
den droeven optocht gereed gemaakt. Die levend
verbrand zullen worden dragen den sambenito
verbastering van saco bendito, gewijd boete
kleed een geel gewaad, met duivelen en
vlammen beschilderd, en op hun hoofd een
hooge papieren puntmuts, op dezelfde wijze
versierd. Hun mond is door een tongschroef
dichtgeklemd, zoodat zij niet dan een akelig
geluid kunnen voortbrengen, en de handen zijn
gebonden. Zij die na het doodvonnis zich met
de Kerk hebben verzoend en dus roomsch
zullen sterven, dragen hetzelfde gewaad, met
ditonderscheiddatde vlammen op densambenito
met de punt naar beneden zijn afgebeeld, ten
teeken dat de ongelukkigen eerst zullen worden
geworgd en daarna verbrand. Zij eindelijk, die
vóór het doodvonnis berouw hebben getoond
en dus wel gedood doch niet verbrand zullen
worden, hebben den sambenito zonder vlammen,
doch met een rood Andreas-kruis versierd.
Ook dragen zij een kruis in de hand. De overige
veroordeelden, die niet ter dood maar tot
andere straffen verwezen zijn, dragen insgelijks
boetgewaden met kruisen.
Daar zet zich de stoet in beweging. Voorop
gaat het kruis van de hoofdkerk, door geestelijken
en koorknapen begeleid, die litanieën zingen
met het refrein „Ora pro illis", „bid voor hen".
Daarna volgen de boetelingen, de afbeeldsels
(poppen) van hen die reeds gestorven zijn of
die men niet heeft kunnen vatten, en de been
deren der in den kerker overledenen, die mede
verbrand zullen worden. De ter dood veroor
deelden komen het laatst; aan hun zijde loopen
monniken, die hen tot het laatste oogenbliktot
berouw en boete zullen vermanen, wij zouden
liever zeggen, met hun hinderlijk aandringen
lastig vallen en hun stille gemeenschap met
God verstoren. De stoet wordt gesloten door
de wereldlijke en geestelijke overheden en de
inquisiteuren met de banier van het Heilig
Officium.
(Wordt vervolgd.) M. F. v. L.