Zending.
Vragenbus-
Rekening en verantwoording van de Naaischool.
Mei 1914—Mei 1915.
De Ontvangsten bedroegen f335.111/». aldus verdeeld:
Batig saldo (zie Zondagsbode, 3den jaarg. No. 2) f 2.—
Gekweekte rente2.28
Giften125.
Contributies166.65
Schoolgeld (Oct.Maart)37.69'/»
Diversen1.49
De Uitgaven bedroegen f 272.59'/2. aldus verdeeld
Salarissen 2 onderwijzeressen (vroeger waren er 3!) f 148.
Tramgeld onderwijzeressen60.
Zaalhuur „Ons Huis"15.—
Benoodigdheden voor de naailessen 30.98'/2
Porto's postkwitanties1.35
Tractatie leerlingen16.01
Diversen1.25
Er is derhalve een batig saldo van f62.52, hetgeen te
danken is aan die groote gift van f 125.—Enkele uitgaven
zijn grooter dan verleden jaar, omdat er bijzonder veel is
afgewerkt en de prijzen zijn gestegen.
Mevr. P. M.-H.
Verslag van de Vereeniging tot ondersteuning van
behoeftige zieken en kraamvrouwen,
November 1914 Mei 1915.
Het batig saldo bedroeg (zie Zondagsbode 3den Jaargang
No. 30) f37.48'/2. Aan contributies werd f 113.50 geïnd,
zoodat de ontvangsten f 150.98'/s ziin'
De uitgaven bedragen f 146.68'/2, aldus verdeeld melk
f 105.19, eieren f20.24, lakens, sloopen, luiers enz. f 17.64,
garens en band en wol f 1.01'/2 en diversen t'2.60. Op 1 Mei
was er dus een batig saldo van f4.30. Sedert zijn echter
de inkomsten sterk verminderd, want met 1 Jan. 1915
bedankten twee contribuanten wegens vertrek naar elders
en zeiden vier Dames haar contributie op wegens „dure
tijden", terwijl twee haar contributie aanmerkelijk vermin
derden. Te zamen maakt dit een bedrag van f 36.—minder
aan Ontvangsten.
Aangezien deze verminderde inkomsten gepaard gingen
met vermeerderde uitgaven, waarvan in het volgende half-
jaarlijksche verslag verantwoording zal worden gedaan, daar
die toename vooral sedert 1 Mei 1.1. is ingetreden en alles
zoo veel duurder is dan vroeger, heeft het Bestuur zich
genoodzaakt gezien tot dezen maatregeldat voortaan niet
meer dan I liter melk en 1 ei per dag kan worden verstrekt.
Nog kan worden medegedeeld dat van 1 Oct.—1 Mei
werden uitgereikt 2 volle pakjes goed, bestaande uit2
lakens, 2 sloopen, 2 sluitlakens, 6 witte luiers, 2 wollen
luiers. 1 nachtzak, 1 nachtponnetje, 1 wollen borstrokje,
1 katoenen borstrokje en 1 paar wollen kousjes, terwijl
aan 3 moeders halve pakjes werden gegeven.
Mevr. P. M.H.
Hans Egede, de zendeling van Groenland.
V
Dat de zending nu niet behoefde te worden opgegeven, was
heerlijk, en ziet, juist in dien tijd toonde God den onvermoeid werk-
zamen zendeling, dat zijn arbeid niet te vergeefs was geweest. In
1733 toch brak onder de bevolking een vreeselijke pokkenepidemie
uit, die tot in den zomer van het volgende jaar aanhield en aan meer
dan drieduizend menschen het leven kostte. Egede en zijn vrouw en
zonen verpleegden de kranken met trouwe liefde en mochten aan
menig sterfbed de gezegende ervaring smaken, dat het Evangelie
niet slechts uitwendig voor den vorm of met het verstand aange
nomen, maar inderdaad eene kracht Gods tot zaligheid geworden was.
Maar het land werd tot een woestenij. Op den zendingspost Godthaab,
waar zich meer dan tweehonderd gezinnen bevonden, stierven alle
inboorlingen, behalve een jongen en een meisje. Eindelijk stierf ook
Egede's vrouw, ten gevolge van de zware vermoeienissen bij het
verplegen van de vele kranken. Nu was Egede gebroken. Ook zijn
lichaam had veel geleden en hij gevoelde zich niet meer krachtig
genoeg om den inspannenden arbeid voort te zetten. Liever liet hij
dien aan zijn zoon Paul over, terwijl hij zelf naar het vaderland
wilde terugkeeren en van daar uit het zendingswerk in Groenland
leiden en voorthelpen. Zoo geschiedde. Den 29sten Juli 1736 hield
de zwaarbeproefde man zijn afscheidspreek en keerde met drie kinderen
en het stoffelijk overschot van zijn vrouw naar Kopenhagen terug,
waar hij, na een afwezigheid van vijftien jaren, in September aan
kwam. Door den Koning met groote vriendelijkheid ontvangen, vond
hij voor al wat hij dezen voorstelde, een gewillig oor. Een seminarie
werd geopend voor studenten, die tot zendeling in Groenland
wenschten te worden opgeleid en Egede kwam daarvan aan het
hoofd. Hij bekleedde dien gewichtigen post gedurende een aantal
jaren en behartigde al dien tijd met ijver en trouw de belangen der
groenlandsche zending in de hoofdstad van Denemarken, terwijl
Item de titel van bisschop der groenlandsche kerk gegeven werd.
Later verwisselde hij het verblijf in de hoofdstad met dat in een
stillere plaats, maar bleef tot aan het einde zijns leven voor zijn
geliefde tweede vaderland doen wat hij kon. Dat einde kwam op den
5den November 1758. Eenige jaren te voren reeds had hij de leiding
van het seminarie aan zijn zoon Paul overgedragen, den grondigsten
kenner van de groenlandsche taal, die daarin ook het Nieuwe
Testament had vertaald. Volgens zijn begeerte werd hij te Kopenhagen
naast zijn echtgenoote ter aarde besteld. Met hem ging een der
edelste zendelingen van den nieuweren tijd ten grave. Veel had hij
gestreden en veel geleden, maar rustig kon hij het hoofd nederleggen,
in de zekerheid dat zijn arbeid niet ijdel was geweest in den Heer
en dat die arbeid door God zelf heerlijk was bevestigd en tot in
jengte van dagen gezegende vruchten zou afwerpen.
Slot volgt.) M. F. v. L.
Vraag. Wat beteekent (Lukas 16:8): „Eu de Heer
prees den onreclivaardigen rentmeester"? De Heiland kan
ons toch niet een oneerlijk man tot voorbeeld willen stellen.
Antwoord. Ja, de Heer stelt ons den onrechtvaardigen
rentmeester in zekeren zin wél tot voorbeeld, natuurlijk
niet in zijn oneerlijkheid, maar in zijn voorzichtigheid, dat
is eigenlijk slimheid. De bedoeling is dezeIndien de
Christenen, de discipelen van den Heer, eens even ijverig
waren in het behartigen van de belangen van hun Heiland
en van het Koninkrijk Gods, als de kinderen dezer wereld,
waarvan deze rentmeester het type is, ijverig, slim zijn in
het behartigen van hun eigen belangen, hoeveel beter zou
het er dan in Gods Koninkrijk uitzienAch, de Christenen
denken gewoonlijk ook veel meer aan hun eigen belangen,
dan aan die van hun Heer! Paulus deed één ding: zijn
Heiland dienen en voor Hem arbeiden. Maar wij zijn ge
woonlijk zoo traag en flauw. Slechts wanneer het er op
aankomt, onze eigen zaak te verdedigen of te bevorderen,
loopen wij hard. De Heiland roept dus zijn discipelen toe:
„Neemt een voorbeeld aan de wereldlingen volgt niet hun
slechte praktijken na, maar wél hun ijver en hun slimheid
om de beste wegen te zoeken tot het bereiken van hun
doel". Wij dienen een Koning, een Heer, een Heiland.
Vergeten wij dit nooit!
M. F. v. L.
Uit de Oude Doos van het Kerkelijk Zandvoort.
XLI1.
Éérste Godsdienstoefening in de nieuwe Kerk.
1 Julij 1849. Heden was het de blijde dag waarop de
gemeente te Zandvoort hare eerste godsdienst-oefening
houden mogt in het nieuwe, en haar bijna geheellijk ten
geschenke gegeven. Bedehuis. Een zeer groote schaar van
Toehoorders, ook van elders zamengevloeid, vereenigde
zich tot het houden van het feest; onder dezen Z. Ex. de
Heer Staatsraad Gouverneur, leden van Gedeputeerde Staten
dezer Provincie en vele aanzienlijken uit Haarlem en
Amsterdam.
Zoodra onze geliefde Leeraar Ds. C. Swaluë den predik
stoel beklommen had, werd der gemeente voorgelezen Ps.
103 vs. 20—22. Na het woord van hulde tot God uitge
sproken, en den blijden welkonistgroet aan de vergadering
gegeven te hebben, hief de gemeente het Eere-lied aan met