Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen
No. 10
ZONDAG 4 JULI 1915
4de Jaargang
Predikbeurten.
Zich met anderen bemoeien.
DE ZONDAGSBODE
VOOR
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS:
Per Jaargang voor Zandvoort en
Bloemendaal 1.50
elders (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0.05
REDACTI E
G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort
Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout
J A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal
Mej- C. BIENFAIT - Aerdenhout
Adres voor de Administratie:
P. SA AF - Zandvoort - Telefoon No. 27
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
1—5 regelsf 0.55
Elke regel meer0.10
Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0.06
Bij abonnement extra korting
Dit nummer bestaat uit 2 blader.
Ned. Herv. Gem. Zondag 4 Juli 1915.
Zandvoort, v.m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
(met medewerking van de Zangvereeniging „Immanuël".)
Bloemendaal, v. m. 10 uur: De Heer Frank,
cand. t. d. H. Dienst.
„Als een die zich met eens anderen doen bemoeit."
I Petrus IV vs. 156.
Mag iemand zich met eens anderen doen bemoeien
Wie niet nadenkt eer hij spreekt (en dat is een gewoonte
van tal van menschen of wie niet helder nadenkt, is met
zijn antwoord op de gestelde vraag onmiddellijk gereed
„neen, zich met andermans zaken bemoeien komt niet te
pas. Wacht tot men u om raad vraagt, u betrekt in het
geval, uw tusschenkomst inroept. Maar overigens handen
en oogen en ooren en mond thuisHet wemelt in de wereld
van bemoeiallen en gij moogt het aantal van die lastposten
tot geen prijs vermeerderenWie echter wèl nadenkt,
rustig en scherp, vóór hij zijn meening uitspreekt, beantwoordt
de aan de orde gestelde vraag nóch met een beslist „ja",
nóch met een beslist „neen". Hij zegt„het hangt er van
afhet kan goed én het kan verkeerd, bespottelijk én
prijzenswaardig, verboden én noodzakelijk, liefde-loos én
liefde-vol zijn om zich met eens anderen doen te bemoeien".
Immers is bemoei -zucht zeker nooit een deugd en bemoei-
ziekte onmogelijk als een gezond verschijnsel aan te merken
en een bemoei-fl/ een onverdragelijk iemand, er is toch óok
een zich bemoeien met andermans zaken, dat niét voortkomt
uit bemoei-zucht, bemoei-ziekte of bemoei-allerigheid. Inder
daad, het hangt er van af Waarvan van dien ander, met
wiens doen iemand zich bemoeit, zoowel als van hem die
zich met het doen van dien anderen bemoeit. Maar vooral
hangt het af van het antwoord dat gegeven wordt op de
vraag waarom bemoeit hij zich met dien anderen Waf
beweegt hem er toe welk doel beoogt hij Generaliseeren
leidt ook hier tot een onbillijk oordeel. Elk geval dient
speciaal behandeld te worden. En dan kom ik tot dit besluit
dat het zich bemoeien met eens anderen doen buiten twijfel
streng is te veroordeelen in al die gevallen, waarbij de
eigenlijke drijfveer is gelegen in onbescheidenheid, aan
matiging, nieuwsgierigheid, indringerigheid, plaaglust,
eigengerechtigheid, twistgierigheid, hoogmoed en dergelijke
ondeugden meer. Maar zoo onverbiddelijk als wij alle be-
moe\-zucht hebben te veroordeelen, zoo onvoorwaardelijk
hebben wij ook alle bemoeienis, die voortkomt uit waar
achtige belangstelling, als een voortreffelijke deugd aan te
merken. Eischt het belang van den naaste het, dan is het
zich bemoeien met zijn doen en laten niet alleen geoorloofd,
maar plicllt, evenals het zich niét met hem bemoeien in
dat geval een schandelijk en onverantwoordelijk verzuim
is, ja, tot doodslag leiden kan. Kaïn is de Oud-Testamen-
tische schutspatroon van allen die altijd zeggen: „houdt je
bij je eigen zaken". Van dien moordenaar is het gevleugelde
woord afkomstig: „Ben ik mijns broeders hoeder?' En de
Nieuw-Testamentische schutspatroon is die priester en die
leviet, die tegenover den onder de moordenaars gevallen
reiziger voorbij gingen, zonder zich over hem te ontfermen.
Met bemoei-allen zijn wij in slecht gezelschap. Maar zeker
niét beter is het gezelschap van die menschen, die altijd
en onder alle omstandigheden zich houden aan hun parool
„daar bemoei ik mij niet mede Er zijn dingen van
anderen, waarvan wij moeten afblijven. Maar er zijn oók
dingen van anderen, waarvan wij moeten toonen dat zij
ónze dingen zijn. Elkaar steunen, helpen, waarschuwen,
vermanen, terechtwijzen, raden, dat is het zich bemoeien
waarvan zegen kan uitgaan. De rechtvaardigheidszin, de
bescheidenheid, de eerbied voor de vrijheid, de takt, de
liefde, zegt duizendmaal „daar laat ik mij niet mede in".
Maar plichtsbesef en medeverantwoordelijkheidsgevoel en
teederheid van geweten en mede-lijden en waarachtige liefde
zegt evengoed duizendmaal „daar moet ik bij zijn daar
moet ik wat aan doen dat mag ik zoo niet laten gaan
hier moet ik mij aanbieden
„Als Ik", zegt God door den mond van Ezechiel den
profeet, „Als Ik tot den goddelooze zeg o, goddelooze, gij
zult den dood sterven en gij spreekt niet om den godde
looze van zijnen weg af te manen die goddelooze zal in
zijne ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van
uwe hand eischen.
De vraag, die wij overdachten, is dus zoowel ontkennend
als bevestigend te beantwoorden. Het goed recht om zich
tot heil van anderen met hun doen te bemoeien, blijkt
echter ook zoohet Evangelie roept ons toe„zijt dan
navolgers Gods, als geliefde kinderen En wat heeft God
gedaan Wat heeft Hij gedaan, toen de zonde in de wereld
was gekomen en de mensch een prooi werd van smart en
dood Heeft God den mensch toen aan zich zeiven over
gelaten Heeft Hij gezegd dan moet de mensch het zelf
maar weten Heeft Hij den zondaar eerst gepolst of hij van
Gods hulp gediend zou wezen „Alzoó lief heeft
W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145
Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ
J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem - Telef. 1561 en 771.
Stoomt en verft alle soorten Dames- en Heeren-Garderobe vlug en onberispelijk,
gar Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen, -w