Zandvoort, Aerdenhout, Bloetnendaal en Overveen
No. 13
ZONDAG 25 JULI 1915
4de Jaargang
Predikbeurten.
Goed weten.
DE ZONDAGSBODE
VOOR
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS:
Per Jaargang voor Zandvoort en
Bloemendaal f 1.50
elders (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0.05
R E D A. C T I E
G POSTHUMUS MEVJES - Zandvoort
Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout
J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal
Mej. C. BIENFAIT - Aerdenhout
Adres voor de Administratie:
P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
1—5 regelsf 0.55
Elke regel meer0.10
Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0.06
Bij abonnement extra korting
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Ned. Herv. Gem. Zondag 25 Juli 1915.
Zandvoort, v.m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
Bloemendaal, v. m. 10 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN.
H. Avondmaal.
Ik weet, wien ik geloofd heb.
2 Tim. 1 12.
Het kleine garnizoen van een der steden op Afrika's
Noordkust, rukte uit voor een militaire wandeling. De bruine
broeders in het binnenland waren een beetje roerig, 't Werd
noodig geoordeeld hen, enkel door machtsvertoon, er aan
te herinneren, dat gezag en macht berustten bij een sterken
heerscher. Het duurde lang, eer het blijmoedig er op uit
getrokken legertje terugkwam. Men werd ongerust. Zouden
ze slaags zijn geraakt Zou hen iets kwaads zijn overkomen
Eindelijk komen een tiental soldaten terug. Waar zijn de
anderen? Dan komt het droef verhaal van de anderen. Die
zullen nooit terugkeeren. Ze zijn verslagen; omgekomen
van uitputting; bezweken aan hun wonden; dood.
Gelijk dat kieine legertje gaat het velen. Met moed, goed
gewapend, krachtbewust zijn ze het leven ingegaan. Ze
zijn gekomen aan een woestijnig stuk weg. Veel belagers,
soms onzichtbare aanvallers, die hen brachten in kruisvuur
van moeiten en zorgen. Toen vielen velen, of gaven het
ontmoedigd op. Slechts een deel, een klein deel is het, dat
den loop volbrengt, het geloof bewaart, en gehavend maar
behouden de stad bereikt met paarlen poorten, waar de
gekroonde overwinnaars wonen.
Hoe komt dat? Uit al de gegevens, die samenwerken
om het zoover te brengen, wil ik alleen dat ééne belichten,
dat Paulus aanduidt in het hier boven staande woord aan
Timotheus „ik weet, wien ik geloofd heb Ik hoop, dat
ge u verwondert. Paulus zegt: „ik weet, wien ik heb ge
loofd". Maar hoe kan nu geloof in God ooit een der redenen
zijn van schipbreuk lijden? Hoe kan van iemand, die het
spoor bijster raakt in deze verwarde wereld, ooit als een
der dingen, die daaraan medewerkten, worden opgegeven
„hij geloofde God".
Ik zie kruisen, en brandstapels en schavotten, waar mannen
en vrouwen hun leven hebben ingeboet, om de wille van
hun geloof. Hun werd gevraagd om te zeggen, dat zij niet
geloofden Wien ze geloofden. Toen hebben die mannen
en vrouwen gezegd met onaantastbare zekerheid: „ik weet,
wien ik geloofd heb". En met die zekerheid en door dat
geloof werden ze gedood, door wie andere zekerheid en
ander geloof hadden. Men kan zeggen: dat komt er al van.
Die menschen geloofden God; en ze wisten goed in wien
ze geloofden. Dat was hun dood.
Ik zie strijders die verslagen worden; tobbers die geen
hoop hebben; blijden die bang zijn dat hun roes van blijd
schap eindigt en daarom voortroezen, gelijk wie over ijs
van één nacht gaat niet durft stilstaan, bang dat 't onder
zijn voeten bezwijkt, en de afgrond der wateren zich opent.
Ik zie dapperen, die verhongeren naar de ziel en verdorsten
naar den geest, door het krachtenverterende van het drukke
leven. Als ze het onderweg opgeven, en voortleven omdat
het nu eenmaal moet, maar zonder zon in de ziel, kan men
dan ooit zeggen dat daaraan dit heeft medegewerkt: zij
geloofden God? Wie God geloofd, behoort toch tot de
menschen, die door tegenspoeden en moeiten niet over
wonnen kunnen worden, omdat zij de overwinning in zich
mededragen. Toch geloof ik, dat bezwijken, omkomen van
den geestelijken mensch mogelijk is, als men zegt„ik weet,
wien ik geloof'. Omdat men wel eerlijk meent te weten,
wien men gelooft, maar het in werkelijkheid toch niet weet.
Of het meenende te weten, heelemaal verkeerd weet, wien
men gelooft. Men zegt 't als iets geruststellends„ik weet,
wien ik geloof". En men denkt het zich als een schild
voor brandende pijlen; als een schuilplaats voor onweer;
als een vluchtoord bij levensgevaarals een reddingsboei
in stervensnood. Zoo kan het worden. Maar eer het zoo
wordt, laat God ons toch meestal iets anders van zich zien.
Vraag het eens aan Paulus. Als Paulus dezen brief aan
Timotheus schrijft, toeft hij te Rome; maar als gevangene
(zie 1 8 en 17). Bij al wat hij reeds geleden en uitgestaan
heeft, is hem bijzonder pijnlijk geweest de weinige trouw
van vroegere en tegenwoordige vrienden (zie 4 16). Ik
lijd al deze dingen, omdat ik door God bén aangesteld als
heraut, apostel en leeraar van het Evangelie van Zijnen
Zoon (zie 1 II). Maar ik schaam mij niet voor al dat
lijden en word er niet door beschaamd. Want „ik weet, wien
ik geloofd heb". Toen Christus mij riep, heb ik tot Hem
gezegd; goed, ik wil uw discipel zijn. Maar ik wist, dat het
lijden medebracht. Ik heb geleerd vertrouwen in Hem testellen.
Maar ik wist, dat ik dan een Heer vertrouwde, die heer
lijkheid slechts door lijden heen bereikbaar acht. Ik heb
mijn hart gegeven aan Hem „die den dood heeft teniet
gedaan en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht
gebracht (vs. 10). Maar het aan't licht gebrachte leven is prijs
van Golgotha. Geen roof, geen kinderspel, geen spelend
verworven goed. En de wet zijns levens is de wet van het
tarwegraan, dat eerst recht levend wordt immers over
vloedig levend in veelheid van vrucht als het eerst ge
storven is. Dat alles weet ik. En het kan niet anders. Want
W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145
Depót van de STOOMVERVER1J en CHEMISCHE WASSCHERIJ
J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem - Telef. 1561 en 771.
Stoomt en verft alle soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving nn onberispelijk.
sm- Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen, -«g.