Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen
No. 15
ZONDAG 8 Augustus 1915
4de Jaargang
Predikbeurten.
De naderende scheiding.
DE ZONDAGSBODE
VOOR
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS:
Per Jaargang voor Zandvoort en
Bloemendaal f 1.50
elders (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0.05
R E D A C T I E
G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort
Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout
J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal
Mej. C. BIENFAIT - Aerdenhout
Adres voor de Administratie:
P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27
PRIJS DER ADVERTENT1ËN
1—5 regels/"0.55
Elke regel meer0.10
Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0.06
Bij abonnement extra korting
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Ned. Herv. Gem. Zondag 8 Augustus 1915.
Zandvoort, v.m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
Bloemendaal, v. m. 10 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN.
En zij zeiden (tot Elisa) „Weet gij, dat
de Heere heden uwen heer van uw hoofd
zal wegnemen"? En hij zeide: „Ik weet
het ook wel, zwijgt gij stil." En zij beiden
gingen henen. II Kon. 2 3, 5, 6
Een hoogst aandoenlijk verhaal. Twee mannen gaan naast
elkander, den weg van Gilgal naar Beth El, van Beth El
naar Jericho, van Jericho naar den Jordaan en verder. De
een is Elia, de machtige profeet en geloofsheld, die weldra
op triomfantelijke wijze zijn aardsche loopbaan voor de
hemelsche zal verwisselen, de ander zijn geestelijke zoon,
Elisa, die hem zal opvolgen. Elia weet, dat hij zal worden
opgenomen en wil telkens Elisa wegzenden, ten einde hem
de smart te besparen van hem te zien heenvaren doch
Elisa heeft een voorgevoel van de naderende scheiding en
verlaat zijn geestelijken vader en leidsman niet. Tot het
laatste oogenblik wil hij bij hem zijn. Daar komen tot
tweemaal toe de profetenzonen hadden zij wellicht ook
een openbaring des Heeren ontvangen en zeggen het
Elisa aan „weet gij dat de Heere heden uwen heer van
uw hoofd zal wegnemen 7" Ach, dat zij liever zwegen 1
Die vraag is als een zwaard, dat Elisa's hart doorboort, en
met bittere droefheid antwoordt hij „ik weet het ook wel,
zwijgt gij stil".
Er komen oogenblikken in ons leven, waarin wij op
smartelijke wijze aan dit verhaal en deze woorden herinnerd
worden. Een, die meer dan het leven door ons bemind
wordt is krank een vader of moeder, een kind, een echt
genoot. Wij zien hem of haar verminderen, misschien heel
langzaam wij willen het ons zelf niet bekennen, wij trachten
ons goed te houden en hopen tegen hope in, dat dat dier
baar, onmisbaar leven zal gespaard worden. Zij die ons
bezoeken en de kranke hebben gezien, zien ons met mee
warige blikken aan en die blikken, ook zonder woorden,
zeggen ons genoeg wat zij denken. Misschien is er een
enkele, die er op doelt„weet gij dat de Heere
En een zwaard gaat door onze ziel ach, wij hebben het
onszelven wel honderd maal gezegd. Ach, dat men zweeg 1
„Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil
Misschien heeft de kranke het zelf ook geweten en reeds
vaak den geliefde zachtkens op de aanstaande scheiding
willen voorbereiden, maar de moed om pijn te doen ontbrak.
Zie, zij zijn te zamen alleen niemand zegt een woord.
Maar zij begrijpen elkander. „Weet gij, dat de Heer
„Ach, ik weet het ook wel, zwijg gij stil 1"
In het schoone en op menige bladzijde aandoenlijke
„Tristesses et sourires" van Gustave Droz, wordt ons ver
haald hoe een lieve, oude moeder en grootmoeder het
bezoek ontvangt van haar reeds grijzen zoon, kolonel in
het fransche leger. Zij hadden elkander in geruimen tijd
niet gezien en het was den zoon terstond opgevallen dat
zijn moeder verouderd en verminderd was, maar hij had
niets laten blijken en getracht vroolijk en opgewekt te
praten, tot hij op eens zijn hoofd in haar schoot verbergde
en onder den uitroep mijn lief, lief moedertje in tranen
uitbarstte. Zij begreep wat hij gezien had en waarop die
tranen doelden en troostte hem toen, gelijk slechts een
moeder troosten kan.
„Weet gij, dat de Heere7" Zalig, indien wij
weten, dat het de Heer is die het doet, indien ook de
kranke weet dat, waar de uitwendige mensch verdorven
wordt, de inwendige vernieuwd wordt van dag tot dag.
„Zij beiden gingen henen Elia en Elisa wandelden
te zamen voort langs een weg die voor beiden, den een na
korter, den ander na langer tijd, ten hemel voerde. Elia
wordt nog dienzelfden dag opgenomen en voor Elisa breekt,
na een lang leven in den dienst van zijn God besteed, ook
eenmaal de ure aan waarop hij de heerlijkheid zal binnen
gaan.
Gelukkig zij, die nog kunnen te zamen gaan door dit
leven, in liefde verbonden. Volkomen gelukkig zij, die
daarbij verbonden zijn door dien hoogsten band eén Heer,
eén geloof, eén hoop der zaligheid 1 En komt eenmaal de
ure van het„weet gij dat de Heer7" waarop onze
bitter bedroefde ziel antwoordt„ik weet het ook wel, zwijgt
gij stil", ook dan zal de Heer nabij zijn en zijn „vrees
niet, Ik ben met u", tot ons hart spreken.
En tot den eenzame, die die bittere ure reeds heeft door
gemaakt, komt de vertroosting, die allen aardschen troost
te boven gaat „Mijn genade is met u en de geliefde die
u verliet is met Mij De scheiding duurt kort, en dan
de hereeniging, het zijn met den Heer en met allen die den
Heer in onverderfelijkheid hebben liefgehad.
Wij denken aan de eerste woorden van het schoone
latijnsche kerklied uit de middeleeuwen
Hic breve vivitur,
Hic breve plangitur,
Hic breve fletur
Non breve vivere,
Non breve plangere
Retribuetur
W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145
Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ
J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem - Telef. 1561 en 771.
Stoomt en verft alle soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving en onberispelijk.
Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen.