Vragenbus-
Zending-
Leestafel.
Allerlei.
Burgerlijke Stand van Bloemendaal.
Geboren.Ariejan, zoon van J. van Twisk enj. M. Esselman.
Jan Willem, zoon van J. W. Kramer en L.
Groenendijk.
Franciscus, zoon van G. Storm en H. Koning.
Emiel, zoon van E. Wegelin en J. de Vriese.
Maria Jacoba, dochter van L. Blom en C. G.
Gijzel.
OverledenA. Franse 60 j.
W. Waning 84 j.
P. Roskam 79 j.
Vraag. Wat beteekenen in Hosea 1 en 2 de woorden
Ammi en Ruchama en Lo-Ammi en LoRuchama?
Antwoord. De namen Lo-Ammi (Niet-mijn volk) en
Lo Ruchama (De niet-ontfermde), welke de profeet aan zijn
zoon en dochter geven moet, duiden symbolisch de ver
houding aan, waarin Israël, door zijn zonden en afgoderij,
tot God gekomen was. Later, wanneer het volk zich bekeert,
worden die namen veranderd in Ammi (Mijn volk) en
Ruchama (De ontfermde).
Vraag. Wat beteekent in Filip. 230 „opdat hij het
gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou?" Ik lees in
den brief dat Epafroditus door de Filippenzen met een gave
voor Paulus tot den apostel gezonden was. Was deze dan
soms met het gezondene niet tevreden, dat hij van het
„gebrek" hunner bediening spreekt? Maar in het vierde
hoofdstuk betoont de apostel zich toch dankbaar.
Antwoord. Ja, de apostel was volkomen tevreden en
dankbaar met de gaven der liefde hem door de Filippenzen ge
zonden, waardoor hij in zijn gevangenschap te Rome was ver
kwikt geworden. Epafroditus, hun afgezondene,diehem hunne
gaven had overgebracht, was te Rome ernstig krank ge
worden, zoodat die reis naar de wereldstad hem bijna den
dood had aangedaan. Daarop doelt het „tot nabij den dood
gekomen, zijn leven niet achtende uit Filip. 2:30. Nu
zendt dn apostel hem naar Filippi terug met dezen heer
lijken brief. Waarin bestond nu het gebrek hunner bediening
Niet, dat zij niet genoeg hadden gezonden, maar dat zij
niet allen hadden kunnen komen om den apostel te bezoeken,
zooals zij zoo gaarne gewenscht hadden en zooals ook voor
Paulus zoo heerlijk geweest ware. In dat gebrek, in dat
ontbrekende had Epafroditus voorzien, die in hun plaats
was gekomen, een daad waarvoor Paulus hem dankbaar is.
M. F. v. L.
Onder Joodsche vluchtelingen in Zweden.
II
Hier was een goede gelegenheid om ook geestelijk voedsel aan de
mensehen te bieden. Toen ik mijn handtasch opende en de Joden
de geliefde, heilige Hebreeuwsche letters aanschouwden, strekten zij
de handen uit. En het hielp niets of hier en daar een waarschuwende
stem zich hooren liet, zeggende: „Het zijn zendingsgeschriften I"
Onder hen, inet wie ik nader in aanraking kwam, was een ont
wikkeld heer, een zakenman. Door die plotselinge uitwijzing uit
Duitschland was hij gehee! van middelen beroofd, „ik heb zoo'n
honger", zeide hij in vloeiend Hebreeuwsch. Terwijl hij at, spraken
wij met elkander in het Hebreeuwsch. ik toonde hem een Hebreeuwsch
Nieuw Testament en vroeg hem of hij het ooit gelezen had.-Ik heb
over dat boek hooren spreken", zeide hij. waarna hij begon er in te
lezen. Toen vroeg hij, het te mogen behouden, en zoo verkreeg hij
de spijs, die blijft en die hongerende zielen verzadigen en rijk maken
kan.
Ik sprak ook met een Joodschen geneesheer. Hij wist van het
Christendom zeer weinig, „maar", zeide hij. „hier in Zweden heb ik
ervaren wat het Christendom in de harten der mensehen tot stand
brengt", Ik wees hem op den verderfelijken invloed der zonde en
op de reddende liefde van Christus. Hij kwam onder den indruk en
hij vroeg mijn adres, opdat hij mij zou kunnen schrijven, wanneer
hij tot rust gekomen zou zijn.
Te drie uur kwam de Christelijke Jongemannen-vereeniging op het
terrein met spijs voor de vluchtelingen. Ook een Russische dame in
de uniform van het Leger des Heils was daarbij. Nu zou de voor
dracht beginnen. De dames hieven een Duitsch lied aan, dat het
teeken van verzamelen was. Van lieverlede kwam er stilte. De
Christelijke vluchtelingen ontblootten het hoofd en de Joden betoonden
hunne aandacht door groote stilte. Ik beklom het platform en was in
het eerste oogenblik overweldigd door die talrijke schaar uit allerlei
stand en volk en godsdienst. Om den wil van de Joden koos ik de
Joodsch-Duitsche taal, de moedertaal der Russische Joden. Ik wees
er op, dat de Heere God den nood gebruiken wilde om hen tot zich
te trekken; hoe Hij hun. Joden, de liefde van Jezus Christus in Zijne
volgelingen deed aanschouwenhoe Hij door deze ernstige tijds
omstandigheden hen tot nadenken over zich zeiven wilde brengen,
tot erkentenis van hunne zonden en tot de erkentenis van Hem, die
van alle zonden ons reinigt en die als de Vredevorst een rijk des
vredes in deze wereld van onvrede wil oprichten. Gedurende het
geheele uur luisterden de mensehen aandachtig, en toen ik eindigde,
drukten zij mij de hand als uitdrukking hunner dankbaarheid.
Nadat nog een Duitsch lied gezongen was, sprak de Dame van
het Leger des Heils in de Russische taal tot de Russen, die door
hare woorden zichtbaar geroerd werden en hare handen kusten. Met
gezang werd deze merkwaardige godsdienstoefening gesloten.
Te vijf uur stroomde de menigte vluchtelingen naar het Centraal
station de kazerne moest ontruimd worden voor nieuwe vluchtelingen.
Hoeveel ellende wachtte dezen ongelukkigen nog op de lange reis
door Rusland en Polen 1 Zij hadden de oase in de woestijn van het
lijden moeten verlaten, maar niet zonder in staat te zijn gesteld
troost en licht mede te nemen op den weg.
Den volgenden dag bracht ik weder onder de vluchtelingen door
en op een anderen dag kon ik ook in het logement van het Leger
des Heils de Joden bezoeken en een woord tot hen spreken."
Onze Heiland gaat altijd en in alle omstandigheden voort, te zoeken
en zalig te maken wat verloren was. Mogen in deze ernstige tijden
ook vele Joodsche harten gevonden en gered worden voor Hem 1
Uit „De Hope Israels'1. M. F. v. L.
Voor Hooger Leven, tweemaand. tijd
schrift voor stichtelijke lectuur, on
der Redactie van P. J. Smink te Delft,
uitgave G. Los te Leiden. Prijs per
jaargang f3.60.
Van dit tijdschrift werd ons AH. IV van den lsten jaargang ter
aankondiging toegezonden. De Redacteur schreef een stuk „Armoede
en Rijkdom", naar aanleiding van 2 Cor. 8 vs. 9, terwijl van de
vaste medewerkers Dr. A. H. de Hartog een artikel gaf „Kerstnacht
Pinksterdag" (Ps. 42 vs. 8), Dr. A H. Haentjes „Van de kribbe
terug' (Luk. 2 vs. 18), Prof. Dr. J. W. Pont „Onze ontrouw en
Gods trouw". Een Oudejaarsavond-overdenking- (2 Tim. 2 vs. 13)
en Ds. H. J. Rooseboom „Een bede bij den aanvang" (Matth. 6
vs. 10a). De aflevering sluit met een korte recensie van Dr. Leen-
dertz' boek „Levensspanning".
Dit geheele December-nummer van „Voor Hooger Leven" is gewijd
aan de feestdagen, waarmede de laatste maand des jaars eindigt.
Het wordt ook afzonderlijk uitgegeven onder den titel -Van het
onbeweeglijk Koninkrijk'' tegen 75 cent per exemplaar. Voor ver
spreiding 25 exempl. f 15.—50 exempl. f25.—. Als verjaargeschenk
zal het zeker velen welkom zijn.
Zondagsbode, Christelijk Weekblad
voor Noord-Holland, Orgaan v. d.
Ver. voor Inw. Zending in N.-H.
Redactie Ds. Creutzberg te IJmuiden,
Ds. Le Roy te Sloterdijk en Ds. van
Bemmel te Beverwijk, per jaar f 1.50.
Deze Zondagsbode is een 5 jaar oudere broer (in de advertentie
in önzen Zondagsbode, waarin Ds. v. Bemmel zegt „als ge haar
nog niet leest", is er sprake van een zuster, hoe komt hij erbij!)
van den Zondagsbode voor Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en
Overveen. „Broer" is grooter van formaat, maar heeft dan ook, be
halve de uit 3 leden bestaande Commissie van Redactie, een staf
van niet meer of minder dan 38 medewerkers. Natuurlijk treden wij
verder in geen vergelijking tusschen beide „broers", gedachtig aan
het spreekwoord„Elk meent zijn uil een valk te zijn". Wij wen-
schen onzen collega-Zondagsbode nog vele voorspoedige levensjaren.
In Zandvoort schijnt hij nog maar één abonné te hebben. Dat be
vreemdt ons niets, daar we hier immers onzen eigen Zondagsbode
hebben en er toch maar niets gaat bóven „eigen" 1 Maar nu mag
Ds. van Bemmel niet weer zoo onaardig zijn om het aantal „belang
stellenden" in Zandvoort zóó miniem te schatten, als hij doet. In
zijn advertentie toch zegt hijIeder belangstellend Noord-Hollander leest
-De Zondagsbode voor Noord-Holland". Zóó mag Ismaël niet met
Izaak spotten! Beide „broers" móeten, en kunnen toch ook best,
elkaar respecteeren. P. M.
Verzameld door C. B.
DE JAGUAR EN DE VOS.
Een jaguar sprak eens tot een vos „Ik heb mij gespie
geld in een stroom, en zag toen, hoe fraai gekleed ik ben