Mededeelingen.
Een rustige Zaterdagavond is een onmisbare
voorbereiding tot een gezegenden Zondag-morgen.
FEUILLETON.
VOOR ELKEN DAG.
Zandvoort
Het Paaschfeest.
De eenvoud, de soberheid, de ingehouden kracht, de
omhulde majesteit, de verborgen Godheid van Jezus Chris
tus begrijpen zij niet. Dat men, om den verloren zoon te
dichten, moet zijn: God geopenbaard in het vleesch, heb
ben de modernen niet begrepen, maar de orthodoxen vaak
even slecht; het verhaal klonk hun te gewoon, te mensche-
lijk en er stond geen woord over het verzoenend bloed
des kruises in 1 1
Alsof iemand die gelijkenis kon dichten, die zijn hartebloed
niet overhad voor een diep verloren menschheid. Alsof dat
verzoenend bleed alleen uit zichtbare droppelen kon bestaan.
Alsof het hart des Heeren niet bloedde in de woestijn,
evengoed als in Gethsemané, in het midden der zondaren
staande evenzeer als aan het kruis!
De geschiedenis van den Verloren Zoon mocht wel met
bloedige letters in onze bijbels worden gedrukt 1 Welk een
smart zelfs in dat; „Kind gij zijt altijd bij mij," tot den
oudsten zoon gesproken Een dogmatiek, een catechismus,
een geloofsformulier is nuttig wie zal 't ontkennen
Maar wie deze verstandelijke betoogen of uiteenzettingen
in de plaats stelt van Jezus zeiven, zooals Hij zich aan ons
geeft, vergist zich grootelijks, Daarom is Johannes in zijn
zendbrief ons een goed leermeester-
Hij zelf begint zijn brief met die kostelijke woorden
„Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord, het
geen wij gezien hebben met onze oogen, hetgeen wij aan
schouwd en onze handen getast hebben van het woord des
levens dat verkondigen wij u
De gelegenheid om Jezus te hooren, te zien, te aanschouwen,
te tasten is ons gegeven in de Evangeliën. Waarom ont
glipt ons zooveel, waarom zien wij zoo weinig van deze
heerlijkheid Zijn wij uit God geboren Zijn wij dienstbaren
van God of kinderen
(Overgenomen) H P1ERSON.
Verzameld door C. B.
Telkens als ik bij de menschen ben geweest, ben ik
minder mensch teruggekeerd. Thomas a Kempis.
Het streven der menschheid naar het goede wordt niet
beoordeeld door de tyrannen, maar wel door de martelaren.
Tolstoi.
Er blijft een aureool, een schilterschijn om veel dingen,
die in hun aard niets anders zijn dan gruwelen; en zooiets
is de oorlog. Streuvels.
Niets werkt de verlaging en vernedering van de mensche-
lijke ziel zoo in de hand, als het zoeken van genot en het
zich overgeven aan genietingen. Fr Paulsen.
Het is van veel meer gewicht dat wij de verplichtingen
der liefde nakomen tegenover anderen, dan dat wij ons
bezig houden met de vraag wat God toch die anderen wel
heeft willen zeggen met zijn leidingen. j. Wendland.
Ik verwacht maar éénmaal door dit leven te gaan. Als er eenige
vriendelijkheid of iets goeds is dat ik doen kan, laat ik dat
dan nti doen. ik zal dezen weg niet ten tweeden male
voorbij gaan. William Penn.
Wilt gij de wereld kiezen
En dus uw God verliezen,
Gedenk, o mensch 1 bij 't scheiden
Verliest gij ze allebeiden. Tauler.
De opbrengst van het lste kerkezakje in April. Diakenen
zijn gewoon de collecte voor de Armen niet te tellen dadelijk
na de godsdienstoefening. Eéns per maand heeft de telling
plaats en dan is de uitkomst soms teleurstellend, maar ook
soms verblijdend. Dit laatste was het geval toen de April-
collecten 1.1. Maandagavond een totaal bleken te bedragen
van f 182.61. aldus verdeeld; 2 bankb a f 10.1 zilver
bon a f 2.50, 10 rijksdaalders, 25 guldens, 100 kwartjes,
455 dubbeltjes, 210 stuiver-stukjes, 136 halve stuivers, 2533
centen en 76 halve centen.
IV.
Thans willen wij nog over de viering van
het Paaschfeest bij de Joden spreken. Het was
met het feest der Weken of Pinksteren en het
Loofhuttenfeest een der drie groote Joodsche
feesten. Het werd oorspronkelijk op bevel van
Jehova ingesteld ter herinnering aan de bevrij
ding van de Israëlieten uit de Egyptische sla
vernij en het sparen van hun eerstgeborenen
in de vreeselijke laatste plaag die over Egypte
kwam in den nacht die aan het vertrek van
Gods volk vooraf ging. Het feest duurde zeven
dagen, gedurende welke het eten van gezuurd
brood verboden was Aldus werd het gebod
gegeven„In de eerste maand, aan den veer
tiender. dag der maand, in den avond, zult gij
ongezuurde brooden eten, tot den een-en-twin-
tigsten dag der maand in den avond" (Exod. 12:18).
Daarom wordt het feest in de Heilige Schrift
dikwijls het feest der ongezuurde brooden ge
noemd. Het zuurdeeg was het beeld der zonde.
Bij de drie zooeven genoemde groote feesten
der Joden vinden wij, naast de historische be-
teekenis, ook een herinnering aan de natuur-
feesten, dankdagen voor den oogst: zoo is het
Paaschfeest tevens de viering van het begin
van den gersteoogst, het feest der Weken of
Pinksterfeest dat van het begin van den tarwe
oogst en het Loofhuttenfeest dat van het begin
van den wijnoogst. Aan het Pinksterfeest werd
de historische herinnering van de wetgeving op
Sinai gehecht en aan het Loofhuttenfeest die
van het wonen in tenten in de woestijn.
Maar wij keeren tot de viering van het Paasch
feest terug. Een volkomen lam, dat is zonder
gebreken, moest op den eersten dag van het
feest gedood worden, tusschen twee avonden,
gelijk er staat, dat is in de avondschemering,
en dewijl dit lam een beeld is van het Lam
Gods, dat de zonden der wereld wegdraagt,
spreekt Paulus van Christus als „ons Pascha
dat voor ons is geslacht". Daar de Israëlieten
Egypte verlieten in de maand Nisan, werd deze
maand aangenomen als de eerste van het heilige
of kerkelijke jaar; en op den veertienden dag
van deze maand werd hun bevolen hetpaasch-
lam te dooden en zich van gezuurd brood te
onthouden. De volgende dag, zijnde de vijf
tiende was het groote Paaschfeest, dat zeven
dagen duurde, maar alleen de eerste en zevende
dag waren bijzonder heilig. Elke familie doodde
een lam of een jonge geit en als het gezin
niet groot genoeg was om het lam op te eten,
mochten twee gezinnen zich vereenigen. Met
het bloed van het gedoode lam besprengde men
de deurposten en den bovendorpel van elk huis,
opdat de doodsengel, het bloed ziende, voorbij
zou gaan. Het lam werd gebraden en denzelf
den nacht met ongezuurd brood en bittere
kruiden gegeten. Het moest geheel worden op
gegeten en geen been mocht gebroken worden.
De Joden, het paaschlam etende, hadden hun
lendenen omgord, schoenen aan de voeten en
den staf in de hand. Zoo streng was het gebod
om het Pascha te houden, dat hij die het durfde
nalaten, ter dood veroordeeld moest worden.
Het kon alleen te Jeruzalem gehouden worden,
en als iemand te laat voor het feest te Jeruzalem
kwam, was het hem geoorloofd zijn paasch-
feestviering uit te stellen tot den veertienden
dag van de volgende maand des avonds. Voor
dit feest waren bijzondere offers bestemd, die
eiken dag moesten gebracht worden; maar op
den eersten en laatsten dag van het feest was
het een verbodsdag, dat is men mocht geen
arbeid verrichten en er werd een godsdienstige
samenkomst gehouden.
Sedert de verstrooiing zijn er door de Joden
geen offers meer gebracht, zij hadden immers
geen tempel en geen altaar meer, en van daar
dat Paschen in dit opzicht onder de latere
Joden verandering heeft ondergaan. Bij de Joden
die in of nabij Jeruzalem wonen, duurt het feest
zeven dagen; bij alle andere Joden acht. De
sabbath, die aan het feest voorafgaat, wordt de
groote sabbath genoemd, waarop de rabbi van
elke synagoge een lezing houdt om den aard
van het naderende feest'en de ceremoniën, die
in acht genomen moeten worden, te verklaren.
Op den dertienden dag van de maand wordt
des avonds door het hoofd van elk gezin het
meest nauwgezette onderzoek gedaan of er ook
gezuurd brood of zelfs maar een stukje zuur-
deesem in huis is, waarbij gebeden wordt„wij
danken u o Heer, dat gij ons geboden hebt het
zuurdeeg uit onze huizen weg te doen". Opdat
de huisvader eenig zuurdeeg zou vinden, dat
verbrand kan worden, wordt te voren wel eens
hier en daar een stukje zuurdeeg in huis ver
stopt! Wanneer al het zuurdeeg, dat gevonden
werd, verbrand is, maakt men ongezuurde
koeken, gewoonlijk alleen uit meel en waler
bestaande, die in ronden vorm en vol kleine
gaten gebakken worden. Op dn veertienden
dag van de maand moet de eerstgeboren zoon
van elk gezin vasten, ter herintieiing aan de
bescherming aan de eerstgeborenen van Israël
verleend, toen die der Egyptenaren stierven.
Slot volgt.) M. F. v. L.