Niét in de kerk knielen voor God en daarbuiten voor den Satan!
Voor eiken dag
Mededeelingen.
FEUILLETON.
zoo schriel in het geven,
zoo vasthoudend in het bezit,
zoo onbedachtzaam in het spreken,
zoo weinig u zeiven meester in het zwijgen,
zoo ongeregeld in uwe gedragingen,
zoo overijld in uw handelen,
zoo onmatig in de aardsche spijs,
zoo doof voor het woord van God,
zoo zeer gesteld op rust,
zoo traag tot den arbeid,
zoo wakker bij ij del gesnap,
zoo slaperig bij de heilige nachtwaak,
zoo hunkerend naar het einde,
zoo afzwervend in uwe aandacht,
zoo onachtzaam in het bidden der getijden,
zoo lauw bij het misoffer,
zoo dor bij de Communie,
zoo licht afgeleid,
zoo zelden geheel in u zeiven gekeerd,
zoo ras tot toorn verwekt,
zoo gemakkelijk den naaste grievend,
zoo haastig in het oordeelen,
zoo gestreng in het afkeuren,
zoo opgetogen in voorspoed.
zoo zwak in tegenspoed,
zoo overvloedig dikwerf in goede voornemens,
zoo spaarzaam in het volbrengen.
Wie voelt niet dat deze strenge vragen als moker-slagen
aankomen, het hart vermorzelend, alle zelfvoldaanheid ver
pletterend, alle glimmende tevredenheid over onze christe
lijkheid meedoogenloos vernietigend
Als dan maar niemand die forsche slagen zoekt af te
weren
De offeranden Gods zijn een gebroken geest een ge
broken en verslagen hart zult gij, o God niet verachten.
P. M.
Verzameld door C. B.
Zeven spreuken van Epictetus.
Wensclit gij uw stad of dorp met wijgeschenken te ver
sieren, begin dan vóór alles u zelf te versieren met het
wijgeschenk der zachtmoedigheid, rechtvaardigheid en wel
dadigheid.
De waarheid is onsterfelijk en onvergankelijk, zij geeft
ons geen schoonheid, die met den tijd verwelkt en ontneemt
ons niet de vrijheid van spreken, ons van rechtswege ge
schonken, maar zij geeft ons de kennis van war rechtvaar
dig en religieus is, door het onrechtvaardige af te scheiden
en tot onwaarde terug te brengen.
Wie ontevreden is over zijn tegenwoordigen toestand en
over hetgeen het lot hem toedeelt, is onervaren in de levens
kunst. maar hij, die zulks met alle gevolgen waardig en
verstandig draagt, die mag terecht een goed mensch ge-
heeten worden.
Denk aan God, vaker dan gij ademhaalt.
Zoo gij altijd indachtig zijt, dat, wat gij ook naar lichaam
of geest doet, God steeds als wachter toeziet, dan zult gij
noch in uw gebeden, noch in uw handelingen dwalen. Gij
zult God tot huisgenoot hebben.
Een zeeroover was op het land geworpen en door den
storm bijna omgekomen. Iemand gaf hem een mantel, bracht
hem in zijn huis en gaf hem alles wat hij noodig had.
Toen men hem verweet een slecht mensch weldaden te
hebben bewezen, antwoordde hijIk heb in hem niet den
mensch, maar de menschheid gezien.
Toen wij kinderen waren gaven onze ouders ons een
opvoeder, die overal toezag dat ons niets overkwam. Mensch
geworden zijnde geeft God ons over aan het toezicht van
ons geweten. Dit wachterschap behooren wij vooral niet
te minachten, want wij zouden hiermede God mishagen en
ons zelf vijandig zijn.
Zoekt gij de waarheid, dan moogt gij niet door alle mid
delen trachten de overwinning te behalen hebt gij de waar
heid gevonden door de leiding van den Heiligen Geest,
dan hebt gij den toestand bereikt van niet te kunnen wor
den overwonnen.
Zandvoort
De extra Zendings-collccte, op de beide Pinksterdagen
gehouden, heeft in totaal opgebracht f 144.65. Op den
lsten Pinksterdag werd ingezameld f 114.27, aldus ver
deeld: 1 bankbiljet van f60.4 rijksdaalders, 20 guldens,
Het Evangelie in Spanje.
XV.
„De verkoop van bijbels en testamenten ge
durende 1911 brengt dit laatstgenoemde cijfer
op meer dan drie millioen.
„Wanneer wij in aanmerking nemen, hoe
velen in Spanje'nog niet kunnen lezen en hoe veel
grooter dit getal een vijftig jaar geleden was,
en daarbij denken aan de vele moeilijkheden
die de verkoop van bijbels steeds in dit land
heeft ondervonden, dan is dit cijfer werkelijk
zeer hoog te noemen. Zeer weinig boeken, zelfs
niet de onsterfelijke Don Quijote, zullen in
Spanje gedurende dit tijdsverloop zulk een hoog
verkoopscijfer kunnen aanwijzen.
„Is hiermede echter gezegd, dat nu zoo on
geveer aan de behoefte is voldaan die het
spaansche volk aan den bijbel heeft? Verre
van daar.
„Wij zullen immers niet ver van de waarheid
zijn, wanneer wij aannemen dat alle exemplaren,
die voor 1890 zijn gekocht, verloren of onbruik
baar geworden zijn, en daarentegen alle die
daarna zijn verspreid nog in wezen zijn. Indien
wij gemakshalve deze berekening aannemen,
kunnen wij van de drie millioen de helft als
verloren beschouwer.. Van de overblijvende
anderhalf millioen nemen wij wederom aan dat
alle losse evangeliën, psalmen, enz., niet meer
in wezen zijn en dat daarentegen alle bijbels
en testamenten nog gebruikt worden. Daar deze
laatste slechts in een verhouding van veertien
op de honderd voorkomen, volgt hieruit dat
van de genoemde anderhalf mihoen niet meer
dan 210.000 exemplaren overblijven, die onder
de twintig mihoen inwoners verdeeld, tot eind
resultaat geven een exemplaar op iedere hon
derd inwoners of iedere twintig gezinnen,
wanneer wij aannemen dat ieder gezin gemid
deld uit vijf personen bestaat.
„Wat is ons ideaal, een ideaal dat een ieder
onzer steeds voor oogen zweeft, van den pre
sident van het genootschap af tot den een-
voudigen colporteur? Dit, dat elk gezin in
Spanje een bijbel bezitte. Bijgevolg moet het
genootschap nog twintig maal harder werken
dan het deed.
„Is het onmogelijk dit doel te bereiken? Het
verstand zegt misschien ja, maar het geloof
zegt neen. in dat geloof willen wij voortgaan.
God helpe ons".
Met dezen wensch van het Bestuur stemmen
wij van harte in. Het is een uitnemend werk
dat het genootschap doet en de predikanten
in Spanje hebben meermalen kunnen opmerken,
dat de kennis van den bijbel onder het volk
wel iets vooruit gaat. Dat er echter nog heel
wat te doen is, eer deze algemeen genoemd
mag worden, bewijst de gemakkelijkheid waar
mede in Spanje door de geestelijkheid teksten
verkeerd aangehaald en vervalscht worden,
wanneer dit in hun kraam te pas komt, zonder
dat het volk daar iets van bemerkt.
Het volgende voorbeeld toont ons dit duidelijk.
Het klooster Montserrat in het N O. van
Spanje is sedert eeuwen beroemd om een zwart
beeld van de H. Maagd, dat daar wordt ver
eerd en jaarlijks duizenden pelgrims trekt. Aan
den voorgevel van het gebouw zijn vier medail
lons aangebracht met de motto's: geloot', hoop,
liefde en goede werken. Bij het binnentreden
van de groote deur vinden wij het volgende
opschrift: Gij bidt en gij ontvangt niet, omdat
gij kwalijk bidt; bidt tot de Maagd en gij zult
ontvangen". Jac.4:3. In elk protestantsch land
zou deze Schriftvervalsching niet lang onopge
merkt kunnen blijvenniet alzoo in Spanje.
De menigte die eiken dag het wonderdoende
beeld van de Maagd bezoekt en aanbidt, is nu,
na het lezen van zulk een opschrift, vast over
tuigd goede bijbelsche gronden voor haar daad
te hebben en op verhooring van haar gebeden
te mogen rekenen, terwijl zij zich niet kan
voorstellen, hoe de ketters toch zoo goddeloos
kunnen zijn om te durven zeggen, dat het ge
bed tot de Maagd Maria niet in den bijbel
wordt aanbevolen, noch geboden. Hier blijkt
immers duidelijk het tegendeel!
(Wordt vervolgd.) M. F. v. L.