2e Blad van „De Zondagsbode'' van Zondag 18 Juni 1916 Ingezonden. 45 kwartjes, 93 dubbeltjes, 24 stuivers, 9 halve stuivers, 225 centen en 4 halve centen. Op den 2den Pinksterdag f 30.38, aldus verdeeld1 rijksdaalder, 16 guldens, 15 kwartjes, 54 dubbeltjes, 20 stuivers, 16 halve stuivers, 131 centen en 3 halve centen. Het bedrag is ter hand gesteld aan den penningmeester der Vereeniging „Het Evangelie in Spanje". De Zondagsschool-vacantie is begonnen. Mededeeling zal worden gedaan wanneer de nieuwe cursus weer aan vangt. Kapelaan van der Sanden heeft op den in den Zondags bode van 28 Mei aan hem gerichten „Open brief" (waar van aan Z.Ew. een exemplaar is toegezonden) tot dusverre het stilzwijgen bewaard. Met hartelijken dank bericht ik de ontvangst van de „Pinkstercollecte'', groot f 144.65, voor de evangelisatie in Spanje. Dit is een heerlijk bedrag, waarvoor ik den Zand- voortschen kerkeraad en alle gevers zeer erkentelijk ben. De trouwe lezers van het feuilleton „Het Evangelie in Spanje" kunnen telkens daarin zien hoe noodig het is dat dat land geëvangeliseerd wordt. De kleine gemeenten „onder het kruis" aldaar, zijn den protestanten in Nederland zeer dankbaar voor hun trouwe hulp. M. F. van Lennep. Burgerlijke Stand van Zandvoort. 9—16 Juni 1916. OndertrouwdW. Salomons en E. Lissaur. Getrouwd: H. Vossen en Th. Zegwaard. GeborenAagje, dochter van H. G. Pellerin en J C. van Duivenboden. Cornelis, zoon van C. Koper en M. Keur. Kees, zoon van E. Paap en L. Keur. Arie, zoon van E. Paap en L. Keur. Aagje, dochter van M. Keur en C. Bol. Stefanus Johannes, zoon van P. Th. Korstenbroek A. M. C. Weijers. Bloemendaal. 9-16 Juni 1916. De op den len Pinksterdag gehouden collecte voor de zending heeft opgebracht f 107. Burgerlijke Stand van Bloemendaal. Geboren: Kerst, zoon van K. Koopman en B. Stoltenborg. Machiel Hendrik, zoon van M. H. Jansen en W. Schuiling. Cornelia Johanna, dochter van N. S. Hartog en J. C. F. Krul. Wilhelmina Maria Josepha Antonia, dochter van P. J. A. M. van Cranenburgh en W. M. A. Westerwoudt. OndertrouwdA. van Poorten en Ch. Vonk. A. H. Haaks en W. M. J. de Haan. J. P. H. de Kruijff en C. Schouten. OverledenF. Handgraaf 88 jr. W. J. H. Bake 27 jr. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Zandvoort, 4 Juni. Geachte Dominé, Na rijp en rustig overleg ben ik besloten U deze regelen te doen toekomen, hopende dat UEd. hieraan Uw aandacht eens zal wijden. Laat ik U eerst zeggen, dat ik het, als liefhebber van zingen toejuich, dat er vroolijk en vlug gezongen wordt. Maaralle psalmen en gezangen laten zich hiertoe niet leenen, tenzij deze na de noodige vooroefeningen, door een geschoolde vereeniging, koor of publiek ten gehoore wor den gebracht. Ik moet UEd. eerlijk bekennen dat ik mij schaamde meê te zingen, toen Gez. 261 werd gezongen, daar dit Gez. zoo gevoelloos werd afgerabbeld en er geen rekening werd ge houden met het verlangen, het verlangen zoo ik het mij voorstel, als wij soms kunnen hebben na een lange afwezig heid naar ons huis en de onzen, waaraan wij ons dan zoo rustig kunnen overgeven. Nee dominé, het spijt mij te moeten zeggen, maar het was afschuwelijk. Ik stel U voor, dat Mevrouw U dit gezang eens voor speelt en zingt zooals het behoort gezongen te worden rustig en toch vroolijk en opgewekt. Ik dank U voor de attentie, mij verleend bij het lezen van deze regelen. Inmiddels verblijf ik als altoos Uw dn. S. De geachte inzender heeft gelijk. Het zingen van bedoeld gezang ging al te vlug. De gemeente werd door den orga nist niet geleid, maar voort gesleurd, verre van stichtelijk. Intusschen, soms kan de organist de gemeente weer niet meekrijgen en volhardt zij bij den sleur om jubel- en dank liederen te zingen als waren het treurzangen en begrafenis klanken. Er moet samenwerking zijn tusschen organist en gemeente, zal het gemeenschappelijk lied schoon klinken en God verheerlijkend mogen heeten. Dr. Gunning zegt in een artikel in „De Schatkamer" van 15 Maart 1912 be- hartigingswaardige dingen aan het adres der organisten. Hij schrijft,,'t ls jammerlijk zoo weinig als veelal vóór- en naspel in verband staan met het lied, dat gezongen wordt. Zou een organist zich niet even goed hebben voor te be reiden als een prediker?" En in „Onze Eeredienst" zegt dezelfde bevoegde schrijver dat het niet genoeg is als een alleen technisch-vaardig man aan het klavier zit, maar ook een Christen, die met de gemeente mede leeft (blz. 39). Prof. Kruyf is van hetzelfde gevoelen, waar hij in zijn „Liturgiek" zegt dat de organist een geloovig man behoort te zijn, daar „Fingerfertigkeil" alleen onvoldoende is (blz. 233). En Luther eischt dat ook de vingers der organisten van den Heiligen Geest moeten vervuld zijn. Gunning verlangt in het aangehaalde Schatkamer-artikel ook: dat kerkvoogden het jammerlijke „improviseeren" bij allen, die geen toonkunstenaars van professie zijn, met zware boete en, bij herhaling van misdrijf, met ontslag zul len straffen (blz. 55) en terecht beklaagt hij zich dat naar zoo'n gemartel werkelijk beschaafde, ontwikkelde, muzikale families jaar in jaar uit moeten zitten luisteren. Toen ik het vlug en opgewekt zingen aanmoedigde, bedoelde ik natuurlijk niet dat alle liederen even vlug en opgewekt moesten gezongen worden. Wie b.v, niet voelt dat het klimaat van Gez. 130 vs. 1 of Psalm 130 vs. 1 hemelsbreed verschilt van dat van b.v. Gez. 235 vs. 1 of Psalm 150 vs. 1, mist alle muzikale ge voel niet alleen, maar ook alle religieus besef. En zoo'n iemand moest liever alles eerder worden dan organist, of, is hij kerkganger, zoo verstandig zijn om, als een lied wordt opgegeven, zijn mond te houden. P.M. Alle redacties onzer Christelijke bladen worden beleefd en dringend verzocht onderstaande mededeelingen en ver antwoording van giften een plaats in hun blad te verleenen. Het Bestuur van „Bartimeus". BARTIMEUS. „Bartimeus", zooals naar we vertrouwen den lezers wel bekend zal zijn, is eene nieuw opgerichte Vereeniging, welke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1916 | | pagina 3