Zending.
Allerlei.
zich ten doel heeft gesteld, de bevordering van Christelijke op
voeding voor blinde kinderen en jongelieden.
Ten einde een instituut voor blinden in het leven te roepen,
wordt daartoe thans het noodige kapitaal gevormd.
Niet ongezegend is de arbeid, die werd aangevangen.
Sedert de oprichting dezer Vereeniging in October van het
vorige jaar te Utrecht, werd door mij als Penningmeester
van „Bartimeus" ontvangen:
Op de Stichtingsvergadering van een vriend uit
Kampen, door Prof. Lindeboomf 100.
Van S. D. te Houwerzijl, door Ds. Vonk 5.
Van N. N. te Vlaardingen, door Ds. Vonk 50.
Van N. N. te Maasland1.20
Van den heer Verwoest te Heemse, opbrengst
van een Schoolcollecte15.21
Inhoud van het busje van Jongej. Rouw te
Zaamslag6.—
Nagekomen contributie over 1915 van v. d. W 1.
Bij mij aan huis bezorgd van N. N. 1.—
Van Jongeh. W. F. M Linboom Czn., door
hem verzameld te Amsterdam14.50
Van de Qeref. Jongedochtersvereen. te Westerlee 1.—
Van de Gereform. Kerk te Rijssen, collecte 8.81
Van de Geref. Kerk te Gouda1.25
Collecte bij gelegenheid van een rede en orgel
bespeling te Abcoude 8 20
Uit een der busjes te Dordrecht door Ds. Feijkes 3.76
Van E. F. te G1.-
Van Ds. Vonk door T. J. Peters te Vlaardingen 1.—
Van Mej. F. v. d. Werf te Meppel
nagekomen giften
uit Groningenf 4.90
gecollecteerd te
Meppel130.
Staphorst en Rouveen125.—
Hoogeveen en Smilde177.50
Vollenhoven en Genemuiden 73.66
Beilen101.65
612.71
Samen f 831.64
„Bartimeus" telt thans 128 contribuanten, terwijl 3 ker
ken als corporaties zijn toegetreden.
Het Bestuur zit niet stil.
We gaan langzaam, doch zeker vooruit.
Wie helpt ons nog en meldt zich als lid of als contri
buant aan, terwijl ook giften met dankzegging worden in
ontvangst genomen door
J. DIENSKE,
Penningmeester van „Bartimeus"
te Maassluis.
James Hudson Taylor.
Stichter en leider van de „China Inland Mission".
I.
„Niet ons, o Heerniet ons, maar Uwen naam geef eer, om Uwe
goedertierenheid en om Uwer waarheid wilDeze woorden van den
Psalmist vormden den grondtoon op den 11 den Mei 1915 bij de
viering van het 50-jarig Jubileum van een der gewichtigste zendings-
velden van onzen tijd: de zending in de Binnenlanden van China,
bekend onder den naam van: „China Inland Mission".
Die Binnenlanden van China, dat onmetelijk groote gebied, waren
sinds menschen heugenis totaal ontoegankelijk gebleven voor alle
vreemde invloeden. De zending in China, door Lobscheid, Morrison
en anderen met zooveel ijver ondernomen, bepaalde zich tot enkele
havenplaatsen, daar de Chineesche tractaten niets verder toestonden.
Doch God zou op Zijn tijd den geloofsheld verwekken, die op het
gebed alleen, zonder eenige menschelijke hulp of voorspraak, alle
binnenlandsche provinciën, stuk voor stuk zou zien opengaan en
bezetten voor zijn Heiland en Zender; die man was: James Hudson
Taylor.
Taylor werd in 1832 te Barnsley in Engeland geboren. Zijne ouders,
vrome Methodisten, wijdden hem op zeer bijzondere wijze bij zijne
geboorte aan God en aan Zijn dienst, overtuigd dat het O T. gebod:
„Heiligt Mij alle eerstgeborenen" ook nu nog voor de Christenen
van kracht is. En God nam hun offer aan. Op 17 jarigen leeftijd werd
James krachtig bekeerd. Geheel zijn jong leven, zijne vooruitzichten,
zijne gaven en talenten legde hij op het altaar neer, en in dit heilige,
nooit te vergeten oogenblik, was het hem of hij werkelijk in Gods
nabijheid vertoefde, en hij een stem hoorde die zeide: „Uw gebed
is verhoord, uwe voorwaarden zijn aangenomen, gij zult voor Mij
naar China gaan".
Van dien tijd af week de overtuiging ook niet meer van hem dat
hij tot den arbeid in China geroepen was, trots alle moeilijkheden
en bezwaren, die telkens weer schenen op te duiken- Alle middelen
werden dan ook door hem aangewend om er zich voor te bekwamen,
o.a. trachtte hij meester te worden van het veel omvattende Chi
neesche alphabet door de bestudeering van een Chineesch evangelie
van Lukas. Ook ging hij ter praktische opleiding bij een geneesheer
en later in een der groote ziekenhuizen van Londen, begrijpende van
welk nut de kennis van de geneeskunde voor zijn verdere loopbaan
zou zijn. Maar zijn eigenlijke opleiding ontving hij in Gods hooge-
school waar hij leerde in letterlijken zin een gebedsleven te leiden.
Wanneer men een blik slaat in dit jonge leven van groote zelf
opoffering en nauwgezetheid, van teere gemeenschap met God, krijgt
men het gevoel een heiligdom te zijn binnengetreden, en begrijpt
men dat God bezig was een zwak menschenkind te vormen tot een
machtig werktuig in Zijne hand.
Wordt vervolgd). M. F. v. L.
Verzameld door C. B.
SPREUKEN VAN VADER CATS.
Mijd
Nijd.
Eendracht
Geeft macht.
Snelle raad
Weinig baat.
Hoe z w a a r d er lot
Hoe nader God
in Q. o d e s wegen-,
ls Godes ?egen.
Geen goud en is zoo rood'
Of 't moet nog, uit om brood:.
Die een ambacht heeft geleerd',
Krijgt den kost, waar hij verkeert.
Wordt iemand ziek of krijgt hij pijn,
Eerst God, en dan de medic ij n.
Gaan uw zaken naar uw wenschen,
Dank God, maar poch niet bij de menschen.
Gelukkig is de mensch, die, als hij gaat te bed,
Zijn rekening met God gedurig effen zet.
NAPOLEON 1 EN HET BLOEMENMEISJE.
Napoleon kwam, op St. Helena gebannen zijnde, op zekeren
dag wandelende, aan een armoedig huisje, waar hij een
jong meisje zag, even blond blauwoogig en frisch als de
bloemen, die zij in het tuintje begoot. Hij maakte een
praatje met haar en vernam, dat zij eene wees was, Emilie
Branston geheeten, en dat zij zich van de geringe opbrengst
van haar tuintje onderhield. Dit geval trof den man, wien
eenmaal het lot van millioenen menschen naar het uiterlijk
koud liet. Hij gaf het meisje eenige goudstukken en ver
langde van haar, dat zij hem dagelijks een bloemenruiker
zou brengen. Ook zocht hij zijne omgeving voor de wees
te interesseeren, die tengevolge daarvan den bijnaam ver
kreeg van „de nymf van St. Helena". De laatste lach van
den stervenden ex-keizer gold de bloemen der lieve tuinierster.
Ook in Engeland sprak men veel van Napoleons bescher
melinge en dit verzekerde Emilie's toekomst. Een rijke
lord, die eene vrouw hebben wilde, over wie veel gesproken
werd, reisde naar het verre eiland, trouwde haar, en nam
haar mede naar Engeland.