Voor eiken dag
FEUILLETON.
De gelegenheid tot baden MOEST én KON OOK BEST 's Zondags vóórmiddags
gesloten zijn!
onder houdt, vult, zóó geweldig, dat hij hem tegelijk ledigt.
De verdrukking werkt hoop. De verdrukking verheerlijkt
horizontale, stilstaande, doode plassen tot vertikale, vroolijk
klaterende, levende fonteinen der wateren.
Zalig, wie kan zeggendat weten wij dat weet ik
niét van hooren-zeggen, zoodat ik het anderen napraat
ik weet het niét, zooals iemand iets weet zonder dat het
invloed heeft op zijn leven. Maar: ik weet het als een
die nooit zou hebben gebeden, als God mij niet had neer,
gedrukt op mijn knieën. Zoo neer-gedrukt, ben ik op
gericht, opgewekt, opgevaren.
Zulk een mensch heeft de zalige en zaligende zekerheid
dat hij zich niet bedriegt als hij zegt een geloovige te zijn.
want juist de verdrukking openbaart én de ware én de
schijn-geloovigen. Een die slechts de gedaante der god
zaligheid heeft, mist een springveer in zijn ziel. De druk
drukt hem neer, de drukking drukt hem plat, de vér-
drukking drukt hem dood.
De godzalige daarentegen heeft een veerende ziel. De
druk drukt hem neer de drukking drukt hem plat, maar:
als de vér-drukking hem dood tracht te drukken, stuit de
kracht der verdrukking op de veerkracht des geloofs. Zijn
ziel springt in hem op. N a den druk veel hóóger dan
vóór den druk. Juist door den druk komt de ziel er
toe k o n i n k 1 ij k e sprongen te maken. Een salto m o r-
tale? Neen, een sprong tot aan, tot i n den oorsprong én
de bestemming der ziel het eeuwige leven.
P. M.
Verzameld door C. B.
Er is in ons innerlijk leven een climax. Een climax van
genade en een climax van smart. Een climax van genade
en „daarom" een climax van smart. Naar mate wij dichter
komen bij den bergtop, waar de volle heerlijkheid ons wacht,
naar die mate wordt de weg moeilijker en steiler. a
PROF. JONKER.
Het gebed maakt heldhaftig. Trouwens, wie gewoon is
voor den grooten God te staan, die zal niet bevreesd zijn
te staan voor zulke kleine lieden als de grootste menschen
z'in- FAIRBA1RN.
Het komen der beproeving beteekent niet: „nu zijn de
goede dagen voorbij, de kwade komen"; zelfs niet: „wees
stil, draag het onvermijdelijke"; maar: „sta vast, dan komt
een goed, dat anders niet komen kan." HILTY.
Een hopeloos bedroefde staart menigmaal onafgebroken
op het graf zijner levensvreugde en hij beseft niet, zoo hij
zich moedig daarvan af- en omkeert, dat hij achter zich,
evenals de weenende Maria Magdalena in den hof bij het
ledige graf, de zon eens nieuwen levens zal zien opgaan,
veel heerlijker dan hij vermoedt. PROF. GUNNING.
Daar is geen grootere réaliteit dan God. Hij is de réaliteit
der réaliteiten. Is het bestaan dezer réaliteit aanvankelijk
tot mijn besef doorgedrongen, dan is mijn geheele leven
daardoor vernieuwd. Nu is, het kan niet anders, blijdschap
de grondslag van mijn bestaan geworden. Nu is er in mij
een kiem van macht geboren, die zich alleen tot volkomen
heid behoeft te ontwikkelen, om tot wezenlijke almacht te
worden. GERRETSEN.
Wij hebben niet alleen een Heiland, die ons behoudt,
maar ook een Heiland, die ons bewaart.
PROF. VAN DIJK.
Leven en licht gaan altijd samen. Wie gedurig tot den
Heer zegt: „bij U is de fontein des levens", zal óók kun
nen zeggen: „in Uw licht zien wij het licht". Laat God uw
Leven wezen en gij zult alles in het Licht Gods zien. Op
wonderlijke wijze zal het leven Gods uw licht worden om
U in alles te doen weten wat gij denken en doen moet.
E.
Het Evangelie in Spanje.
XIX.
De evangelisatie-arbeid in Spanje wordt door
onderscheidene Comité'suit verschillende landen
ter hand genomen. De voornaamste zijn de
volgende
1. Het Noord-Amerikaansch Genootschap
„The American Board for foreign missions".
De in den dienst des Heeren vergrijsde en
algemeen geachte Rev. William Gulick heeft
het opzicht over enkele door hem in den loop
der jaren gestichte zendingsposten. Zijn echt-
genoote, de edele Mrs. Alice Gordon Gulick,
die eenige jaren geleden aan het werk in Spanje
is ontvallen, stichtte een meisjesschool in Ma
drid, naar Amerikaansch model, die zeer druk
bezocht wordt en waar uitstekend uitgebreid
lager en middelbaar onderwijs wordt gegeven
2. Het Comité van Lausanne. Dit had
gedurende vele jaren een hoofdstation te Bar
celona, waar eerst langen tijd de zwitsersche
predikant Empaytaz heeft gearbeid en later
onze vroegere predikant te Malaga, Don Miguel
Barroso geroepen werd. Deze is er nog, en
werkt met ijver en zegen, maar onder groote
moeilijkheden, daar het Comité, dat hem onder
hield, sedert den oorlog de geldzendingen bijna
geheel heeft gestaakt. De gemeente tracht nu
zichzelve en haar leeraar te helpen, maar de
toestand is zeer moeilijk.
3. Het Engelsch-episcopaalsch Comité heeft
zijn hoofdstation te Madrid, waar de grijze
Don Juan B. Cabrera een vijf en twintig-tal
jaren geleden als bisschop van de „Iglesia
espanola reformada" (Spaansche Hervormde
kerk) geordend werd, en enkele andere zen
dingsposten, in verschillende steden en dorpen
van Spanje, o a. te Sevilla.
4. The FiguerasMissionfortheevangelisation
of the province of Gerona. De predikant,
in de stad Figueras gevestigd, bearbeidt van
daar uit de provincie Gerona.
5. Het Schotsche Comité te Edinburg.
6. Het Iersch-Presbyteriaansche Comité.
7. De arbeid van de gebroeders Fliednerte
Madrid, die indertijd door hun vader, den ook
hier te lande welbekenden Fritz Fliedner, be
gonnen is. Behalve te Madrid, waar zij uit
stekende scholen hebben, besturen zij ook de
zendingsposten in Extremadura, waarvan ik
melding maakte en enkele andere
8. In de provincie Galicië arbeiden eenige
Engelsche Doopsgezinde broeders.
9. Het Nederlandsche Comité is een der
oudste vereenigingen die aan de evangelisatie
van Spanje hebben gearbeid. Uit Nederland ver
trokken in 1863 onderscheidene afgevaardigden
naar Madrid, met de overige daartoe gedele
geerde leden der Evangelische Alliantie, om
van de koningin gratie voor Matamoros en zijn
medegevangenen te vragen. In Maart 1869 ver
scheen het eerste nummer van de berichten
van het Nederlandsch Genootschap, onder den
titel „Het Evangelie in Spanje", een naam dien
zij nog steeds voeren. Het eerste jaar verschenen
zij maandelijks, later geruimen tijd viermaal,
thans tweemaal 's jaars, in Januari en Juli,
telkens veertig a vijftig bladzijden groot De
eerste onderteekenaren waren Dr. A.Capadose
te 's-Hage, Jhr. Mr. J. W. van Loon en Jonk-
vrouwe C. van Loon te Amsterdam ln 1873
nam Jhr. Mr. M. J van Lennep zitting in het
bestuur Deze overleed in 1913, terwijl de Heeren
Capadose en van Loon reeds in 1874 en 1876
gestorven waren. In 1884 werd de onderge-
teekende in het bestuur opgenomen. De veel
omvattende arbeid van het genootschap, uit
gebreide correspondentie, administratie, redactie
van de berichten, enz werd tot haar overlijden
in 1911, geheel door Jonkvröuwe C. van Loon
verricht, die al die jaren de ziel van alles was
en aan wie het werk der evangelisatie in Spanje
ontzaglijk veel te danken heeft. Na haar heen
gaan verklaarden zich tot onze vreugde, de
Heer F. A. Hoefer en Mevrouw Hoefer geb.
Baronesse van Heemstra te Hattem, bereid om
in het bestuur zitting te nemen, nadat Dr.
J. H. Gunning JHzn. die ook een paar jaren
lid van het Comité was geweest, bedankt had.
De Heer Hoefer is thans president, terwijl ik
zelf de functies van secretaris en penning
meester vervul Ik kan er nog bijvoegen, dat
onze Vereeniging sedert het jaar 1900 ook
rechtspersoonlijkheid bezit, onder den naam
„Het Evangelie in Spanje".
(Wordt vervolgd.) M. F. v. L.