2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 3 September 1916 Mededeelingen. Zending- Koor. Hebt gij, Priester, hoogst bevoorrecht Door een woord van hooger kracht, Neen, niet eens, maar duizend malen Grooter wonder voortgebracht. Neen, geen sterv'ling kan het melden Daalt gij neder, Eng'lenschaar, Komt gij onzen toon vervangen, Zingt den Priester-Offeraar! Zingt zijn daden, zingt zijn deugden, Zingt de glorie hem bereid, Dat uw lied hier aangevangen 't Voorspel zij der liedgezangen, Hem bereid in de eeuwigheid I Nu vraag ik toch in gemoede: is dit Christendom of heidendom? Is dit Gods-dienst of mensch-vergoding En dan wordt die afgoderij nog goedgepraat met deze domme ver zekering': „Jezus Christus gaf zijne macht, die Hij van den hemelschen Vader ontvangen had, aan Zijne Apostelen de Apostelen droegen hunne macht over aan de priesters. Dit feit (111! P.M.) is het kort begrip der priesterlijke waardigheid in haar geheelen omvang". Let wel: „dit feit\" Zóóver gaat zelfs de macht van den priester, dat hij door zijn woord verzinsels omtoovert in „feiten P.M. l) Lothringer Volksstimme, overgenomen in „Le Protestant" van October 1912. Uit „Das Volk und seine Priester," met bisschoppelijke goed keuring uitgegeven te Donauwörth Uit het 4e deel der kerkelijk goedgekeurde Klaus' volkspreeken. 4) Gezongen bij gelegenheid van de Eerste H. Mis van den Wei- Eerwaarden Heer B. N. Terra, in de R. C kerk te Heemskerk De cursiveering is van mij. Het geloof onzer Vaderen van Z.Em. James Gibbons, 2de uitg. 1908, blz. 432. Zandvoort. Alle Stukken voor den Zondagsbode moeten, tot nader bericht, alléén geadresseerd worden aan Jhr. Dr. M. F. van Lennep, Aerdenhout. Met grooten dank bericht ik de ontvangst van f 100. van Mej. v. W. C. te B., f50.— van de 2 Augustus-Ver- eeniging, f25.— van N. N., f 1.van X en f25.— van Mevr. W. v. d V. te B., alles bestemdvoorde Diakonie en van f 10.door N. N. te Z. mij toegezonden om door mij nanr goedvinden te besteden ten bate van eenig liefdadig doel. ik heb er al enkelen mee kunnen helpen. De Zangvereeniging „Immanuël" hervat Woensdag 6 September hare repetities. Deze mededeeling is tevens op wekking tot trouwe opkomst. Dr. J. H. Gunning zal mij, gelijk werd medegedeeld, te Zandvoort vervangen. Gaarne stelt hij zich, gedurende mijne vacantie, die Vrijdag 8 September ingaat, beschikbaar om zieken, die zulks verlangen, te bezoeken. Ook is Dr. Gunning voornemens om in Sept. en Oct. 5 voordrachten over „lbsen" te houden in „Ons Huis", op vijf achtereenvolgende Vrijdagavonden, van 8—91/2 uur. De data zullen nader worden bekend gemaakt. In Zandvoort en omgeving zullen inteeken-lijsten circu- leeren voor de 5 Lezingen (lbsen als mensch, Brandt, Poppenhuis, Spoken,Rosmersholm). Een kaart, rechtgevende tot 't bijwonen der geheele Serie, kost per persoon f2.50 (gereserveerde plaats) en f 1.25. Dinsdag 5 Sept. verwacht ik de onderwijzeressen en onder wijzers der Zondagsschool, 's avonds om 8 uur, in de con sistoriekamer, ter bespreking van Zondagsschoolbelangen. Donderdagavond werd bij mij een brief aangereikt, in houdende f 100.- „ter aanwending voor den arbeid in Gods Koninkrijk, van een Badgast." Ik heb die gift aan Diakenen ter hand gesteld ten be hoeve van ons Diakoniehuis. Alles is zoo duur, zoodat hef geld van den mij onbekenden gever héérlijk te pas komt voor onze Oudjes. Burgerlijke Stand van Zandvoort. 25 Augustus—1 September 1916. GeborenEngelina Margaretha Maria, dochter van P. Zegwaard en M. M. van der Meij. OndertrouwdB. van der Mije en C. C. van Montfort. M. Zwemmer on E. Hoogendijk. Overleden: M. J. Vosse, 6 mnd. G. van Duijn—Koper 42 jr. Burgerlijke Stand van Bloemendaal. 25 Augustus1 September 1916. Geboren: Adriana, dochter van J. Verdegaal en C. M. Oost- dam. Levenl.zoon van P. van Loij en R. A. de Loos. Getrouwd: P. Handgraaf en J. W. van Riet. J. J. Kroon en C. H. M. van Houten. Overleden: Ch. Spijker, 77 jr. E. de Boer, 18 jr. A. M. Schrama, 4 d. E. de Jong, 74 jr. P. Treffers, 32 jr. JOHN ELIOT. 1. Na vier jaar het Evangelie gehoord te hebben, begeerden velen den doop, maar Eliot meende dat hij hen eerst onder de wet moest brengen, alvorens hen tot het Evangelie toe te laten. Daarom ver klaarde hij zich bereid hen te doopen, wanneer zij zich tot een geordende gemeente wilden vereenigen en een volk vormen, in welks midden de Heer wonen en regeeren kon. Daartoe waren zij bereid. Zoo ontstond, acht uren ten westen van Boston, het Indianendorp Natick. In burgerlijk opzicht zouden de wetten, in Exodus vervat, grondwet zijn. Men weet, dat de Puriteinen zeer oud-testamentisch waren. Nadat dit alles aldus was ingericht, werd op 24 September 1651 een gemeente gesticht, waarbij eenstemmig deze verklaring werd afgelegd „Door de hulp en de genade van Christus, geven wij ons en onze kinderen Gode over, opdat wij zijn volk mogen zijn. Hij zal ons regeeren in al onzen weg en werk. De Heer is onze Rechter, de Heer is onze Wetgever, de Heer is onze Koning, Hij zal ons helpen. De wijsheid welke wij uit het boek Gods hebben geleerd, zal ons leiden en besturen. Heer, neem ons aan, dat wij uw volk zijn, en jaat ons U aannemen, dat Gij onze God zijn moogt!" Men zou zeggen, dat het nu ook tijd voor den doop was, maar Eliot had nog bedenkingen. In tegenstelling met de roomsche zen delingen, die vaak maar al te haastig den doop toedienden, ten gevolge van het roomsche leerbegrip, dat de doop noodzakelijk is tot de zaligheid, was Eliot misschien al te schroomvallig en wilde hij eerst gedurende zeer langen tijd de deugdelijke bewijzen zien, dat zijn geestelijke kinderen waarlijk bekeerd waren en naar de waarheid des Evangelies wandelden; het duurde ten minste nog negen jaren, eer de doop voor het eerst in Natick werd toegediend' en de gemeente in vollen zin een christelijke gemeente genoemd kon worden. Dit geschiedde in 1660. Een lievelingsgedachte van Eliot was, om uit de Indianen zeiven predikers op te leiden voor hun volksgenooten. Deze gedachte was zoo uitnemend mogelijk en geheel naar den geest van de tegen woordige zendingsmethode, maar de uitvoering liet in die dagen nog veel te wenschen over. Naar de toenmalige begrippen toch, kon die opleiding niet in hun eigen land plaats hebben; de jeugdige Indianen werden naar Engeland gezonden en moesten op een der hoogescholen aldaar een volledige opleiding ontvangen. Eliot vond eenige christelijke vrienden in zijn vaderland, die een aantal jonge lingen onderhielden en voorthielpen bij hun studiën; helaas, de veranderde levenswijze vorderde te veel van hun gezondheid;sommigen stierven en anderen keerden ontmoedigd terug. Nu zocht Eliot het zelfde doel langs een anderen weg te bereiken en begon zelf jonge lieden op te leiden en met degenen, wier opleiding reeds begonnen was, zette hij die in veertiendaagsche samenkomsten voort. Wordt vervolgd.) M. F. v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1916 | | pagina 3