Uit de Gemeente. Leestafel. Bloemendaal. Zondag 29 October is de nieuwe Consistoriekamer in gebruik genomen. Vrijdags tevoren hadden de bouw meesters, de heeren Mulder en Van Asdonk het gebouw kant en klaar afgeleverd aan Heeren Kerkvoogden. En daarna hebben deze, in eene gecombineerde vergadering van Kerkvoogden en Notabelen, met een welsprekend, hartelijk woord van den President Kerkvoogd, den heer O. Warnderink Vinke, de nieuwe aanbouw in gebruik over gedragen aan den Kerkeraad. Hoe 't er uitziet? Wat het uitwendige betreft hebbende bouwmeesters naar mijn leekenbegrip een kranig stuk werk geleverd. Gemakkelijk was 't niet, om ons mooie kerkje niet te schenden. Heel gemakkelijk zou 't geweest zijn, om er 'n soort van puist aan te plakken, die voorgoed Bloemendaal's kerk had ontsierd, de rust, de wijding had verbroken, en schreeuwerig aan allen die er naar keken, zich had aangediend als „nuttige" bijbouw. Moeilijker was het, om voor de nieuwe consistorie een vorm te vinden, die zich aanpast aan kerk en omgeving op een wijze, die niet alleen niet hinderlijk is, maar ook de schoonheid van het geheel verhoogde. Welnu, dat is best gelukt. Wat er staat mag gezien worden. Ik zeg nog eensnaar mijn leekenverstand. Ik ben benieuwd wat de „vaktnenschen" er van zeggen zullen. Als bouwkundigen onder elkander al precies eender zijn als andere „vaklui" (theologen, schilders, letterkundigen, en zoo), dan zal „de critiek" wel niet ontbreken. En misschien dat ook zij, dwaas genoeg, onder critiek verstaan afbreken en niet opbouwenhoe wel dat laatste toch uit den aard der zaak meer tot hun „vak" behoort dan afbreken, wat een opperman ook wel kan. Van de niet vakmenschen heb ik niets anders dan lof gehoord voor wat de architecten er van gemaakt hebben. En het inwendige? Door de royale opvatting, die de Kerkvoogden van hun taak hebben gehad, is het inwendige zóó geworden, dat ik moet zeggen nog nooit in één con sistorie geweest te zijn en ik ben er al in heel wat geweest die deze overtreft. Mooi is 't. alles wat er is aangebracht: de electrische verlichting, het meubilair, de bekleeding, de brandvrije bewaarplaats voor het archief En practisch ingericht ook. Zondag reeds dadelijk is dat gebleken. Van de ééne kamer waren er twee gemaakt door tusschendeuren. Terwijl het ééne gedeelte voor den kerke raad dienst deed, konden bakers, moeders en doopelingen rustig het andere deel gebruiken Dat was heel wat beter dan tevoren. Wie zich overtuigen wil, moet nog maar eens de trap opstrompelen naar de oude consistoriekamer. Hoe is 't mogelijk, dat wij en vorige geslachten daar zöö lang gehuisd hebben En toch wil ik van die nu verlaten consistorie geen kwaad zeggen. Kan men zooveel jaren, gelijk ik reeds deed, lusten en lasten deelen eener gemeente, die men van heeler harte dient, zonder met een klein tikje weemoed afscheid te nemen van de plaats, waar men, met zijn trouwe ouder lingen en diakenen uren en uren heeft besteed aan de be spreking harer belangen Als men er voor goed uitgaat, staan er heel wat herinneringen op, om als een lange stoet voor anderer oog onzichtbare gestalten, met ons mede te gaan Men heeft de vrees uitgesproken, dat er nu nog wel langer dan vroeger zal vergaderd worden, zoo gezellig is het in die nieuwe consistorie, 't Is mogelijk, maar ik denk het niet. In ieder geval pleit die vrees voor het werk van de kerkvoogden en van de bouwcommissie. Goed werk hebben ze gedaan, waarvoor de gemeente hen dankbaar is. Als er daarbinnen nu ook maar goed werk geleverd wordt; goed, in de oogen van God, en dus mede dienst baar aan den opbouw van Zijn koninkrijk in Bloemendaal's gemeente. BI. J. A. v. L. „Laat de Kinderkens tot Mij komen". Handboek voor het onderwijs in de bijb. gesch. op de Zondagsschool en de chris telijke school, door C. v. d. Hoeven, Herv. Pred. te Enkhuizen. Ie deel. O.T. Rotterdam, J. M. Bredée's Boekhandel en Uitg. Mij., ingenaaid f2 40, in fraaien stempelband f3.—. Van de „Handleiding voor Zondagsschoolonderwijs", in de jaren 1911 1914 door Ds. C. van der Hoeven geschreven, is bovenstaand „Handboek" een nieuwe uitgave in anderen vorm. Het verschijnt in twee deelen, ieder van pl.m. 400 blz. Het eerste, ons ter recensie toegezonden deel, houdt in 62 lessen over het Oude Testament, terwijl iedere les uit drie deelen bestaat: le Aanteekeningen bij den tekst van uitlegkundigen aard, voornamelijk bestemd voor den onder wijzer bij het zich prepareeren voor de les2e Een proeve van behandeling, aangevende hoe het vertellen behoort te geschieden3e Vragen, ter herhaling van het geleerde. Met groote ingenomenheid begroet ik deze uitgave en raad allen die een duidelijke, praktische, eenvoudige en toch degelijke leiding verlangen bij het geven van onderwijs in de Bijbelsche geschiedenis, dringend aan zich dit Handboek aan te schaffen, dat ook uitwendig onberispelijk is ver zorgd. P. M. Luther en Duitschland, door Prof. John. Viénot, Rede uitgesproken te Parijs 25 Februari 1916, met een woord vooraf van F. J. Krop, V. D. M. te Rotterdam. Rotterdam, Bredée's Boekh. en Uitg.-Mij. In alle landen der Entente wordt de haat tegen Duitsch land overgedragen op al wat Duitsch is. Gelijkelijk worden de Duitsche wetenschap, de Duitsche wijsbegeerte, de Duitsche muziek en de Duitsche godsdienst in den ban gedaan. Inzondeiheid moet Luther het ontgelden. Hij wordt aansprakelijk gesteld voor de ellende die de „barbaren" over Europa hebben gebrachtzijn geest werkt in hen hij was een wellustige monnik en een dronkaard. Zóó weet Rome zelfs de gruwelen van den oorlog te exploiteeren tegen het Protestantisme 1 En daarom deed Prof. Viénot zulk een voortreffelijk werk met zijn woord van verweer, terwijl Ds. Krop onzen hartelijken dank verdient voor de Hollandsche vertaling daarvan. Want ook ten onzent zorgt Rome voor de verbreiding van het booze fabeltje dat de Wittenberger hervormer een zedeloos heerschap is geweest. En dan komt men altijd opnieuw weer aandragen met die vuile „Tafelgesprekken", die geen eerzaam mensch lezen kan zonder er bij te blozen. Het lasterlijke van deze en dergelijke aantijgingen is door den auteur van bovenstaande brochure kort en zakelijk aangetoond. Zijn protest verdient de belangstelling van alle Protestanten en dat te meer omdat hij zelf vurig Franschman is, zoodat een eere saluut van dié zijde aan Luther gebracht in onze dagen, een krachtige waarborg is voor het önbevooroordeelde van zijn getuigenis. P. M. Het tijdelijk gezantschap bij den Paus. Toespraken van Dr. Callenbacb, Ds. Krop en Ds. Wagenaar, 2e druk. Rotterdam, Bredée's Boekh. en Uitg. Mij. De 2de Kamer heeft het gezantschapswetje aangenomen. Wij hebben een gezant bij het Vaticaan. Toch is daarom bovenstaand geschrift geen mosterd na den maaltijd. Want de „tijdelijke" missie zou wel eens een vast gezantschap kunnen worden. En daarmede althans kan geen Protestant vrede hebben, want elke vermeerdering van Pauselijken invloed is noodwendig schadelijk voor het Protestantisme. Men leze deze goed gedocumenteerde brochure die be doelt de oogen van al die verblinde Protestanten te openen voor het gevaar dat van gene zijde der bergen dreigt. P. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1916 | | pagina 4