Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen
No. 40
ZONDAG 4 Februari 1917
5de Jaargang.
Predikbeurten
Dieren-Zondag.
DE ZONDAGSBODE
VOOR
VERSCHIJNT ELKE N ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS:
Per Jaargang voor Zandvoort en
Bloemendaal 1.50
elders (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0.05
R E D A O T I E"
G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort
Jhr Dr. M F. VAN LENNEP - Aerdenhout
J. A VAN LEEUWEN - Bloemendaal
Mej C. BIENFAIT - Aerdenhout
Adres voor de Administratie:
P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1—5 regels0.55
Elke regel meer.0 10
Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0.06
Bij abonnement extra korting
Dit nummer bestaat uit 6 bladzijden.
Ned. Herv. Gemeente. Zondag 4 Februari 1917.
Zandvoort, v.m. 10 uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
(Doopsbediening).
Bloemendaal, v.m. 10 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN-
's-Avonds 6V2 de beer K. KOOPMAN.
(Vervolg.)
Gij doet hem heerschen over de
werken uwer handen, Gij hebt alles
onder zijne voeten gezet: schapen en
ossen, allen die, ook mede de dieren
des velds; het gevogelte des hemels
en de visschen der zee: hetgeen de
paden der zeeën doorwandelt.
Psalm VIII vs. 7-9.
Ook het dier is: een schepsel Gods, door Hem gezegend
Is bet dan wonder dat het werk der dieren-bescherming in de
Schrift ondubbelzinnig wordt voorgesteld als Gods eigen
werk
Men hoort nog al eens spreken over dien wreeden, bloed-
dorstigen God des Ouden Testaments, zóó verschillend van
den Vader in de hemelen van wien het Nieuwe Testament
getuigt. Maar de onwaarde én het onwaardige dier tegen
stelling blijkt aanstonds, als wij opmerken dat in het Oude
Testament voorschriften aangaande de Gode-behagelijke
dierenbehandeling aangetroffen worden, welke onloochen
baar bewijzen dat Israël s God ook voor zijn redelooze
schepselen barmhartig is en ontfermend.
In het 4de gebod van de Wet des Heeren wordt den
mensch voorgeschreven dat hij, tot zijn bestwil, na zes
dagen gearbeid te hebben, op den zevenden dag moet
rusten. God gunt hem telkens een dag van verademing.
Maar God denkt bij dien maatregel ook aan het dier. Het
rund en de ezel deelt in de geschonken weldaad. Op den
Sabbat zult gij geen werk doen, gij,noch uw vee.
(Ex. 20: 10).
Hoe aandoenlijk-teeder is deze bepaling: „Wanneer voor
uw aangezicht een vogelnest op den weg voorkomt, in
eenigen boom of op de aarde, met jongen of eieren, zoo
zult gij de moeder met de jongen niet nemen" (Deut.
22 6).
En wederom staat er geschreven„Eenen os zult gij
niet muilbanden als hij dorscht" (Deut 25 4).
David heeft gezondigd en de strenge profeet Nathan
wordt door den Heer tot den koning gezonden om hem
zijn overtreding onder 't oog te brengen. Maar hoe ont
roerend-lieflijk teekent dan die Ot«/-Testamentische boet
prediker in de door hem gebruikte gelijkenis, de gehechtheid
van dien armen man aan en diens zorg voor zijn „éénig
klein ooilam, dat hij gekocht had, en had het gevoed dat
het groot geworden was bij hem en bij zijn kinderen te
gelijk: het at van zijn bete en dronk van zijn beker, en
sliep in zijnen schoot, en het was hem als een dochter"
(II Samuel 12 vs. 3).
In het Spreukenboek wordt van den rechtvaardige gezegd
dat hij kent, d w.z. liefheeft, het leven zijner beesten (Hfst.
12:10).
Ook de dichter der Jobeïde bezingt in verheven taal Gods
zorg voor de dieren Ziehier een fragment uit het 39ste
Hfst., volgens de Leidsche vertaling die ons de schoonheid
van dit stuk Oud Israëlietische letterkunde toegankelijk
maakt: „Kunt gij voor de leeuwin buit vangen, den honger
der welpen stillen, wanneer zij wegduiken in de holen, in
het struikgewas op de loer liggen?
Wie geeft der raaf hare prooi, wanneer hare jongen tot
God roepen en zonder voedsel rondfladderen?
Wie heeft den woudezel vrijgelaten, wie zijn banden
losgemaakt, van hem, wien Ik de woestijn tot woning, de
steppe tot verblijfplaats aangewezen heb? Hij belacht het
stadsgewoel, luistert niet naar het geroep van den drijver,
maar doorsnuffelt de bergen als zijne weide, en zoekt er
allerlei groen kruid op.
Is het de vrucht van uw doorzicht dat de havik vliegt,
de vleugels naar het zuiden uitspreidt?
Is het op uw last dat de arend zulk een vlucht neemt,
dat hij zijn nest in de hoogte bouwt? Op een rots woont
en nestelt hijop rotsklip en bergtop".
En dan de Psalmen!
In den 84sten Psalm juicht de zanger: „Zelfs vindt de
musch een huis en de zwaluw een nest voor zich, waar
zij hare jongen legt, bij uwe altaren, Heer der heirscharen,
mijn Koning en mijn God
De 104de Psalm, door Spurgeon treffend „Eens dichters
lezing van Genesis I" genoemd, prijst God die „de bronnen
uitzendt in de dalen; tusschen bergen vloeien zij daarheen;
zij drenken al het gedierte des velds, de woudezels lesschen
hun dorst; daarbij wonen de vogelen des hemels, uit de
twijgen laten zij zich hooren. Hij doet het gras uitspruiten
voor het vee. Verzadigd worden de hoornen des Heeren,
de cederen van den Libanon, door Hem geplant, waarin
de vogelen nestelen, de ooievaar, welks woning de cypressen
W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145:
Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ
J. LOTTQERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem - Telef. 1561 en 771
Stoomt eo verft allo soorten Dames- eo Heeren-Garüerobe ving en onberispelp
Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens. Bedden en Matrassen,