Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen No. 3 ZONDAG 20 Mei 1917 6de Jaargang. Predikbeurten. Een stukje toekomst. DE ZONDAGSBODE VOOR VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Per Jaargang voor Zandvoort en Bloemendaal 1.50 elders (franco) 2.50 Afzonderlijke nummers0.05 R E D A O T I E G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal Mej. C. B1ENFAIT - Aerdenhout Adres voor de Administratie: P. SA AF - Zandvoort - Telefoon No. 27 PRIJS DER ADVERTENT1ËN 1—5 regelsƒ0.55 Elke regel meer0 10 Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting Dit nummer bestaat uit 6 bladzijden. Ned. Herv. Gem. Zondag 20 Mei 1917. Zandvoort: Zondag v.m. I01/» uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES. Bloemendaal: Zondag v.m. 10 uur: Dr. J. Th. DE VISSER, Em. predt, te 's-Gravenhage. Doopsbediening. Te beginnen met het e.v. nummer zal, ter bezuiniging van papier, het tweede blad (tusschenblad) voorloopig uitvallen, zoodat elk nummer, inpiaats van uit 6, uit 4 bladzijden zal bestaan. REDACTIE. Die overwint, ik zal hem geven een witten keursteen, en op den keursteen eenen nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt. Openb. 2:17. Op den dag van Jezus' hemelvaart, stonden de Galilésche mannen, die daarbij tegenwoordig waren, nog naar den hemel te staren, toen er niets meer te zien was. „Een wolk nam Hem weg van hunne oogen". Maar hunne oogen „hielden zij naar den hemel". Zij bleven omhoog staren. Zij bleven „opzien naar den hemel". Dat spreekt vanzelf. Of hadden ze moeten zeggen„Hij is weg" en dan overgaan tot de orde van den dag? Hadden ze, toen die wolk lezus aan hun oog had onttrokken, moeten zeggen „dat is alweer voorbij" en zich omkeeren en heengaan? Zoo doet nie mand. Wat al gedachten en vragen, wanneer iemand voor goed van ons is weggegaan. Gestalten en stemmen komen op uit het verleden, waarin de wegen van ons en van die heenging naast elkander liepen, of ten deele of geheel één waren. En omtrent de toekomst van die heenging kunnen we de vragen niet weren, als wij staren vooruit en „opzien naar den hemel". Mengelt zich niet ongemerkt daarin de vraag naar onze eigen toekomst Hoe zal die wezen, en wat zal die wezen, wanneer wij zijn heengegaan Wel heel sober spreekt onze Bijbel over deze levensvraag. Eenvoudig als de mantel der broeders naast Jozefs veel- vervige rok, steekt af wat de Schrift van onze toekomst zegt, naast de veelkleurige fantasieën van allerlei schrijvers. In het woord uit Johannes' Openbaring, dat hier boven staat, wordt een stukje dier toekomst omschreven. 't Is een belofte voor „wie overwint". Hij zal ontvangen „eenen witten keursteen". Wanneer bij de oude Grieken een beschuldigde stond voor zijn rechters, en de tijd was gekomen om uitspraak te doen over den aangeklaagde, sprak men het „schuldig" öf „onschuldig" uit op de volgende wijze. Er was in de recht zaal een vaas met witte steentjes en met zwarte steentjes. Elke rechter nam één steentje, en deed dat in een tweede, ledige vaas. Wierp hij een wit, steentje er in dan wenschte hij voor den beschuldigde vrijspraak. Wierp hij een zwart steentje er in dan sprak hij over den aange klaagde het „schuldig" uit. Dat steentje is de toetssteen, de keursteen. Wit beduidt onschuldig. Zwart beduidt schul dig. Wit vraagt vrijspraak. Zwart vraagt veroordeeling. In alles zijn de menschen ongelijk. Behalve in één ding. Zij hebben allen gezondigd. Zonde daarvan is niemand vrij. „Gezondigd" dat is de doodszang over alle eigen heerlijkheid dat is de klacht die klaagt in alle levens. Wanneer nu de tijd komt, dat wij geroepen worden voor God, en de eeuwige Rechter rekenschap vraagt over ons doen en laten wat gebeurt er dan Dan geeft Christus aan „wie overwint eenen witten keursteen". Hij geeft ons t kenteeken der vrijspraak. Hij opent ons daarmede den ingang tot Zijn eeuwig Koninkrijk. Hij geeft de vervulling van het profetisch verlossingswoord „Al waren uwe zonden als scharlaken, zij zullen wit zijn als sneeuw al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol". Dan valt alles weg, wat hier benauwt van telkens vergroote schuld en moeizaam overwonnen kwaad. Dan is alles verslonden tot oyerwinning. Want Christus gaf „eenen witten keursteen". Dat is voor „die overwint". Op den keursteen staat „eenen nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt". Goed bekeken, vertoont die keursteen dus drie eigen aardigheden. Die keursteen draagt een naam. Die naam is nieuw. Die naam is alleen bekend aan wie hem ontvangt. Die keursteen draagt een naam, heeft een inschrift. Want alle werk van Christus is persoonlijk. Als Hij helpt, helpt Hij niet zoo maar in het algemeen. Hij helpt U. Als Hij troost, troost Hij niet met troostvolle frazen. Hij troost 11. Als Hij redt, dan redt Hij niet als 'n hulpvaardig mensch in een brandend huis, die grijpt wat hij kan en redt zon der oordeel. Hij redt U. Al zijn bemoeienis is persoonlijke bemoeienis. Al zijn arbeid is persoonlijke arbeid. Hij komt W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ J. LOTTGER1NG, Groote Houtstraat 5a, Haarlem Telef. 1561 en 771 Stoomt en verft alle soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving en onberispelijk ■w Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 1